Tijd om de Haggadot weer tevoorschijn te halen

Emile Schrijver

vrijdag 3 april 2009

In menig Joods gezin worden deze week de Haggadot, de vertellingen over de Uittocht uit Egypte die jaarlijks in het gezin tijdens de eerste of de eerste twee avonden van het Pesachfeest gelezen worden, weer tevoorschijn gehaald, afgestoft, en voorbereidend doorgelezen. In het professionele leven van de Joodse bibliothecaris speelt de Haggadah niet alleen in het voorjaar een rol, maar net zo goed in de rest van het jaar. De Haggadah is het meest geïllustreerde Joodse boek in de geschiedenis en er zijn inmiddels meer dan vijfduizend gedrukte uitgaven verschenen, naast vele honderden manuscripten. Er gaat bijna geen dag voorbij of ik heb een Haggadah in de hand, moet er iets over vertellen of schrijven, of lees erover in de vakliteratuur. Het is in een bibliothecarissenleven eigenlijk altijd een beetje Pesach.

De manuscripten zijn geliefde objecten voor uitgeverijen om in een facsimile-uitgave te laten verschijnen. Dat zijn zo getrouw mogelijke kopieën van het kostbare origineel. Ook van die facsimile-reproducties zijn er weer tientallen verschenen, waarbij de nadruk ligt op manuscripten uit de middeleeuwen (zoals de Sarajevo Haggadah, de Ashkenazi Haggadah, de Barcelona Haggadah, de Vogelkop Haggadah of de Rylands Haggadah) en uit de achttiende eeuw (zoals de handgeschreven Rosenthaliana Leipnik Haggadah en de Von Geldern Haggadah, maar ook de gedrukte Amsterdamse Haggadah van 1712).

Een geheel nieuwe trend is het digitaliseren van Haggadot. De meeste grote bibliotheken zijn hier inmiddels mee begonnen en de resultaten zijn vaak adembenemend. Hieronder een paar voorbeelden. Wie systematisch zoekt, vindt nog veel meer.

Ik heb, ondanks het feit dat ik dit werk nu al bijna 25 jaar doe, waarschijnlijk nog nooit zoveel Haggadot in handen gehad als juist de afgelopen maanden. Ik heb in mijn allereerste column al eens melding gemaakt van een heel bijzondere tentoonstelling van Hebreeuwse boeken die momenteel in de Bibliotheca Rosenthaliana wordt voorbereid. Het betreft hier een tentoonstelling uit de collectie van de Zwitserse verzamelaar René Braginsky, die de trotse eigenaar is van de grootste en mooiste privéverzameling Hebreeuwse manuscripten ter wereld. In de tentoonstelling, die van midden oktober 2009 tot midden januari 2010 te zien zal zijn in de tentoonstellingsruimtes van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, waar ook de Rosenthaliana deel van uitmaakt, zullen in totaal elf Haggadot te zien zijn uit de collectie van Braginsky, plus nog enkele Haggadot uit de Rosenthaliana (naast nog meer dan 100 andere stukken, waaronder geïllustreerde Esther-rollen en Ketoebot [huwelijkscontracten]). Daaronder bevinden zich alle beroemde gedrukte edities, zoals de Praagse Haggadah van 1526, de Mantua Haggadah van 1560 en de Amsterdamse Haggadot van 1695 en 1712, maar het zijn twee late manuscripten die het meest tot de verbeelding spreken. Het betreft hier twee manuscripten die tot voor kort niet bekend waren, een Haggadah uit 1842 die in Frankfurt am Main is geschilderd door Charlotte von Rothschild op aanwijzing van de beroemde joodse schilder Moritz Daniel Oppenheim en een Haggadah waarvan ik hier twee afbeeldingen laat zien, namelijk de zogenaamde ‘Bouton Haggadah’.

De Haggadah met maar één tekstillustratie, een Seidertafereel, is uitbundig gedecoreerd. Die complexe versiering doet sterk denken aan Koran-handschriften uit Shiraz, in Perzië, tussen 1560 en 1580. De vraag die de wetenschappelijke wereld enige tijd beheerste, is wie in staat was om in de negentiende eeuw een dergelijk hoogwaardig manuscript te vervaardigen. In de voorbereiding van de tentoonstelling kon onlangs de connectie gelegd worden tussen dit handschrift en een Franse kunstenaar, Victor Bouton, die een gebedenboek gesigneerd heeft dat zich nu in het ‘Musée d’art et d’histoire du Judaïsme’ in Parijs bevindt. Bouton was een beroemde schilder van familiewapens, die in 1819 in de Vogezen was geboren, maar het grootste deel van zijn leven in Parijs actief was. In een biografisch artikel over Bouton wordt gewag gemaakt van het feit dat hij ooit niet minder dan 32.000 gouden franken ontvangen heeft voor de vervaardiging van een Haggadah voor een zeer rijke Jood. Er lijkt weinig twijfel te zijn dat daar verwezen wordt naar de Bouton Haggadah die zich nu in de collectie van René Braginsky in Zürich bevindt en die, zoals al gememoreerd, midden oktober voor het eerst in Amsterdam getoond wordt.

Chag sameach!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2015

Columns 2013

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009