Kijk, juist met de feestdagen ben ik me er iedere keer weer van bewust hoe uniek het leven in Israël is. Behalve het feit dat iedereen, maar dan ook echt iedereen, elkaar chag same'ach wenst (wat bijzonder is: waar in de wereld zeggen ze op radio en tv die dingen?) zijn er allemaal kleine nuances die Israël dé plek voor ons, het Joodse volk, maken. Ik zal het deze keer niet hebben over Jom Kipoer, als alles stil ligt: van vliegtuigen tot kabeltelevisie, bekijk het maar, één dag staat alles stil. Of je nu vroom bent of niet, of je nu nasjt of vasjt … Jom Kipoer, als alle kinderen op straat kunnen spelen, want er zijn geen auto’s, bussen … helemaal niks … het blijft een fenomeen.
Maar zodra de jomtof voorbij is, beginnen de auto’s weer en gaat iedereen weer door, precies waar ze een dag eerder gestopt zijn. En dan begint de volgende mitswe: de soeka opbouwen, of op zijn minst het frame neerzetten. Wij hebben een soeka in onze straat. Elk jaar komt dikke Baruch, in korte broek en hemd, net na het aanbijten naar buiten en bouwt het frame voor de soeka, waar alle kinderen van de straat in spelen tijdens chol hamo'ed.
Onze zoon, hoewel de jongste, is dat al ontgroeid en doet al jaren niet meer mee. Maar nu heeft hij dat kalletje. Dat poppetje waar ik al eens over schreef. En die is Masorti, traditioneel. En hij wil een beetje imponeren. Maar dat kun je als tiener niet zo zeggen. Dus moet er tactiek gebruikt worden. Een paar dagen na Rosj Hasjana had hij onder het eten een idee. "Abba," begon hij, "weet je dat het bouwen van een soeka een mitswe is?" Zijn moeder en ik keken hem vragend aan. Wij hebben onze kinderen niet religieus opgevoed, maar we hebben ze wel de tradities geleerd.
"Oh ja?" zei ik geslepen.
"Ja …" zei hij twijfelend, "enne … ik dacht dat we misschien samen een soeka kunnen bouwen dit jaar."
Ik keek hem aan.
"Dat kan, geen probleem," zei ik serieus. Het feit dat we niet religieus zijn, betekent niet dat we tegen religie zijn. "Waar wil je hem neerzetten?"
Hij had zijn antwoord klaar. "Ik dacht op de parkeerplaats. Vragen we toestemming aan de buren en dan kunnen we iets groots opzetten."
Groots … ik keek zijn moeder aan, maar die haalde haar schouders op. Na bijna 30 jaar samen weet ik dat dat 'je bekijkt het maar' betekent.
"En wat was je dan van plan daar te doen?" vroeg ik weer geslepen.
"Nou, ik dacht wat vrienden hier naar toe te laten komen …" (hij keek me onzeker aan) "… en vriendinnetjes …" corrigeerde hij zichzelf. Ik bleef hem aankijken. "Vriendinnetjes …" zei hij nogmaals, nu wat zachter. Hij was een beetje ongemakkelijk met zijn voeten aan het schuiven.
"Dus je wilt een beetje feesten in de soeka, en dat is een mitswe?" ging ik heerlijk door.
"Abba, het is echt een mitswe!" verdedigde hij zich.
Ik keek hem peinzend aan.
"Okay, ik heb een voorstel,” zei ik vastbesloten.
Hij keek me hoopvol aan.
"Je vraagt aan iedere vriend of vriendin die naar de soeka wil komen een laken. Ik bouw het frame en maak het dicht met lakens. Dan mag jij met wat vrienden de takken voor het dak verzamelen en ik gooi ook nog een draad naar beneden voor de elektriciteit. En jij hebt je soeka."
Hij keek me blij aan.
"En dan nog één ding: de eerste avond eten wij, de familie, daar een maaltijd. Als we al een mitswe doen, dan doen we het goed," voegde ik eraan toe.
"En laat je ons verder met rust?" vroeg hij nog bezorgd.
Ik beloofde het hem.
Toen we een paar dagen later aangebeten hadden, zag ik Baruch al naar buiten komen met wat latten en zijn gereedschapskist. Het getik en gehamer klonk bekend. Maar ook ik ging naar beneden en haalde de latten tevoorschijn. En ook ik ging aan het werk en bouwde een soeka in Israël. Baruch stopte met timmeren en liep zwetend en hijgend mijn kant op.
"Zo," zei hij, "nu hebben we de Hollandse variant van een soeka erbij, niet slecht buurman. Zo doe je nog eens een mitswe. Zeker voor junior? Mag je dat ding van je zoontje gebruiken?"
Mijn mannetje, dat al bezig was de lakens aan de zijkanten vast te nieten, stopte met werken en keek Baruch aan. "Hé Baruch," zei hij, "ik ga hier met mijn vrienden en vriendinnen in zitten. En jij nodigt mijn vader uit? Doe me een mitswe!"
Baruch en ik keken hem lachend aan.
"Hebben we net gedaan," zeiden we tegelijk.
© Simon Soesan