Uiteindelijk kwamen ze. Niet zomaar, niet uit zichzelf, maar omdat er gedurende zesentwintig jaar onophoudelijk om verzocht was. De belangrijkste straat in onze wijk zou eindelijk, na achtendertig jaar, haar wegdek vernieuwd zien. Achtendertig lange jaren hebben de inwoners van de Ha-Tsalafimstraat daarop moeten wachten, nadat ze de laatste zesentwintig jaar ieder jaar een verzoek daartoe hadden ingediend bij de gemeente Haifa. Maar het is nu een verkiezingsjaar en daarom is het eindelijk toch gelukt.
Met grote machines, die de nieuwste technologieën in stratenbouw vertegenwoordigden, kwamen de discipelen van onze burgermeester naar de straat en begonnen energiek en vol goede moed het asfalt te verwijderen. De wijze waarom dat gaat is wellicht bekend … met pneumatische boren wordt het asfalt stukje voor stukje opgelicht. Maar omdat we het hier wel over werknemers van onze gemeente hebben moge duidelijk zijn dat deze om circa 9 uur ‘s ochtends arriveren om met het werk te beginnen. Maar dan blijken er, iedere ochtend weer, complicerende factoren. Wij wonen namelijk op een berg. En een van de eigenschappen van bergen is dat deze vaak, al of niet steil, omhoog lopen (of omlaag, afhankelijk van waar je begint). En dat is lastig en moet uiteraard elke ochtend besproken en overwogen worden. Daarom begint iedere dag met een uitgebreide kop koffie met overleg. In de praktijk houdt dat in dat het echte werk pas tegen tienen begint. Uiteraard moet er wel om 12 uur geschaft worden. Maar zonder voorbereidingen kan je niet eten, dus feitelijk wordt er gedurende de hele ochtend wel negentig hele minuten gewerkt.
Geef toe, met een volle maag kan er niet gewerkt worden, dus na de lunch moet het eten wel even zakken. Tegen enen blijkt dan dat het te warm is om nog verder te werken en begint men met langzaamaan het gereedschap op te ruimen om vervolgens naar huis te gaan.
Toen op deze manier het asfalt, na een maand keihard werken, uiteindelijk verwijderd was, keek men verbaasd naar wat men daaronder aantrof. Aanvankelijk dacht men dat het om een archeologische vondst ging, maar al snel werd duidelijk dat de hardwerkende collega's uit 1977 niet de hoogste kwaliteit rioolbuizen hadden gebruikt … en dus werd besloten dat deze, nu de boel toch open lag, ook meteen vervangen moesten worden.
Maar wie denkt dat dat in ons landje zomaar gaat, komt bedrogen uit. Wij zijn namelijk een georganiseerd land en met name onze stad heeft uitmuntende ambtenaren. Deze legden het voorstel voor aan de stedelijke commissie. Het toeval wilde dat nou net deze commissie een reisje aan het maken was naar Parijs (studiereis noemen ze dat). Dus moest er even gewacht worden. Een maandje slechts. Uiteraard bleef de straat gedurende deze periode, wachtend op het besluit van de wijze heren en dames van de commissie, open liggen. De gemeentewerkers besloten niet stil te blijven zitten en begonnen ook het trottoir onder handen te nemen. Eerst werd dit afgebroken om daarna, in plaats van opnieuw met straatstenen belegd, geasfalteerd te worden … Echter, halverwege kwam men er ineens achter dat er niet genoeg asfalt was om de hele stoep te asfalteren, dus nadat de helft over de gehele lengte geasfalteerd was, stopte men. Uiteraard werd toegezegd dat, zodra er weer nieuw asfalt zou zijn, het werk afgemaakt zou worden …
Na zes weken had de commissie uiteindelijk het verrassende besluit genomen om de riolering in de straat te vervangen. Gelukkig kon het werk onmiddellijk worden hervat. Eerst kwamen er verkeerde buizen. Dit werd echter snel opgelost, want na drie weken werden de juiste buizen bezorgd, die binnen twee weken tijd in de grond lagen. Het is nu enkele maanden later. De Ha-Tsalafimstraat, 350 meter lang, ligt nog steeds open, want men wacht op het asfalt.
Ook onze straat zou moeten worden opgeknapt. Het wegdek vertoont gaten en het asfalt is oud en gebarsten. Maar het is asfalt. Ons asfalt. En daar laten we niemand aankomen.
Simon Soesan
Eerder verschenen in het NIW, bewerkt en geredigeerd door Hendrien Kloots
© Caun & Van Beem