We waren weer een beetje aan het rijden met z’n allen. Deze keer was ondergetekende wijs genoeg om het stuur aan zijn levenspartner te geven, dus er was al meteen een goede stemming in de wagen.
We reden de Galil in, bekend om zijn heuvels, bergen etc. (vandaar de naam ‘Galil’ - gegolfd) en we bezochten een aantal bezienswaardigheden. Na de traditionele picknick reden we rustig naar huis, toen we opeens, vlakbij een kibboets, een fenomeen zagen: een kip met drie poten rende als een gek langs de weg.
We hadden het allemaal gezien en we praatten allemaal door elkaar over dit ongelooflijke tafereel. Snel waren we het eens (gebeurt ook niet elke dag) dat we even moesten nagaan wat dit was. We reden de kibboets in en zagen telkens weer een driepotige kip als een gek voorbij rennen.
Al snel hadden we de kippenboerderij gevonden. Daar zagen we een echte kibboetsnik, inclusief ‘kowa tembel’ en op blote voeten bij het kippenhok.
We parkeerden de wagen en liepen op het boertje af, die heel berustend naar ons keek. “Meneer, mogen we u wat vragen?” begon ik, in naam van ons allen.
“Bewakasja”, zei de kibboetsnik.
“Wat is het verhaal van die kippen met drie pootjes, die hier alsmaar rondrennen?” vroeg ik.
“Oh, die ...”, zei meneer Kibboets. “Daar hebben we vijftien jaar aan gewerkt! Ja heus! Genetische ingenieurs, de universiteit, buitenlandse professoren ... wat hebben we allemaal niet gehad voor we die kippen gecreëerd hadden ... Uiteraard alleen in onze kibboets!”
“Mag ik u vragen wat de reden kan zijn om op het idee te komen om kippen te fokken die drie pootjes hebben?” vroeg ik heel intelligent.
“Nou, dat is simpel”, zei meneer de Kibboetsnik terwijl hij ons heel diep aankeek. “Vlees! Het gaat erom dat je nog steeds een kippetje fokt, maar nu heb je drie kippenpootjes per beest: veel voordeliger, veel economischer en veel goedkoper te produceren, dus meer winst! Had u niet gedacht hè, uit de stad hier komen en dan het vernuft van het Jiddisje Koppie te zien. Ha! U dacht zeker dat alleen de computerjongens furore kunnen maken, nou dat had u dan verkeerd: ook een kibboetsnik heeft een Jiddisje Kop en hier rent het bewijs rond!”
We stonden vol trots rond te kijken. Wat simpel! Wat clever! En dat allemaal van hetzelfde Jiddisje Koppie dat ons andere grote uitvindingen en ontdekkingen had gegeven! Wat een kowed voor ons land!
“Meneer, nog een vraagje als u het niet erg vindt”, vroeg de liefde van mijn leven. “Hoe smaakt dat nou, drie pootjes?”
De Kibboetsnik keek haar verbouwereerd aan. Een vreemde stilte viel op ons neer en allemaal keken we de Kibboetsnik aan, wachtend op een antwoord.
“Tja” zei de man, “dat weten we niet ... Ze rennen zo snel, we hebben nog nooit zo’n kreng kunnen vangen ...”
Poerim Sameach!
© Simon Soesan