Jawel! Ook dit gebeurt in ons Joodse landje: Club 504 viert zestig! Het overgrote deel van onze bevolking, zeker 98% zal nooit lid kunnen worden van Club 504. Club 504 is exclusief, u kunt er niet ongezien in glippen, noch kunt u doen alsof u lid bent. Bijna niemand komt er bij. Tenzij u in Ra’anana woont en elke ochtend om half negen lijn 504 van Egged naar Tel Aviv neemt. Club 504 bestaat echt en de leden zijn de vaste reizigers op deze buslijn. Tijdens de rit hebben de meesten een vaste plaats en worden diverse onderwerpen via een afgesproken agenda besproken. Tweemaal per week geeft rabbijn Altschuler, ook een vaste klant op de lijn en lid van de club, Tora-les, die door alle leden/reizigers zeer wordt geapprecieerd. Altschuler krijgt dan van Eli, de vaste chauffeur van 504, de microfoon en vol pathos geeft hij een les die iedereen, vroom en niet vroom, aanspreekt. Er worden liedjes gezongen, moppen getapt en het nieuws wordt doorgenomen. Boeken worden besproken en soms worden ze ter plekke aan elkaar uitgeleend. Opvoedingsproblemen, problemen met partners en soms wel eens meer dan dat: alles wordt door de club besproken. Eli, de chauffeur, neemt sandwiches mee voor diegene die te laat uit huis is gerend en ook heeft hij een thermosfles met koffie bij zich. “Sommigen zijn zo moe, nou dan geef ik ze een bakkie leut”, zegt Eli.
Club 504 is een fenomeen in ons land en met trots zeg ik dat dit echt alleen in Israël kan gebeuren. Er is een acceptatiecommissie, die beslist wie lid kan worden. Want alleen maar meerijden is niet genoeg. Verjaardagen worden gevierd en zo ook deze keer, want Eli de chauffeur was zestig geworden.
Uiteraard hadden de clubleden besloten dit niet ongemerkt voorbij te laten gaan. En zo begon Eli, op zijn verjaardag, zijn dagelijkse route. Op de eerste bushalte hadden alle leden ballonnen bij zich. De volgende bushalte bracht leden met feestmutsen en slingers. Op de bushaltes daarna kwamen de cadeautjes en ook kwam er taart met een kaars erop. Bij een van de langere stoplichten werden gedichten voorgelezen en bij een ander stoplicht werden liedjes gezongen. Want Eli was zestig. Nogmaals: alleen in Israël zult u een bus vinden waar alle vaste reizigers lid zijn van hùn bus-club en die zingend en taart-etend de verjaardag van ‘hun’ buschauffeur vieren.
In de file op de Ayalon-snelweg in Tel Aviv nam Francis, een olah chadasja uit Amerika, de microfoon en onder begeleiding van Igor, een HiTech-employé uit Rusland die accordeon speelt, zong ze haar zelfgeschreven lied: Lucky me, I love you too. Het refrein werd door iedereen meteen meegezongen. Toen ze het liedje later tijdens een radio-interview zong, werd haar meteen aangeboden een opname te maken. Francis is orthodox en heeft geweigerd: het liedje was sowieso alleen voor Eli! Het hoogtepunt was op het kruipunt van het Groene Dorp, nabij Tel Aviv, waar de stoplichten wel vijf minuten duren. Met veel gejoel kwam er een taart naar voren met een brandend kaarsje, dat door Eli werd uitgeblazen. Men had het idee om eenenzestig kaarsjes neer te zetten maar achterwege gelaten, daar er gewoon geen tijd is tijdens de rit om zoveel kaarsjes uit te blazen.
Enkele van de cadeautjes werden uitgepakt: een pet met een vizier tegen de zon, zonnebrandolie voor Eli’s linkerarm die, geheel volgens Israëlische traditie, vaak uit het raam hangt. Er was een handventilatortje en ook kussentjes voor zijn rug. Eli was een beetje beduusd, maar de clubleden stopten nergens mee en het feest ging door. Hij kreeg een pantalon met elastische tailleband, om zijn buikje vrij te laten. Eli was erg onder de indruk van een speciaal potje met magneet, waar hij zijn stukjes uitgekauwde zonnebloempit in kon gooien, in plaats van op de vloer. Met verbazing en soms met jaloezie keken reizigers uit andere bussen en automobilisten naar de 504, waar het gejoel en gezang duidelijk te horen was. Ook Altschuler was van de partij. Hij gaf Eli een mooi boek van Isaac Bashevis Singer, de Nobelprijswinnaar die alleen in het Jiddisj schreef. Ook Altschuler nam deel aan de broches voor Eli. “Wij zijn dagelijks in jouw handen”, was een van zijn opmerkingen.
Het feest voor Eli was niets vergeleken met wat Club 504 op Poerim deed. Waar in de wereld vindt u een autobus, bestuurd door een heuse gorilla, waar nonnen, monniken, Chinezen en nog allerlei types allemaal zitten en staan te dansen en zingen? Toen de bus op het centraal station in Tel Aviv aankwam, stonden de reizigers daar met open monden en grote ogen te kijken naar wat er uit de bus kwam en namen ze met twijfel en dank Hamans-oren aan, die de clubleden uitdeelden.
Maar nog even terug naar Eli’s verjaardag. Want Club 504 is door en door grondig. Aangekomen op het busstation van Tel Aviv was Eli verbaasd en ontroerd toen hij zijn familie en collega’s op hem zag wachten. Iedereen zong Lang zal hij leven en zijn kleinkinderen brachten hem bloemen. Eli, altijd klaar met een snel antwoord, was sprakeloos. “Hoe wisten jullie dit? Wie heeft dit georganiseerd?” vroeg hij geheel overbodig. Het antwoord was duidelijk: Club 504 had het weer klaargespeeld. En terwijl Eli nog meer cadeaus in ontvangst nam, veranderden de leden van Club 504 in hardwerkende Israëli's die zich naar hun werk haastten.
Club 504 komt vijf dagen per week bijeen. Elke ochtend, half negen, lijn 504. We kunnen allemaal alleen maar dromen om bij zo’n club te horen.
© Simon Soesan