Als een van je oma's je altijd zo noemde, dan is dat alleen al een reden om van boterkoek te houden. Een andere reden is het feit dat er heel wat boterkoeken te verkrijgen zijn - zeker in Nederland - maar er voor mij slechts een is die de beste en dus eetbaar is. De lezer raadt het al: de boterkoek van mijn moeder.
Jarenlang heeft de partner in mijn leven, die behalve vele andere kwaliteiten, ook de kookkunst als kwaliteit heeft, geprobeerd een boterkoek te bakken. Soms was het eetbaar, soms kon je er een gat mee in de muur slaan en soms kon je het als kruimels kwijt aan honden en katten. Niet dat ik klaag: er zijn vele andere maaltijden en taarten die mijn eega zo lekker maakt, dat er minder heimwee naar boterkoek was. Maar dat houdt niet in dat ik de boterkoek ben vergeten. En elke keer als ik even bij mijn ouders langs kan gaan, vergeet ik mijn voornemens om me aan een dieet te houden, want mijn moeders boterkoek is onweerstaanbaar.
Tijdens een bezoek bij Bassam en Zjieda thuis, zag Zjieda dat ik me weer verdiepte in het proeven van haar zelf gemaakte baklawa. Bassam trok een gek gezicht en ik vroeg wat er aan de hand was.
"Nou, we weten nu onderhand wel dat je erg gek bent op Arabisch of oriëntaals eten," begon Zjieda, maar ze werd, zoals gewoonlijk, onderbroken door Bassam, die weer even goochem moest zijn: "Lieverd hij is gek op eten, punt, uit! Kijk maar eens naar ‘m!" Ik gaf hem een gemene blik. "Ik pak je nog wel, meneer 125 kilo!" siste ik naar hem.
Zjieda ging door: "Maar wat ik van je wil weten is, wat is nou de lekkerste taart voor jou? Ik wil proberen om eens jouw lievelingstaart te maken."
Bassam keek zijn vrouw stomverbaasd aan. "En ik dan?" vroeg hij verongelijkt.
"Jij komt echt niets te kort, je zou ook eens kunnen proberen om wat van je gewicht te verliezen, zoals je vriend daar," zei ze, op mij wijzend.
Ik keek mijn eega aan. Strudel? Moorkoppen? Tompouce? Maar de ogen van mijn vrouw vertelden me dat we het allebei al wisten. En ik vertelde Zjieda het verhaal van de boterkoek. Mijn dochter, die het verhaal uit haar hoofd kent, vulde aan met het verhaal van mijn oma, die me als klein kind Sjeintje Boterkoek noemde.
Toen we uitverteld waren, keek Zjieda haar man lang aan.
Een paar weken later kwamen ze bij ons op bezoek. Onze oudste dochter, samen met haar moeder, hadden besloten om, in hun eer, baklawa te maken. Mijn zoon en ik werd verboden de keuken in te gaan, omdat anders de hoeveelheid baklawa danig zou krimpen. Bassam's moeder had, zoals gewoonlijk, heerlijke choemoes en techina gestuurd, met champignons erop. Aan het eind van de maaltijd ging Zjieda even naar hun auto en kwam terug met een koekdoos. Ze gaf het aan mij en ik wist al wat erin zou zitten. Ik nam het deksel eraf en zag heerlijke stukjes boterkoek. Ze had op het internet gezocht en wat recepten gevonden en het geprobeerd. Onder het genot van koffie proefde ik het eerste stukje en het smaakte zalig. Zjieda glunderde toen ik mijn mening gaf en Bassam, tesamen met alle aanwezige kinderen van beide kanten, viel aan. Iedereen was het ermee eens dat de boterkoek uitmuntend was.
Maar Bassam wilde meer weten. "Is de boterkoek echt goed?" vroeg hij.
"Abnormaal lekker!" smakte ik op het volgende stukje.
"Echt, echt?" vroeg hij nogmaals en keek me doordringend aan.
"Ja, echt, echt!" zei ik opgewekt.
"Net zo goed als de boterkoek van je moeder?" vroeg Bassam heerlijk diplomatiek.
Het werd stil rond de tafel. Bassam keek me afwachtend aan.
"Bassam", vroeg ik, "als we bij Chaled choemoes eten, vind je dat lekker?"
"Zeker weten" antwoordde mijn vriend meteen.
"Echt lekker?" vroeg ik gemeen.
Bassam voelde nattigheid. "Ga je Chaled met mijn moeder vergelijken?" vroeg hij quasi beledigd.
Ik liet m'n wenkbrauwen op en neer gaan. Zjieda begon te lachen.
"Okee, okee, challas (genoeg)!" zei Bassam, terwijl hij z'n handen in de lucht gooide. "Je hebt weer gewonnen."
Mijn vrouw stond op en bracht haar verrassing. "Samen met onze oudste heb ik voor jullie wat baklawa gemaakt," zei ze.
Bassam staarde als gehypnotiseerd naar de schaal met baklawa en moest meteen proeven.
"Mmmmmmmmmmmm! Zalig. Perfect!" zei hij tussen twee happen door.
"Bassam", moest ik nog even, "is de baklawa nou echt, echt lekker?"
Hij stopte met kauwen en keek me doordringend aan.
Dit maal begon iedereen te lachen.
"Je moet toegeven", zei Zjieda lachend op haar man wijzend, "hij is toch ook wel een Sjeintje Boterkoek.
© Simon Soesan