Jaren terug mocht ik voor het eerst naar Amerika. Ik moest kijken hoe ik het product van onze fabriek daar het beste kon verkopen. In Memphis had ik een afspraak met een bekende veteraan-verkoper, zo’n echte Amerikaan, met dat heerlijke accent van het zuiden.
‘Je moet leren het gespetter, niet de steak te verkopen. De steak is het product, het gespetter is de belevenis.’ Gedurende een aantal uren legde de goede man me uit hoe je je klant verleidt, hoe je de klant als het ware het water in de mond zet, waarna je hem met gemak jouw product of service kunt verkopen. Ik schrijf ‘verkopen’, niet ‘aansmeren’.
Ik moest hieraan denken toen ik deze week onze nooit-verkozen premier, meneer Netanyahu, in het Amerikaanse Congres zag. Bibi kan praten. Dat weten en erkennen we allemaal. Dat kon hij jaren terug al, toen we elkaar in het leger tegenkwamen, en ook daarna, toen hij meubels verkocht. En ook deze keer kon hij er wat van. Twaalf jaar geleden stond hij daar ook, onze Bibi. ‘We hebben jullie geld niet meer nodig! Ik ben de premier die de Amerikaanse steun stopt en ook begint met terug te betalen’, schreeuwde ons manneke trots, terwijl een uitzinnig publiek van volksvertegenwoordigers en geïnteresseerden hem een staande ovatie gaf.
Deze week schoot Bibi weer raak: HIJ zal vrede maken, HIJ zal de Palestijnse Staat erkennen, HIJ zou het allemaal in orde maken. Ook deze maal was het publiek uitzinnig en je kon zien dat ze de spetters voelden en de baklucht konden ruiken. Bij stom toeval belde een peilingbureau ons op om te horen of we de speech zagen en wat we ervan vonden.’Ik vind Science Fiction niet interessant’, zei ik droog en hing op.
‘Hij heeft Obama een poepje laten ruiken!’, riepen zijn vele volgelingen hier. Ik vraag me af wat ik gemist heb. Sinds wanneer moeten wij de VS, ondanks alles onze beste vriend - misschien de enige – een poepje laten ruiken? Bibi had een prachtdag. Hij had van alles gezegd en niets getekend. En zijn adviseurs zeiden dat hij nu rugwind had.
Na zijn redevoering liep Bibi door het Congres alsof hij het hele gebouw had opgekocht. Alsof er iemand in de wereld is die denkt dat wij terug willen naar de 1967-staakt-het-vuren lijnen. Alsof niemand begreep dat Obama het over een startpunt voor discussie had. Maar populisme is zo makkelijk. Bibi had het over ‘pijnlijke concessies’ - hij zei alleen niet voor wie. Zeker niet voor Bibi, want Bibi heef maar één belang: Bibi. Bibi´s visie gaat tot aan donderdag, echt niet verder.
Een paarhonderd Amerikanen zitten nu onder de spetters. Over een paar dagen gaan ze vragen waar de steak blijft. Waarop Bibi zal zeggen dat men hem niet goed heeft begrepen, dat het allemaal uit de context is gehaald. Want zo werkt onze nationale leider. Net zoals die avond in 1994, toen hij op het Zionplein in Jeruzalem een menigte toesprak over de ‘verrader Rabin’. Honderden stonden daar met borden met een foto van Rabin in nazi-uniform en borden met ‘dood aan de verrader’. Bibi stond op het balkon en wuifde lachend naar de menigte. Tot de dag van vandaag zweert hij dat hij de borden niet zag, de menigte niet hoorde en de leuzen niet had gelezen.
Want dat is Bibi: hij neemt geen verantwoording.
Waarom zou hij? Hij heeft al bewezen dat je geen verkiezingen hoeft te winnen om premier te worden. En om zichzelf zeker te stellen, benoemde hij 54 van de 120 leden van ons parlement tot ministers en staatssecretarissen. Met hun partijen als achterban heeft hij 2/3e van onze Knesset onder controle en kan hij spitteren en spetteren zoveel als hij maar wil.
Het zal zijn tijd wel duren.
© Simon Soesan