Er komen gemeenteverkiezingen in Israël. En dat is feest, want de kandidaten laten zich onderverdelen in een paar interessante groepen: de idealisten die echt alles beter willen maken, de oudere garde, die in haar stoel vastgeplakt zit, de zakenlui die ‘hun mannetje’ ergens willen hebben en uiteraard de rabbijnen die ons beloven dat we naar de hel gaan als we niet voor hun pionnetje stemmen.
Ook in Haifa hebben we een heerlijk drama: onze huidige burgervader (om eerlijk te zijn: de man was vele jaren terug mijn advocaat – tot ik ontdekte dat hij gebakken lucht verkocht) wordt na twaalf jaar nog amper gelucht. Letterlijk, want hij beloofde de petrochemische industrie uit de buurt van Haifa weg te halen, maar bleek beste vriendjes met de eigenaren te zijn en onze lucht blijft erg vervuild. Vier jaar geleden werd hij automatisch herkozen omdat er geen goede kandidaten waren, maar dit jaar hebben we een koploper die alle anderen ver achter zich laat. Ze is bijzonder populair en wint stemmen alsof het niets is.
Uiteraard kan onze huidige burgemeester dit niet hebben en de man haalt alle grappen en grollen uit om haar tegen te houden. Van het kapot laten snijden van haar posters tot het in brand laten steken van haar supporterslokalen – bijna elke dag een ander schandaaltje, waarvoor de burgemeester met onschuldige ogen alle medeplichtigheid ontkent.
Nu schijnt iemand er achter te zijn gekomen dat die koploopster zich technisch niet helemaal op de juiste wijze heeft aangemeld en kreeg de rechtbank daar anoniem melding van. Ze werd meteen gediskwalificeerd. Waarna de burgers van onze stad in opstand kwamen en herziening eisten. Kortom: het Haifa Volkstheater op zijn best.
Tegelijkertijd kwam er een meisje uit Amerika om aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem te gaan studeren. Dat ze haar achternaam had gewijzigd in Alqasem, naar de raketten die we in het zuiden bijna dagelijks van Iran, via Hamas, op onze koppen krijgen, was niet al te snugger, want ze was al voor de landing in Tel Aviv opgevallen en werd direct nagetrokken. Bij de paspoortcontrole kon ze de wijziging van haar achternaam niet goed verklaren en ook het feit dat ze veel BDS-activiteiten ondersteunde (vaak actief deel nam), kon ze niet zo goed uitleggen. Ze weigerde te worden teruggestuurd naar het land van de heldhaftigen en vrijen, dus kon ze de bak in op Ben Gurion International Airport. Daar begon ze met procederen en toen de rechtbank in Tel Aviv oordeelde dat ze inderdaad niets in Israël te zoeken heeft, ging ze in hoger beroep. Het Hooggerechtshof in Jeruzalem verklaarde de beweegredenen van de staat goed te kunnen begrijpen en de staat in het gelijk te stellen, maar daar de advocaten voor de staat hadden verzuimd een verband aan te tonen tussen deze jongedame en BDS, had het hof geen keus en moest het de staat opdracht geven Alqasem vrij te laten, die nu dus wel in Jeruzalem kan gaan studeren.
Velen van ons spreken schande van de uitspraak van het hof. Ikzelf kan alleen maar hopen dat Alqasem misschien een dagje gaat toeren in het zuiden en haar familie, een paar Kassam raketten, mag tegenkomen.
Op de achtergrond speelt de waarschijnlijke moord op een Saoedische journalist in het Saoedische consulaat in Istanboel. Deze meneer schreef enkele jaren geleden een loflied op Bin Laden. U weet wel: de man die zei dat het goed was om te sterven voor de islam, maar het sterven aan anderen overliet en een paar vliegtuigen vol passagiers in het New Yorkse WTC liet rammen, ook het Pentagon niet vergat, terwijl passagiers in een vierde vliegtuig, ook op weg naar een gebouw, dat wisten te verijdelen – met tragische afloop. Terug naar meneer Khashoggi, die ook het gedachtegoed van de Moslimbroederschap aanhing – een van de meest extremistische clubs in de wereld van de aanbidders van Mohammed (u weet wel, de man die een aantal vrouwen trouwde, onder wie een Joodse vrouw en een meisje van negen jaar oud, maar noem hem geen pedofiel!), die hele islamitische wereld met geweld willen overnemen. Niet dat deze man een bizarre of gewelddadige dood verdiende. Maar de man was geen Sneeuwwitje.
Terug in ons landje wacht iedereen op de Grote Verkiezingen. Onze premier, die moeite heeft te begrijpen dat hij niet echt de koning van Israël is, speelt met arrogantie de zelfverzekerde Grand Old Man van de Israëlische politiek en veegt de vloer aan met elke politicus die hem iets wil vragen. En als een politicus in zijn eigen Likoed-partij iets te populair wordt, dan weet deze zich plotseling beschuldigd van seksuele intimidatie of komt er een artikel in de krant over zijn/haar incompetentie, wat altijd voer is voor het Israëlische publiek, hongerig als het is naar een mals schandaal.
Hoe dit allemaal met elkaar verband houdt? In Israël kunnen we knettergek zijn met religieuzen die te religieus zijn, atheïsten die te atheïstisch zijn, links en rechts die te links of rechts zijn. We kunnen zelfs schreeuwend discussiëren wie een betere Jood is en wie niet. Maar zelfs de grootste critici kunnen onze consulaten binnenlopen en weten dat ze ook weer naar buiten komen. Sommigen om hun koffers te pakken en naar huis te gaan, anderen om lekker thuis te blijven.
We zijn namelijk geen Khashoggi – we zijn Meshoggi!