In de beginne schiep Allah de Palestijn. Maar een Palestijn zonder land of bezitting, dat kon niet, dus schiep Allah de aarde, met water, dieren, gewas, zon en maan voor de Palestijn. Daar de Palestijn vluchteling was, kon hij niet werken, dus gaf Allah hem een vrouw, die hem twee zonen gaf. Een van deze zonen was een ware Judas, die uit louter jaloezie zijn broer vermoordde.
Jaren later was er een nazaat van de Palestijn, Ibrahim. Deze kon met zijn vrouw geen kinderen krijgen. Dat kwam omdat er rovers rondliepen, Judassen, beter bekend als Joden, die hun water vergiftigden, maar Ibrahim, als ware Palestijn, had dat in de gaten en zo kregen ze, na jaren, met de hulp van Allah, kinderen.
Dit verhaal, beste gelovigen, is jarenlang veranderd en voorgelogen door de Joden. In feite is hun hele narratief gebaseerd op het verhaal van ons, de Palestijnen, maar de waarheid kwam aan het licht toen onze profeet, Mohammed, trouwde met een zevenjarig meisje, dat hem hielp het licht te zien.
Wrede mensen zullen u vertellen dat de Joden in Egypte waren en toen besloten weg te gaan. De waarheid is dat de Joden hoorden dat wij Palestijnen een welvarend land hadden gecreëerd en dat pikten ze van ons in.
Toen de globale supermacht, het Romeinse rijk, zich er eindelijk mee bemoeide, was het snel afgelopen met deze Joodse waanzin en kregen wij ons land terug, dat terecht de Palestijnse provincie werd genoemd. Ook de Joodse Bank, zogenaamd een tempel, waar ze al hun gestolen waar verborgen, werd in beslag genomen en de Joden werden afgevoerd naar het Circus in Rome, waar ze zich bezig hielden met het verkopen van vervalste toegangskaartjes.
De Joden probeerden nog, onder het mom van een nieuwe profeet, de wereld te heroveren. Deze man, een Palestijn, werd Jeshua genoemd, maar ook daar maakten de Romeinen korte metten mee; de man hing snel aan een kruis. Afgelopen met de gekte. Uiteraard probeerden volgelingen van deze sjahid er nog wat van te maken, maar Jeshua de Palestijn gaf zijn leven niet voor niets. Jarenlang werd er een soort geloof van gemaakt, maar wij Palestijnen trapten daar niet in.
Ondertussen staken de Joden weer de kop op in Europa.
Eeuwenlang ging dat prima, tot er in Duitsland een leider opstond die snapte dat de Joden nog steeds een gevaar vormden voor de Palestijn. Deze held, Aboe Hitler, van Palestijnse komaf, bracht heel wat Joden om zeep. De Joden, inmiddels eigenaars van banken en media, verkochten de wereld een verhaal alsof zij slachtoffers waren en dat Aboe Hitler miljoenen van hen had vermoord. Als compensatie gaf de Joodse president van Amerika, Roosevelt, hun ons land en sindsdien betalen wij, Palestijnen, weer de prijs waarmee de Joden gepaaid werden.
Nu, meer dan zeventig jaar later, is het onrecht ongemaakt gedaan: Haram el-Sharif, waar ooit de Joodse wereldbank stond, is veilig in Al-Kuds en wereldwijd worden de Joden weer in hun hoekje gestuurd.
Wij, de Palestijnen, zijn de zendelingen van de islam, de ware profeten van Mohammed. En dankzij organisaties als de Verenigde Nazi’s en de Europese Gemeenheid, hebben we ons doel bereikt.
Allahoe akbar!