Achtenveertig weesjes hebben we gevonden. Dat was niet eenvoudig, want in Gaza, geleid door een internationaal erkende en, zoals in mijn vorige column beschreven uiterst wrede, terroristenorganisatie, is het leven niet makkelijk, zeker niet na de recente gevechten. Maar samen met de gemeente Haifa, kibboets Sasa en een Moslim-Joodse organisatie was het ons gelukt om in Gaza 48 weeskinderen op te sporen, allemaal in de leeftijd van 8 tot 15 jaar.
Omdat wij ons graag bezighouden met de toekomst, wilden wij deze, door het recente geweld getraumatiseerde kinderen laten zien dat wij in Israël wel degelijk een verschil zien tussen terroristen en gewone burgers. Er werden diverse activiteiten geplanned: naar de dierentuin in Haifa, naar de haven en een rondvaart door de haven, een paar dagen naar de kibboets, een dagje naar het Nationaal Museum voor Wetenschappen in Haifa, op bezoek bij gezinnen in de stad, naar de film, lekker eten en vooral plezier hebben. Zoveel als maar kan.
De burgemeester was er uiteraard helemaal klaar voor. Ook de minister van Sociale Zaken was er meteen bij. Diverse organisaties hielpen om het geld bij elkaar te krijgen en toen was alles klaar. Precies op de dag dat deze kinderen de Kissufiem-grensovergang tussen Gaza en Israël zouden overgaan, besloot Hamas even te laten zien hoe zij over de situatie dacht en werd er een Israëlische patrouillejeep opgeblazen. Een soldaat kwam om, drie anderen waren zwaargewond. De familie van de omgekomen soldaat, een Moslim, verzocht het leger om de naam van hun dierbare niet bekend te maken, aangezien diverse radicale Moslimgroeperingen hadden aangekondigd dat iedere Moslim die in het Israëlische leger wil dienen, zichzelf en zijn familie daarmee ter dood veroordeelt.
Maar terug naar de 48 wezen, die klaar stonden om de grens over te gaan. De grens werd namelijk meteen na de ontploffing gesloten. Omdat er geen infrastructuur bestaat in Gaza en er ook geen normaal functionerende overheid is, was er eigenlijk niemand om te beslissen wat ze met de kinderen moesten doen. Hamas zag ze niet graag gaan, omdat ze nooit genoeg menselijke schilden hebben, en de Israëli’s hadden de grens weer gesloten. Maar wij laten ons niet kennen: een dag na het einde van het geweld heeft het Israëlische Magen David Adom, het equivalent van het Rode Kruis, (hoewel het Rode Kruis deze organisatie niet erkent zolang het een rode Davidster heeft en geen rode ruit) een veldhospitaal opgericht nabij de grensovergang met Gaza, om zo gehoor te geven aan de vraag om hulp vanwege het tekort aan medische hulp in Gaza. Helaas liet Hamas niet toe dat mensen daar naartoe gingen om geholpen te worden. Het was veel beter voor die mensen om ziek te blijven of zelfs te sterven, dan van Israëli’s hulp aan te nemen. Met behulp van hun wapens was het niet zo moeilijk om de Palestijnse bevolking in Gaza ervan te overtuigen om maar niet naar die grensovergang te gaan. Dus stond dat veldhospitaal leeg.
Tegen de avond, in het donker, zijn die kinderen de grens over gesmokkeld. In het geheim, want Hamas-sluipschutters schieten op alles en iedereen wat hen niet zint, niet alleen op Joden. In het veldziekenhuis wachtte de kinderen een warme maaltijd, een douche en kleding. Daarna gingen ze de bus in om voor een week even te vergeten dat de wereld er niet uitziet zoals Hamas het hen voorspiegelt. En misschien, héél misschien, kunnen ze na een weekje begrijpen dat zij onze hoop voor de toekomst zijn.
© Simon Soesan