Ver-keuring

Simon Soesan

vrijdag 19 juni 2015

Onze oudste heeft haar eigen record verbroken: meer dan zes maanden met dezelfde gozer! Dat moest gevierd worden, vond ze. Vond ik eigenlijk niet, maar wie vraagt mij wat? Ik had allang in de gaten dat hij veel bij haar op bezoek kwam. Ze werken in hetzelfde bedrijf, ze studeren samen aan de universiteit en verder wil ik, als haar vader, echt niet weten wat ze verder nog samen doen. Maar kleine kindertjes worden groot en ze is boven de achttien, dus mag ik alleen maar dankbaar zijn.

Haar vriendje probeert al een tijdje van alles om bij mij te sjmeichelen. Hij vindt mijn werk interessant, mijn legeronderdeel is precies wat hij altijd al had willen doen (alleen heeft hij in een andere eenheid dienst gedaan, wat mij echt niet uitmaakt), het gebak van mijn vrouw is verrukkelijk (kan ik niets tegen inbrengen) en haar kookkunst is voortreffelijk (wat ook waar is), onze auto’s zijn mooi, ons huis is zo smaakvol ingericht, et cetera. We snappen het wel, maar ik geef zeker geen sjoege. Je moet die jongens niet te veel aanmoedigen, vind ik.

Samen met haar moeder blijft ons oudste prinsesje nu proberen om een ontmoeting tussen de ouders te organiseren. Nog steeds lukt het me om daar onderuit te komen, met behulp van misschien laffe smoesjes (ik heb geen tijd … ik heb het druk op m’n werk …), maar ze werken wel. Dus ging de tegenpartij in de aanval. Ons prinsesje kreeg een uitnodiging voor een familielunch op sjabbesmiddag, waar zelfs de grootmoeder van haar vriendje aanwezig zou zijn. Het gerucht ging dat deze grootmoeder het laatste woord heeft in die familie.

“Abba!” zei ze paniekerig, “wat zal ik doen? Ik moet wel gaan!”
Ik keek haar geamuseerd aan. Zij vond dat gemeen en ging naar haar moeder voor hulp. Vrouwen onder mekaar … oi!

Samen met haar moeder was ze een week bezig om de juiste kleding uit te kiezen. Naar de kapper! Naar de manicure! Haar zus hielp haar met het uitkiezen van het kapsel en de make-up. Alleen haar broertje en ik hielden ons afzijdig. Ervaring heeft ons geleerd om als de vrouwen in ons huis bezig zijn met kleding en kapsels, opzij te gaan. Wat je ook doet of zegt, het is nooit goed.

De sjabbes kwam en haar vriendje haalde haar op. Ik zag hem naar mijn kindje kijken en wilde wat zeggen, maar hield wijselijk mijn mond.
Na een paar uur kwam ze terug. Vriendje zette haar af en ging mooi weer terug naar huis.
“Hoe is het gegaan?” vroegen we alle vier.

“Nou, het begon goed,” zei ze aarzelend. “Maar zijn moeder is trots op haar kookkunst, dus ik kreeg tweemaal soep, driemaal groenten en tweemaal het hoofdgerecht opgeschept. Ik zat naast z’n oma, die maar bleef doordrammen over wat mijn ouders doen, waar we wonen, wat ik studeer, enzovoort. En het eten was zwaar, dus toen ze me voor de derde maal het hoofdgerecht aanboden, zei ik nee, waarna het stil werd aan tafel. Iedereen keek me verbaasd aan. Totdat die oma in lachen uitbarstte. Ze stelde voor dat ik samen met haar even naar het balkon ging om een luchtje te scheppen. Buitengekomen vertelde ze me dat ze me heel moedig vond met al dat dooreten van me, maar dat dat echt niet hoefde. Toen we weer binnen waren, bracht haar moeder koffie met gebak. Ik ben toen naar het toilet gerend …”
“En?” vroegen vier stemmen tegelijk.
“En niks. Ik ben daar gebleven tot de koffie en gebak van tafel waren.”
Ze keek ons parmantig aan.
“En wat vonden ze van je?” vroeg haar broertje vanachter zijn computer.
“Z’n oma vindt me wel aardig. Z’n vader was heel leuk tegen me,” antwoordde ze.
“En zijn moeder?” vroeg mijn vrouw.
“Die vindt dat ik niet genoeg eet,” zei ze met angst in haar ogen.

© Simon Soesan


(Dit is een bewerking van een column die eerder verscheen in het NIW, in 2003, en die is opgenomen in mijn bundel ‘Pita met Hagelslag’).

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011