Kort voor Pesach schreef ik hier dat het in een bibliothecarissenleven eigenlijk altijd een beetje Pesach is. Dat schreef ik mede naar aanleiding van een bijzondere tentoonstelling van Hebreeuwse boeken die ik thans voorbereid, een tentoonstelling uit de collectie van de Zwitserse privéverzamelaar René Braginsky, die vanaf 16 oktober 2009 tot 18 januari 2010 te zien zal zijn in de tentoonstellingsruimtes van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. De voorbereidingen voor de catalogus zijn in volle gang en deze week heb ik onder meer mogen werken aan een van de beroemdste Haggadot, de Haggadah die in 1560 in het hertogdom Mantua werd gedrukt.
De Haggadah is gedrukt door de sjammasj van een privé-synagoge in Mantua, Isaac ben Samuel Bassan, maar hij maakte gebruik van de drukpers van een met name genoemde christen, Giacomo Rufinelli. De Rufinelli’s waren belangrijke drukkers in Mantua. De Haggadah is geïnspireerd op een eerder gedrukte, zo mogelijk nog beroemdere Haggadah, die van Praag uit 1526, die ook in de tentoonstelling in Amsterdam te zien zal zijn. Beide Haggadot, die van Praag en die van Mantua, bevinden zich overigens niet in Nederlandse collecties. De Haggadah van Praag was echter vooral een product van zijn omgeving, statig, bijna Gothisch van karakter, terwijl de Haggadah van Mantua nadrukkelijk Italiaans van karakter is. Om bijna iedere bladzijde is een in Renaissancistische stijl uitgevoerde rand aangebracht met architectonische elementen, wisselende bloemmotieven, en putti, engelen, die muziekinstrumenten bespelen. Ook hebben Bassan en zijn kompanen nieuwe illustraties laten maken, houtsneden, die opvallen door hun originaliteit en zeggingskracht en die in de volgende eeuwen met grote regelmaat zouden worden gekopieerd in andere Haggadot.
Hoewel elk van de afbeeldingen een eigen column zou verdienen - zo is de afbeelding van de wijze onder de vier zonen rechtstreeks ontleend aan Michelangelo’s afbeelding van de profeet Jeremiah in zijn fresco’s in de Sixtijnse Kapel - spreekt één afbeelding het meest tot de verbeelding en wel die bij de tekst “Sjefoch chamatcha al hagojiem,” stort uw woede uit over de volkeren, afkomstig uit Psalm 79:6. We zien een huis waar de deur al geopend is om de profeet Elijah binnen te laten als hij de komst van de Messias komt aankondigen, maar ook de Messias zelf, op een ezel, en de profeet die met een ramshoorn de komst van zijn metgezel aankondigt. De krijger met speer en schild die boven de afbeelding staat, is waarschijnlijk een verbeelding van de vijandige volkeren waarnaar in het vers verwezen wordt.
Dit type afbeeldingen komt al voor in manuscripten uit de vijftiende eeuw, dus het is geen origineel ontwerp van de anonieme kunstenaar van de Haggadah van Mantua. Maar dat deze afbeelding, met zijn verwijzing naar de Messiaanse eindtijd waarin de Joden bevrijd zullen zijn van de haat van de andere volkeren, juist in deze tijd in een gedrukte Haggadah wordt opgenomen, is geen toeval. In 1553 verbood de Paus het drukken van de Talmoed, Joodse boeken werden aan strenge censuur onderworpen en de politieke situatie van de Joodse gemeenschap in Italië verslechterde snel. Dit leidde tot een grotere belangstelling voor mystiek, als hoopgevende bron van inspiratie, en dus ook tot de keuze om een afbeelding die verwijst naar de bevrijding ten tijde van de komst van de Messias een zo prominente plaats te geven in een gedrukte Haggadah.