Als je 12 bent en in Jenin woont, heb je niet bepaald leuke herinneringen aan je jeugd: de stad staat bekend als centrum van islamitisch terrorisme en heeft heel wat te verduren gehad van het Israëlische leger, dat bepaalde gedeelten van de stad met bulldozers gewoon plat heeft gereden in zijn jacht op terroristen.
Aan het einde van het islamitische Ramadanfeest, waar een maand lang van zonsopgang tot zonsondergang wordt gevast, komt het Suikerfeest, Id-el Fitr. De kinderen gaan dan de straten op met klapperpistolen en hebben reuzenlol. Dit weet u nu dan. Helaas was het dit jaar niet medegedeeld aan de soldaten van het Israëlische leger.
En zo, aan het einde van de laatste week, was er weer een klopjacht in Jenin op terroristen. Echter deze klopjacht eindigde in een vuurgevecht in de straten van Jenin, waar ook Achmed op straat was om zijn nieuwe namaakgeweer aan zijn vrienden te laten zien.
Daar het Israëlische leger nu wettelijk verplicht is al zijn acties te filmen, is het tragische moment zeer duidelijk te zien: van diverse kanten wordt op de soldaten geschoten en opeens komt daar van een hoek een geweer bij. Het namaakgeweer van de kleine Achmed is net zo groot als een echt geweer en de soldaat die het geweer de hoek om zag komen, twijfelde dan ook geen moment en schoot direct op de vermeende schutter, die dodelijk geraakt raakte.
Vele verhalen zijn geschreven over de tragische en vaak onnodige slachtoffers van oorlogen. In statistieken is Achmed weer een zielig slachtoffer van geweld.
Maar dit is niet het einde van dit tragisch verhaal.
Toen in het ziekenhuis in onze stad Haifa bekend werd dat Achmed aan zijn verwonding was overleden, deelde zijn vader Ismail mede dat hij de organen van zijn zoon wil doneren aan andere zieke kinderen. "Zodat andere kinderen vrij kunnen spelen," voegde zijn moeder er aan toe.
Samach Raid uit Pke'in, een meisje van 12, kreeg zijn hart. Een baby van zes maanden oud kreeg een deel van zijn lever. Een vrouw van in de zestig kreeg een ander deel van zijn lever. Zijn longen gingen naar een meisje van veertien dat aan Cystic Fibrosis lijdt. Zijn nieren gingen naar een jongetje van vier en een meisje van zes.
Moslims, Christenen en Joden kregen hun leven terug dankzij de ouders van Achmed Ismail Chatib, die niet over politiek willen praten, maar iets voor het leven willen doen. De premier van Israël haastte zich en nodigde de ouders van Achmed uit. "Als het aan de vrede bijdraagt, dan graag, anders blijven we liever thuis, we zijn in de rouw," zei Ismail Chatib droevig.
De media in de hele wereld vermeldden deze nobele daad. Wat men niet vermeldde is dat wij in Israël bijna elke maand dit meemaken. Familie van mensen die verongelukt zijn doneren de lichaamsdelen van hun dierbaren voor zieken. En niemand heeft er nog ooit een punt van gemaakt naar wie de lichaamsdelen mogen gaan.
Uiteraard zijn er amper woorden om de ouders van Achmed te loven: de omstandigheden van de dood van hun zoontje zijn niet alleen tragisch, maar het maakt je ook woedend over de onzin van het geweld in onze regio.
Zoals elk jaar met Ramadan, ben ik met vrienden naar het dorpje Rahme gegaan, waar elke avond feestelijk wordt aangebeten. De sfeer was bedompt en er werd niet veel gepraat op het dorpsplein waar iedereen zat te eten.
De imam kwam naar ons toe om ons welkom te heten en vroeg me over de daad van de familie Chatib. Daar moest ik even over denken.
"De tragische omstandigheden van Achmed's dood zijn niet weg te denken," zei ik. "Maar de daad zelf is niets nieuws. Als wij in onze dood iemand die ziek is beter kunnen maken, waar is de vraag dan eigenlijk?" vroeg ik hem. "De vraag die we ons moeten stellen is: hoe en wanneer houdt het op?"
De imam, op zijn beurt, dacht lang na en het werd nu heel stil om ons heen. Hij schudde zijn hoofd. "Ik kan het je niet zeggen," zei hij serieus. "We horen over meer en meer geweld in de wereld, waar mensen die zich Moslim noemen bij betrokken zijn en ik moet je zeggen, ik herken mezelf, als Moslim, niet in hun verklaringen. Hier, in dit kleine stukje land dat zo heilig is voor zoveel mensen, hier schijnt iets te veranderen, maar wat het nu gaat worden, ik weet het niet. Wel moet ik denken aan een antwoord van Albert Einstein op de vraag wat de wapens van de Derde Wereldoorlog zullen zijn. Hij zei: 'Ik weet niet met wat voor wapens de Derde Wereldoorlog zal worden gevochten. Maar ik kan u met zekerheid zeggen dat de Vierde Wereldoorlog met knuppels zal worden gevochten.'"
Het was stil om ons heen en de Imam keek me lang aan.
"En toch," zei hij, "toch heeft die kleine Achmed Chatib iets achtergelaten: we kunnen boven onszelf uitstijgen, boven het geweld uitkomen en humaan blijven."
Ik knikte in instemming.
De imam omhelsde me traditioneel als afscheid. Wat later, onderweg naar Haifa, dacht ik aan de kleine Achmed Chatib, die door een tragische fout doorleeft in zes lichamen. Het verkeersbord zei wat de richting van Haifa was, maar ik blijf het gevoel hebben dat we hier toch in de richting van vrede gaan.
© Simon Soesan