Ik kan het niet meer aan. Het is me allemaal te veel geworden. Weet u nog hoe het vroeger ging? Vlak voor Rosj Hasjana had je al die stalletjes in de straten van Israël. Daar kocht je je Rosj Hasana-kaartjes. Met tekeningen erop, foto’s erop, glittertjes en weiss-ich-viel. De PTT verklaarde elk jaar dat er een nieuw record was gebroken in de hoeveelheid kaartjes die men aan elkaar verzond. Al die kaartjes hingen dan wekenlang ergens aan de muur of aan de ijskast. Tientallen. En dat was het. Chag same’ach.
De laatste weken hebben me heimwee bezorgd. Tegenwoordig stuurt men geen wenskaarten meer per post. Er zijn betere manieren. Zegt men. Modernere manieren. Zegt men. Sneller. Zegt men. Goedkoper. Zegt men.
Het begon met een e-mailtje van een vriend. Er zat een presentatie bij. De presentatie “woog” iets van 10 MegaByte, wat mijn elektronisch postvak bijna uit balans haalde. Toen ik de presentatie opende in mijn computer, kreeg ik tientallen foto’s van allerlei beestjes met op elke foto een diepzinnige zin (“dat je rust zult vinden, dat je je vleugels uit kunt slaan...”). Daar bovenop was er een waarschuwing op de laatste pagina dat, als ik deze presentatie niet snel naar 100 vrienden zou sturen, ik dood en verderf over mijn gezin zou brengen. En daarna was er een wens voor prettige feestdagen.
Daar ik mijn vrienden denk te kennen, stuurde ik deze presentatie snel door. Sindsdien praten deze vrienden niet meer met me. Ze nemen mijn telefoonoproepen niet op en ik krijg geen antwoord meer van ze.
Niet lang daarna kwam er meer mail: weer de allerbeste wensen, wijze woorden van de Dalai Lama, geheime profetieën van John Lennon en zelfs opwekkende gedachten van Nietsche. In enkele dagen tijd ontving ik tientallen beste wensen, vol met presentaties en foto’s. En toen kwamen de wenskaarten. Ik kreeg mail met een link. En dat is echt linke boel: je klikt erop en gaat naar een website waar een kaart op je wacht. Als je geluk hebt. Met wat minder geluk krijg je een filmpje met muziek waaruit moet blijken dat de zender je aardig vindt en dat men een gevoel voor humor heeft.
Zoals de lezer weet, heb ik geen gevoel voor humor.
De vijand is slim en ging verder. Ik begon sms-jes te krijgen met de beste wensen. Dag en nacht piepte mijn mobieltje de beste wensen uit. Slimmere pieten stuurden een MMS, dat is een SMS maar dan grafisch, waardoor ik weer fanfaremuziek en tekenfilms kreeg, allemaal met de beste bedoelingen.
In totaal zal ik honderden van die dingen hebben gekregen.
Ik heb mijn mobieltje uitgezet voor de feestdagen. Ik ben niet te bereiken. Ook e-mail zal u niet helpen: ik kan mijn postvak niet open krijgen want dat schijnt gecrashed te zijn vanwege te veel en te zware mail. Ik stuur niets, ik schrijf niets, bel niet en sms niets. U kunt het allemaal bekijken. Op het internet, maar niet bij mij.
En uiteraard wens ook ik u het allerbeste.
© Simon Soesan