Joden in India en hun kunstzinnige smaak

Emile Schrijver

vrijdag 26 juni 2009

In de afgelopen maanden heb ik regelmatig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de lezer te wijzen op (ik vermijd bewust de uitdrukking ‘reclame te maken voor’) de aanstaande tentoonstelling van Hebreeuwse handschriften en drukken van de Zwitserse verzamelaar René Braginsky, die vanaf 16 oktober te zien zal zijn in de Bibliotheca Rosenthaliana, bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Dat doe ik nu, zo vlak voor de vakantie, nog eens en wel door te wijzen op twee tamelijk exotische, uit India afkomstige stukken uit deze fraaie collectie.

Het eerste is een huwelijkscontract dat op maandag 26 februari 1900 in Cochin is geschreven en het huwelijk bekrachtigt van Moses, de zoon van Judah en Esther, de dochter van Isaac. Van de drie groepen Indiase Joden, waartoe ook de zogenaamde Bene Israel en de Joden in Bagdad behoren, is die van Cochin in het zuiden van India, de kleinste. Vandaag de dag wonen er minder dan zeventig Joden. De Joden van Cochin hebben vooral een rijke kunstzinnige traditie, met fraaie synagogen en tabernakels. De huwelijkscontracten van Cochin, met boven, in Hebreeuws kwadraatschrift, algemene bepalingen en daaronder in Hebreeuws cursiefschrift, het eigenlijke contract, combineren Oosterse en Westerse stijlelementen en zijn vaak met goudverf geïllumineerd. De kroon boven het contract verwijst misschien naar het Engelse koningshuis.

Een heel ander stuk uit India, dat in de tentoonstelling te zien zal zijn, is een Estherrol van niet minder dan zeven meter lang. Hij heeft toebehoord aan de beroemde familie Sassoon, die hem waarschijnlijk aan het begin van de vorige eeuw voor eigen gebruik heeft laten maken. De Sassoons woonden oorspronkelijk in Bagdad, vanwaar ze in 1852 naar Bombay verhuisden. Daar ontwikkelden ze zich tot een zeer Brits georiënteerd Joods geslacht met groot financieel, cultureel en religieus aanzien. De rol bevat niet minder dan twintig afbeeldingen die tussen de tekstkolommen zijn opgenomen en een hoogst ongebruikelijke thematiek en uitvoering kennen. De openingsafbeelding is illustratief voor de hele rol. Daarop is een voorlezer te zien, omgeven door mannen met fezzen op hun hoofd, die de Estherrol vasthoudt als ware het een brief, zoals voorgeschreven door de rabbijnen. Er zijn kinderen te zien met trommels in hun handen om de naam van Haman onverstaanbaar te maken als die wordt uitgesproken en er zijn in de vrouwenafdeling vijf vrouwen afgebeeld. In de tentoonstelling zal de volle zeven meter van deze rol worden uitgerold.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2015

Columns 2013

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009