De komende dagen, misschien wel weken, zullen we veel analyses gaan lezen over deze verkiezingen in ons land. We zullen lezen over de trucs, over de beloftes, over de complotten en over de leugens. Ook de mogelijkheid, en zelfs waarschijnlijkheid, dat het behalen van de verkiezingsoverwinning slechts gebaseerd zou zijn op fraude, zal niet onvermeld blijven. Maar - uitgaande van het feit dat als dit laatste al waar zou zijn, dit waarschijnlijk nooit aangetoond zal kunnen worden – dit alles zal de resultaten niet doen veranderen. Democratie heeft gezegevierd in ons land en als je niet goed kunt verliezen, ben je het niet waard om te winnen. ‘Ieder land krijgt de regering die het verdient’. Het was de Franse filosoof en politicoloog Joseph de Maistre die dit eind achttiende eeuw al door had. Sommigen zullen zeggen dat het prima is zo, anderen zullen zeggen dat ze het land zullen moeten verlaten met zo’n regering en weer anderen zullen zeggen dat dit, onder zulke omstandigheden, hun land niet meer is.
Wel, dit is wel degelijk mijn land. Ongeacht welke democratisch gekozen regering wij ook hebben, dit is mijn land. Ik heb 42 jaar geleden mijn spullen bijeen geraapt, ben hier naartoe gekomen en heb hier een bestaan opgebouwd. Ik ben gezegend met een vrouw, kinderen en inmiddels zelfs kleinkinderen. Ik heb mijn land gediend in het eerste Joodse leger sinds 2000 jaar en ook mijn kinderen hebben dit met trots gedaan. Helaas is het mijn generatie niet gelukt om hier al vrede te brengen. En ook zijn we nog lang niet klaar met het opbouwen van ons land. Dus gaan we door. Ik kan klagen over corruptie, dromen over vrede met onze buren en vijf kwartier in een uur praten over mijn idealen. Maar ik heb geen ander land. Of het nou goed of slecht is, dit is mijn land. En als het nog niet goed is, dan zetten we ons in om het in ieder geval beter te maken.
Uiteraard zullen ook veel salonzionisten van zich laten horen. Zij zullen ons nu ongetwijfeld gaan vertellen hoe wij het eigenlijk zouden moeten doen. Helaas staan deze stuurlui altijd aan wal, veilig in hun - veelal Amstelveense - voorkamertjes, overtuigd dat ze veilig zijn in Europa en zonder stemrecht in Israël. Ieder zo zijn droom.
Mijn droom is een Joods land. Waar plaats is voor anderen, maar in eerste instantie een Joods land. Ons Joodse thuis. En ik zet me in voor die droom, want ik ben zionist. Een heel trotse en halsstarrige zionist. En als ons democratisch bestel laat zien dat de meerderheid van onze bevolking mijn politieke overtuiging niet deelt, blijf ik zionist, blijf ik geloven in dit wonder dat Israël heet en blijf ik me inzetten voor een betere toekomst.
‘It takes all kinds to make a world’ is een Engels gezegde. Ook in ons land zijn er heel veel soorten mensen met heel veel verschillende meningen. Maar uiteindelijk zijn we één volk. Een volk dat blijft dromen en dat blijft hopen.
Want zolang het hart nog klopt, is de Joodse ziel vol verlangen. En ver weg, in het oosten, kijkt het oog naar Zion. Onze hoop is niet verloren, een hoop die al 2000 jaar leeft om een vrij volk te zijn in ons eigen land, het land van Zion en Jeruzalem.
Hoop zal niemand ons kunnen afnemen.
© Simon Soesan