Het goed reinigen van twee kleinzoons met gebruikmaking van een bad is een project op zich. Behalve het zorgvuldig opletten dat er na afloop nog steeds twee zijn, is het ook een kunst om als saba (opa) bij de uitvoering van dit project droog te blijven. Aangezien een en ander zich meestal in hun huis afspeelt, en niet in ons huis, (belangrijk detail!) is de status waarin de badkamer zich na afloopt bevindt van ondergeschikt belang.
Ook zijn enkele noodzakelijke elementen essentieel voor het vermaak van de twee kleine boefjes en dus het succes van de missie. Zoals daar zijn: een paar emmertjes, wat lege flesjes, een rubber eendje, een bootje en nog enkele ondefinieerbare stukjes plastic.
Zo ook onlangs, toen ik me even mocht komen vermaken met mijn twee oudste kleinzoons van vijf en tweeënhalf jaar oud.
Nu heb ik met mijn kleinkinderen een geheime verstandhouding. Iets wat alleen zij en ik weten. Als we ‘onder elkaar’ zijn, dus alleen zij en ik, dan bestaan de wetten van hun ouders niet en is bijna alles geoorloofd. Dus stonden ze me al bij de voordeur op te wachten toen ik aankwam. “Saba we gaan in bad!” riep de oudste, terwijl zijn jongere broertje naast hem blij en instemmend met zijn hoofd knikte. Hij nam mijn vinger in zijn knuistje en sleurde mij subtiel mee in de richting van de badkamer.
Hun moeder beloofde me niet te lang weg te blijven en vertrok met hun kleine broertje van vier weken oud naar het consultatiebureau.
In de badkamer aangekomen wist ik wat er van mij verwacht werd. Ik liet onmiddellijk de badkuip vollopen met water en spoot er wat extra badschuim in voor een nog spectaculairder effect, terwijl de twee broertjes zich uitkleedden. Even later zaten ze lekker in het warme bad, terwijl ik, van een zo groot mogelijke afstand, hun de benodigde attributen (zie bovenstaande lijst) toegooide, op een manier die extra veel spetters veroorzaakte. Beiden togen meteen aan het werk. Emmertjes vol water over je broertje leeggooien, flesjes vol water in het gezicht van je broertje spuiten en uiteraard ook proberen saba nat te spatten.
We zongen liedjes samen, ik waste hun haren en sopte hen van top tot teen, toen opeens de oudste ’iechsa’ schreeuwde. Alle drie werden we stil en tuurden in het water, naar iets wat hij ons aanwees. Het was een drol. Een lief klein drolletje weliswaar, maar onmiskenbaar poep. Beiden keken we naar zijn jongere broertje. Deze keek ons met grote en de meest onschuldige ogen die je maar kunt bedenken aan. “Heppikniegedaan …” murmelde hij, terwijl zijn oudere broer niet wist hoe snel hij uit het bad moest klimmen. Snel zette ik beiden op de gesloten wc-bril.
Eerst moest ik echter op jacht naar de drol … Met een emmertje probeerde ik deze te vangen, hetgeen jammerlijk mislukte tot grote hilariteit van de gebroeders. Dus besloot ik ze nog meer waar voor hun geld te geven en maakte een spannend verslag van mijn pogingen om het stukje uitwerpsel te vangen. De jongens kronkelden over de grond van het lachen, totdat het me na vele pogingen eindelijk lukte. Nu moest ik nog het water uit de badkuip laten lopen, al het speelgoed met zeep schoon wassen, de badkuip schoonmaken, waarna ik de jongens nog even snel douchte.
De badkamer zag er uit als een slagveld. Ik deed beide lachebekjes hun pyjama's aan, zette ze op de bank, gaf ze beiden warme chocolademelk en fatsoeneerde de badkamer enigszins.
Wat later kwamen hun moeder en hun broertje weer terug. Beide kinderen lagen met hun armen om elkaar heen op de bank te slapen.
“Hoe doe je dat toch, abba? Bij jou gaat het baden zo vlot en zonder incidenten.
“Ik? Ik ben gewoon een natuurtalent,” antwoordde ik haar bescheiden.
Simon Soesan
Bewerkt en geredigeerd door Hendrien Kloots
© Caun & Van Beem