"Jongens, wat ik nou weer meegemaakt heb!" riep Shai tijdens onze wekelijkse kop koffie bij het zwembad. Shai is buschauffeur bij Egged, onze nationale busmaatschappij en zit vol met verhalen. Het werd stil om de tafel en Shai begon.
"Gisterochtend had ik dienst en het was vrijdag dus mijn bus zat propvol. Ik reed bij Ramat Golda, bij de rotonde, en zag net voor de rotonde twee agenten staan die autopapieren aan het controleren waren."
"Jee, wat spannend!" riep Avi.
Een collectief "ssssssssssjjjt" bracht de stilte terug en Shai kon verder gaan.
"Ik reed de rotonde op en zag toen dat op de hoek iemand aan het verhuizen was, en de verhuiswagen stond half op de rotonde. Dus ik kon daar niet door. Ik toeteren en mijn raampje opendraaien, maar niemand gaf enige sjoege. Kwam één van die verhuizers eraan, keek me vuil aan en begon te schreeuwen: “Had je wat?” Ik zei dus: “Ik heb niet zo veel, maar als jij je wagen een halve meter verder zet, dan kan ik er langs.” Spuugde die gozer op straat en riep: “Denk jij nou echt dat ik een buschauffeur me laat vertellen wat ik moet doen? Ik ben aan het werk en heb echt geen tijd voor jouw onzin.”
Ondertussen blokkeerde ik dus de rotonde met mijn bus en het was vrijdag, bijna sjabbat, en er stonden overal mensen om me heen in hun auto’s die allemaal begonnen te toeteren. Maar ik maakte me niet te sappel. Waarom zou ik? Als ik de bus terugbreng naar het Centraal Busstation ben ik klaar, dan zit mijn werk er op, dus iedereen bekijkt het maar, mij krijgen ze niet mesjogge. Maar andere mensen in en buiten de bus werden nerveus, dus toen belde ik maar met mijn mobiele telefoon naar de politie."
Hij nam snel een slok van zijn koffie.
"Kreeg ik een politieagente aan de lijn, vertelde haar wat er gebeurde. Vroeg ze: ‘Waar is Ramat Golda?’ Vroeg ik haar met welke politie ik sprak, bleek het de politie van Nazareth te zijn … Was een foutje van het mobiele telefoonbedrijf … Moest ik haar uitleggen dat het een wijk op de Carmel in Haifa betrof en zei nog tegen haar: ‘Er staan hier om de hoek twee agenten autopapieren te controleren. Als u die nou even laat oproepen om die verhuiswagen te laten verplaatsen, dan is het probleem zo opgelost.’ Werd die kalle me toch link … Zei ze tegen me: ‘Meneer, denkt u nou echt dat ik me door een buschauffeur ga laten vertellen wat ik moet doen?’ Vroeg ik haar alleen of ze toevallig een broer had die verhuizer was … Hing ze op …”
Shai keek de kring rond op zoek naar instemming.
"Dus wat deed je?" vroeg Dov ongeduldig.
"Het was een kakofonie van claxons en schreeuwende mensen dus ik draaide mijn raampje weer open en vroeg aan iemand die langs liep of hij die agenten even voor me wilde roepen. Die kwamen uiteindelijk angesjtiefeld en keken me verbaasd aan.
‘U stoort ons in ons werk,’ zei de eerste, terwijl de tweede heel hard stond te knikken. Ik weet eigenlijk niet of die wel kon praten … Ik begon ze uit te leggen wat er aan de hand was en stelde ze voor om die verhuiswagen een klein stukje te laten verzetten. Keken die twee elkaar aan en zei de eerste: ‘Nee, wij zijn hier om papieren te controleren.’ Die tweede stond wederom heel hard te knikken. Dat kon hij eigenlijk wel heel erg goed! Ik kon er verder ook niks aan doen, die agenten liepen weer terug en ik pakte mijn krantje. Wat moest ik anders?”
"Schei uit! En toen?" vroeg Avi nu ongeduldig.
Shai keek ons een voor een aan en begon te grijnzen.
"Na een totaal van tweeëndertig minuten, twee-en-dertig mi-nu-ten mijne heren, zag ik die twee übergoochem agenten naar die verhuiswagen lopen. Je gelooft het niet maar binnen tien seconden was dat ding weg. Niet verplaatst, niet opgeschoven, maar gewoon weg. Liepen die twee gasten weer langs mijn bus, vroeg ik ze wat ze tegen die lui gezegd hadden, ik was nog niet eens aan het tweede katern begonnen …
'We waren klaar met ons werk,' zei de eerste agent waarbij hij tevergeefs probeerde autoriteit aan zijn woorden toe te voegen … ‘En de burgemeester staat in de file achter u,’ voegde de tweede behulpzaam toe, daarmee aangevend dat hij ten minste toch kon praten, hetgeen hem een niet al te vriendelijke blik van zijn collega opleverde.”
Een collectieve zucht ging over de koffietafel.
"Maar wat was nou de clou van je verhaal?" vroeg Aaron.
"Dat zal ik je vertellen. De burgemeester stond helemaal niet in de file. Zijn vriendje Bassam (hij wees naar mij) wel. Bij de volgende bushalte stond hij met zijn auto naast me, zwaaide met zijn mobieltje en riep naar me dat Haifa voor twee minuten een Arabische burgermeester had gehad," zei Shai lachend.
"Maar wat was de clou nou?" vroeg Aaron weer.
"Dat iedere mesjoggene hond burgemeester kan worden – al is het maar voor twee minuten," antwoordde Shai.
© Simon Soesan