Eén van de eerste associaties die ik heb met bloemen is, hoe vreemd het ook moge klinken, de anjer van Prins Bernhard. Zonder nu op het boeiende, of bloeiende, leven van wijlen de prins-gemaal in te gaan, is het een feit dat de associatie van bloemen met distinctie - en ik ga er maar vanuit dat het Bernhard daarom te doen was - een veel oudere is. De Portugese Joden van Amsterdam waren van oudsher geïnteresseerd in bloemmotieven. Er is voor dit onderwerp eigenlijk relatief weinig belangstelling getoond in de literatuur over de Amsterdamse Portugees-Joodse geschiedenis. Zelf heb ik wel eens de aandacht gevestigd op het feit dat het merendeel van de eenbladshandschriften, die in Portugese kring gemaakt zijn, voorzien is van bloemversieringen. Hierbij is te denken aan huwelijkscontracten, aan Esther-rollen, maar ook en vooral aan gelegenheidsgedichten en Omerkalenders.
Eén van de mooiste voorbeelden hiervan is een huwelijksgedicht uit de Bibliotheca Rosenthaliana, dat jaren in de oude studiezaal van de bibliotheek aan het Singel heeft gehangen. Het heet Otot Ha-ahavah, tekenen van liefde, en bezingt het huwelijk tussen Jacob, zoon van Joseph Teixeira de Mattos en Sarah, dochter van Isaac Levi Ximenes in 1748. Het is geschreven door een beroemde kunstenaar, Joseph Siprut de Gabai, die bijvoorbeeld ook verantwoordelijk is voor een fraaie, vergelijkbaar versierde Omerkalender in de Bibliotheek Ets Haim/Livraria Montezinos.
Een ander voorbeeld is de zogenaamde Montalto Megillah uit 1686, versierd en gekopieerd door Raphael Montalto, nazaat van de beroemde arts Elijah Montalto. Deze rol wordt bewaard in de New York Public Library. Vergelijkbare bloemmotieven treft men ook aan op veel Sefardische graven in Ouderkerk aan de Amstel.
In de aanloop naar de tentoonstelling “Een Reis door Joodse Werelden”, die nog tot 17 januari 2010 in de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam te zien is, heb ik ook een kleine dertig boeken opgenomen uit de Bibliotheca Rosenthaliana. Die heb ik laten uitzoeken door mijn illustere voorganger Adri Offenberg, die daarbij ook wees op het veelvuldig voorkomen van bloemmotieven op gedrukte boeken van de Amsterdamse Portugese Joden. Ik ben er niet in geslaagd die ook werkelijk als zodanig te exposeren, maar het is wel iets wat aandacht behoeft. Wie zich geroepen voelt, zou de wand met Rosenthaliana-boeken in deze expositie ook eens met een gebloemde bril kunnen bekijken.