Hij zal ongeveer mijn leeftijd zijn, Yuval. Zoon van twee sjoa-overlevenden en vroeger had hij nog een broer. Die broer was in de jaren negentig reservist. Hij kreeg een lift aangeboden naar huis en in de wagen zaten drie leden van de Hamas die hem gedurende enkele dagen op een vreselijke manier dood martelden.
Nee, dit gaat niet over wraak. Noch gaat het over wat er met deze Hamasleden later is gebeurd of hoe Israël zulke misdadigers altijd wel weet te vinden.
Yuval was kapot. Boos. Verslagen. Treurig.
Maar Yuval besloot het anders aan te pakken. Waar anderen confrontatie en wraak zoeken, zocht Yuval een verbintenis. Hij wilde weten wat hij voor de Palestijnen kon doen, en nog beter: wat hij voor de Palestijnse kinderen kon doen. Want het moet toch ergens ophouden. En dus besloot hij alles te doen wat hij maar kon om te zorgen dat de volgende generatie Palestijnse kinderen wat minder zou haten.
Het is nu vele jaren later. Yuval mist zijn broer nog steeds. Maar hij heeft een vrijwilligersnetwerk opgezet. Dit netwerk haalt Palestijnse kinderen op van de grens en brengt ze naar Israëlische ziekenhuizen voor behandeling. Een andere organisatie zorgt voor het opsporen van (vaak dodelijk) zieke Palestijnse kinderen die in Israël moeten worden behandeld. Yuval en zijn makkers halen en brengen ze.
Simpel? Mooi?
In het Israël van vandaag mag je alles zeggen. Onlangs stond hij weer in de buurt van de grens om een kind met ouders op te vangen en naar een ziekenhuis te krijgen. Het kind had kanker. Tegenstanders van zijn netwerk kwamen op hem af. Een spuugde op de grond. Hij kreeg van alles naar zijn kop geslingerd, van ‘Arabieren-liefhebber’ tot ‘verrader’. Maar toen iemand hem voor nazi uitschold werd het hem even te veel. De lezer moet begrijpen dat het gebruik van de sjoa en het gebruik van ‘nazi’ als scheldwoord niet vreemd is in Israël. Want wij mogen hier alles zeggen. Al-les!
Politieagenten die demonstranten (te?) hard aanpakken worden voor nazi uitgescholden. Ben je tegen de regering en vind je de premier een idioot? Zeg het maar. Parlementsleden hebben elkaar al op de tv voor nazi uitgemaakt. Hier. In Israël. Onze huidige premier stond zestien jaar geleden lachend te wuiven van een balkon naar een menigte die met demonstratieborden zwaaide waar een foto van Rabin als nazi op stond. In Nederland kent U “Artsen zonder grenzen”? Welkom in Israël, hier hebben we democratie zonder grenzen.
Yuval werd wit. Het schelden stopte even en de man die hem even te voren had uitgescholden voor nazi keek hem berouwvol aan. “Waar zijn we mee bezig?” vroeg Yuval zacht. “Je helpt terroristen,” mompelde de man, “en terroristen hebben mijn vrouw vermoord.”
Yuval keek de man verslagen aan. “En terroristen hebben mijn broer vermoord,” zei hij zacht, “en dit zijn geen terroristen. En als je ze maar blijft haten en als we elkaar maar blijven vermoorden, wat voor een toekomst is hier dan?”
“Moet je hen daar vragen,” zei de man en wuifde naar Gaza.
“Heb ik gedaan,” zei Yuval. “En ze zeiden dat hun kinderen en onze kinderen de toekomst zijn. En ik wil geloven dat, wanneer ik een kind help dat zo ziek is, dat kind dan iets anders ziet van ons dan oorlog en haat.”
De man keek Yuval aan. Haalde zijn schouders op en liep weg.
116 Mannen en vrouwen werken met Yuval samen. Hij woont in de buurt van Haifa maar heeft het allemaal mooi georganiseerd: zodra er wordt gebeld is er altijd wel iemand die met de auto naar de grens rijdt en het kind met ouders ophaalt. Weer een andere organisatie zorgt voor de begeleiding en slaapplaatsen.
“Mijn ouders hebben Auschwitz overleefd. Dat op zich is al een wonder,” vertelt Yuval. “Maar behalve dat te herdenken, wat heel belangrijk is, moeten we ook iets doen met wat al dat geweld ons leert. Haten is zo gemakkelijk, maar het laat zo'n leeg gevoel achter. Het werkt gewoon niet. En daarom doe ik dit. Ze kunnen me ‘Gekke Yuval’ noemen, maar als ik iets geleerd heb van de sjoa en van de moord op mijn broer, is dat het toch ergens moet eindigen. En wat mij betreft eindigt het hier.”
Helaas is ‘het’ nog niet voorbij. Er wordt nog steeds gescholden, Hamas vuurt nog steeds raketten op ons af en wij schieten dan weer even hard terug. Ergens in Teheran zit een dolle tuinkabouter met atoomwapens te spelen, die hij dankzij Duitsland, Frankrijk, Rusland, Korea en Nederland in elkaar heeft kunnen knutselen. Hij droomt ervan om ons land van de wereldkaart te vegen. ‘Kanker’ noemt hij ons en alle Europese diplomaten staan in de rij om zijn handje te schudden en om hem te vragen of er anders nog iets was.
Ondertussen gaat Yuval met zijn netwerk achter de echte kankerpatiëntjes aan en zelfs het feit dat ze Palestijns zijn doet er niet meer toe voor hem.
Misschien is Yuval zo gek nog niet?
© Simon Soesan