Een aantal columns terug heb ik al eens geschreven over de voorliefde van Joodse en niet-Joodse bibliofielen voor miniatuurboekjes. Er is echter nog een bibliofiele gekte die ik de lezer niet wil onthouden, en wel die van het drukken op gekleurd papier. Die gewoonte gaat terug op een aantal van de vroegste drukkers van niet-Joodse boeken in Italië, in het bijzonder Aldus Manutius (1449–1515) uit Venetië, die gedrukt heeft vanaf 1495. Het ontstaan van deze bibliofiele mode valt samen met het populair worden van indigo als blauwe kleurstof, wat verklaart waarom de meeste boeken op blauw papier gedrukt werden. Blauw was tot dan een vrij zeldzame kleur, die vooral gebruikt werd om adel, koningschap en dergelijke mee te symboliseren, maar de nieuwe kleurstof indigo maakte het mogelijk textiel en papier, in die tijd immers een product van textiel (lompen), op grotere schaal blauw te kleuren. Het drukken op gekleurd papier is verwant aan een andere bibliofiele gewoonte om niet op papier maar op het duurdere, en duurzamere, perkament te drukken.
Het gebruik van blauw papier of papier met andere kleuren bij de productie van gedrukte Hebreeuwse boeken heeft eigenlijk een viertal pieken gekend. De eerste piek lag in de zestiende eeuw, toen een aantal Joodse drukkers, vaak in opdracht van vermogende bibliofielen, delen van een editie op blauw papier drukten, ongetwijfeld in navolging van de al genoemde Aldus Manutius. Daarbij moet worden opgemerkt dat dat blauwe papier vaak behoorlijk blauw was, en dat daarom de zwarte inkt vaak zeer slecht te lezen was. Blijkbaar was de luxueuze uitstraling van het papier belangrijker dan de inhoud!
Een volgende piek in de productie van boeken op gekleurd, en meestal weer blauw papier, ontstond onder de Portugese Joden van Amsterdam. Zij lieten vooral gebedenboeken vaak drukken op gekleurd papier, waarbij ze zich waarschijnlijk niet alleen lieten inspireren door de eerdere Hebreeuwse drukken uit Italië, maar ook door niet-Joodse boeken die in Amsterdam op gekleurd papier, en soms zelfs met gekleurde inkt, werden gedrukt.
De Amsterdamse gewoonte werd weer overgenomen in Zuidduitse drukkersplaatsen als Sulzbach en Fürth. Een van de belangrijkste opdrachtgevers voor die boeken was de opperrabbijn van Bohemen, David Oppenheim (1664–1736). In de Bodleian Library in Oxford, waar de collectie van deze misschien wel grootste Joodse bibliofiel nu bewaard wordt, heb ik boeken gezien die in Sulzbach gedrukt zijn op grijs, rood, blauw en groen papier, zonder twijfel in opdracht van Oppenheim.
Een laatste piek in de productie van boeken gedrukt op 'blauwig' papier vond plaats in Oost-Europa, in het bijzonder in Polen en de Oekraïne, in de negentiende eeuw. Daar werden boeken heel vaak gedrukt op papier van relatief inferieure kwaliteit, dat een blauwe zweem had. Dat fenomeen is door Isaac Bashevis Singer (1904–1991) ooit beschreven als 'bloy vi bleter fun alte sforim' (blauw als de bladen van oude boeken), gewone boeken dus, geen luxe boeken.
Onze kennis van Hebreeuwse boeken gedrukt op vreemde materialen danken we aan mijn waarde collega Brad Sabin Hill, nu Kiev Judaica Collection Curator in de Gelman Library van George Washington University in Washington, die op verschillende plaatsen over dit onderwerp heeft geschreven en, die toen hij in 1995 nog in de British Library in Londen werkte, de enige tentoonstelling heeft samengesteld over dit onderwerp, met de fraaie titel Carta Azzurra: Hebrew Printing on Blue Paper. Een link naar het hier getoonde boek, met gebeden voor de zieken, gedrukt in Amsterdam in 1692, vindt u op de site van de Bibliotheca Rosenthaliana.