Het is weliswaar nog geen Poerim, maar toen het nog niet regende, leek het voor het eerst dit jaar heel even een beetje lente, dus toch maar een stukje over Estherrollen. De Italiaanse geleerde Moses ben Abraham Provenzali (1503–1575) was rabbijn in Mantua en geldt als een van de grootste Joodse geleerden van de Renaissance. In het Italië van de zestiende eeuw stonden, net als bijna altijd en bijna overal in de Joodse geschiedenis overigens, vragen aan en antwoorden van rabbijnen aan de basis van de ontwikkeling van de Halacha, de joodse wet. Een responsum van Provenzali gaat in op de vraag of er in de synagoge gelezen mag worden van een gedrukte Estherrol. Het wordt besproken in een artikel van de Amerikaanse geleerde Vivian Mann en Daniel D. Chazin, getiteld ‘Printing, Patronage and prayer: art-historical issues in three Responsa’, dat verschenen is in de eerste aflevering van het tijdschrift Images uit 2007. De vraag was ingegeven door het feit dat de beroemde en zeer geleerde drukker Joseph Ottolenghi uit Riva di Trento zestien van die gedrukte rollen had vervaardigd. De vragensteller ging er vanuit dat zo’n gerenommeerde geleerde andere Joden er niet toe zou aanzetten de wet te overtreden, hoewel hij ook opmerkt dat Ottolenghi alleen maar zei dat hij weliswaar geen reden kon verzinnen waarom het niet zou mogen, maar dat hij desalniettemin niet van een gedrukte rol zou laten lezen in de synagogedienst. Hij rept trouwens niet over de geschiktheid van gedrukte rollen voor privégebruik. De vraag werd gesteld in het licht van de wet dat de heilige teksten die in de synagoge gebruikt worden volgens strenge voorschriften met de hand moeten worden geschreven.
[De zeer elegante Engelse vertalingen zijn overgenomen uit bovengenoemd artikel.]
When Rabbi Joseph Ottolenghi was visiting this land, he told me that he printed sixteen megillot on parchment prepared for this purpose. When I expressed my surprise, he told me that he does not allow anyone to fulfill his obligation by reading from them, although he would find it very difficult [to discover] a reason for invalidating [the scrolls]. It would seem, from his words, that the invalidity [of a printed Book of Esther] is not that clear. He adduced proof from the law that one who writes three letters simultaneously on the Sabbath [commits the prohibited act of writing], and analogized this law to the printing process. We have been taught that a megillah must be written with ink on a scroll [sefer] that is composed of separate sheets with scored lines. Jacob ben Asher wrote ... that since the term “sefer” is used [for the Book of Esther], all the laws applicable to a Torah scroll (Sefer Torah) are also applicable to [a megillah], with certain specific exceptions ... I believe that many people will be misled by [Ottolenghi]. They will say that if this great sage printed them, one who reads from them certainly fulfills his obligation, as he would not provide others with an object unfit for ritual use. Please instruct me.
Provenzali heeft een aantal argumenten. De vergelijking met de wet over drie letters kan worden verworpen. Met gelijktijdig wordt hier niet ‘in één tijd’ bedoeld (zoals dat in het Vlaams zo mooi heet), maar, wat in het Noord-Nederlands zo mooi heet, in één ruk, dus achter elkaar. De vergelijking met drukken gaat dus mank, want daar is sprake van een heleboel letters die tegelijk worden gedrukt. Het ontbreken van liniëring is evenmin een probleem, want dat dient alleen maar om de regels goed te kunnen lezen en dat gaat bij drukken vanzelf. Maar er is wel een ander argument.
I do perceive another problem [in using printed scrolls]. This problem is not integral to the printing process, but often occurs: most or all of the laborers are not Jewish. In particular, the one who operates the press (tiradoro in Italian) [is generally a non-Jew]. And we have a principle that [sacred] books and scrolls written by non-Jews or non-believers are unfit for ritual use. The problem can be avoided, however, if the entire printing process is performed by Jews.
Hij heeft nog een reden waarom een gedrukte rol niet gebruikt mag worden. Bij het drukken wordt een letter in het papier of perkament gedrukt en die indruk vult zich met inkt. Daardoor wordt er geen inspanning verricht om de vorm van de letters zelf te produceren, zogezegd, en daardoor kan druk niet met handschrift vergeleken worden. Het lijkt haarkloverij, en dat is het misschien ook wel, maar het laat wel zien met welk type vragen men zich geconfronteerd zag bij de introductie van een nieuwe reproductietechniek. In dat licht bezien is de hedendaagse prominentie van digitale tekst en de halachische discussie over de aanvaardbaarheid daarvan, eigenlijk gewoon een herhaling van zetten.
Voor wie dat leuk vindt, hieronder nog de Engelse vertaling van het laatste argument, met een vrij complexe onderbouwing.
Still, the printed scrolls are not acceptable for a more compelling reason ... because the writing of a scroll is similar to the process of [writing a] divorce decree, whose text must be written by a scribe. [In the Talmud,] the writ of divorce is contrasted with a coin whose die is engraved. [In minting], a tool is used to gather and draw the metal on a plate or sheet [of metal]. In the process, the interior of the letters are removed and the area around them is raised, so that only the letters are sunken ... This type of engraving is forbidden [for a sacred text] because no work is done on the body of the letters. The same is true of the High Priest’s breastplate (tzitz), which the Talmud describes as like a coin, but not like a coin, i.e. the letters project like those of a coin, but it was not made the way a coin is. The letters on the breastplate were hit on the interior creating relief on the exterior [repoussé], and because of this technique are considered writing because the bodies of the letters were formed ... This is not the case with coins, which are made by hitting the die of the obverse (conio in Italian) and then hitting the die of the reverse (filleta in Italian). The metal of the coin - whether gold or silver or copper - should be inside the cavity of the mold ... There remains an impression of the form and the letters in relief ... on both sides. The essence of the work is in pounding and hitting the die with a hammer with the same strength both on the obverse and the reverse so that both halves are equal, but there is no work done to the letters themselves. The engraving done for printing is similar. He who wields the tool, pushes and pulls the paper or vellum (which is soft because of its dampness, since it is wetted during the printing process) forcing it into the recesses of the engraved [letters] on the plate and absorbs the ink, forming letters on the paper or parchment ... But nothing is done to form the body of the letters and, therefore, we do not [fulfill our religious obligation by reading printed scrolls of Esther] If, however, the letters had been printed by letters raised [on the metal plate], then printed Scrolls would be permissible, since an artisan would have created the raised letters ...