Op 1 november gaat Israël wéér naar de stembus. De vijfde keer binnen drie jaar (april 2019 was de eerste keer in deze reeks). Het zal wederom spannend worden. Welke blok gaat een meerderheid halen? Het pro-Netanjahoe-blok of het anti-Netanjahoe-blok? Te vrezen valt echter dat het opnieuw een patstelling wordt. Einstein heeft wel eens gezegd dat je een probleem niet oplost door vast te houden aan steeds dezelfde manier van denken (“We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them”). Wie zal erin slagen het ei van Columbus te vinden opdat wij worden verlost van de voortdurende verkiezingscyclus die steeds onbeslist eindigt?
Een van de posterborden bij het Rabbi Akkiva Yeshiva in Ra’anana
Het zou echter ook heel goed kunnen dat het pro-Netanjahoe-blok ditmaal een nipte overwinning gaat behalen. Berg je dan maar, want in dat geval zullen ultrarechtse politici op het regeringspluche terechtkomen. Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir, daar hebben we het dan over. Om de macht terug te krijgen, gaat niets te ver voor Netanjahoe. En zijn Likoed gaat daarin mee. Pas als hij er ook deze keer niet in zal slagen een regering te formeren, wordt er in die kringen voorzichtig aan gedacht om de onbetwiste leider – die ook een dagje ouder wordt – voorzichtig en ongetwijfeld met alle égards aan de kant te schuiven. Al is het een groot taboe om dat ter sprake te brengen. Degenen die dat eerder aandurfden door hem uit te dagen, zoals Gideon Sa’ar, zijn tot nog toe allemaal aan de kant gezet.
Als het opnieuw een remise wordt en geen van de blokken een meerderheid weet te behalen dan kan er toch iets gebeuren waardoor één van de blokken aan een kleine meerderheid komt. Zo heeft Gantz Netanjahoe eerder onverwacht aan een meerderheid geholpen. Dat kwam Gantz op bittere verwijten van Lapid te staan. Gantz voelde zich echter uiterst verantwoordelijk om Israël aan een regering te helpen ten tijde van de coronacrisis. Het is ondenkbaar dat hij dat nogmaals zal doen. Want ook hij werd door Bibi belazerd.
De tweede keer dat er tóch een meerderheidskabinet kon worden gevormd was dat te danken aan Lapid, die Bennett wist los te weken uit het rechtse blok. De Arabische Ra’ampartij hielp ‘een handje’ mee door het kabinet Bennett-Lapid aan een kleine meerderheid te helpen.
Bij de recente reeks verkiezingen gaat het niet alleen om het kunnen vormen van een regering. Op de achtergrond spelen aloude cruciale vragen mee als: wat houdt het Joodse karakter van de staat Israël in én is de Israëlische democratie slechts een kwestie van de meerderheid bepaalt of wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met minderheden?
Interessant is hetgeen de commentator Yossi Klein-Halevi daarover zei in een podcast over wat de Israëlische kiezer (lees vooral de Joodse kiezer) bezielt als die gaat stemmen. Hij ziet dat vooral Likoed-stemmers tamelijk intolerant zijn ten opzichte van andersdenkenden en hij maakt zich daar ernstige zorgen over. Ze vormen immers een grote groep en zijn daarom sfeerbepalend in het Joodse land. Zeker als zij geen probleem hebben met ultrarechtse figuren die weinig op hebben met Arabische Israëli’s, om van de Palestijnen nog maar te zwijgen. En ze moeten ook niet zoveel hebben van Joden die niet zo religieus, of althans niet orthodox zijn. Deze kiezers willen tevens de rechterlijke macht aanzienlijk aan banden leggen. Dat is gevaarlijk in een land zonder echte grondwet, waarbij aan het Hooggerechtshof de mogelijkheid is geboden om rechtstatelijke principes hoog te houden.
Wat Yossi Klein-Halevi naar voren bracht, zag ik ook enigszins in de uitkomsten van de meest recente opiniepeiling van Chidoesj, de organisatie die vrijheid van religie/geweten en pluriformiteit beoogt en dus ook de rechten van niet-orthodox Joodse stromingen in Israël.
Sinds 2009 houdt Chidoesj deze peilingen. Die van 2021 is de dertiende. De resultaten worden telkens vlak voor Joods Nieuwjaar gepresenteerd. De resultaten zijn interessant, omdat ze beeld geven hoe Joodse Israëli’s over tal van belangrijke issues denken. (Het Israel Democracy Institute doet regelmatig onderzoek onder de gehele Israëlische populatie, dus inclusief de Arabische sector.)
Een van de vragen in de peiling was of men voorstander is van vrijheid van religie en geweten. Voorts was de vraag of men voor of tegen de scheiding van religie en staat is. Vóór de vrijheid van religie en geweten was 81 procent en tegen 19 procent. Als het gaat om de scheiding van religie en staat zijn de cijfers als volgt: 59 procent voor en 41 procent tegen.
Uit onderstaande tabel blijkt dat Likoed-stemmers eveneens in meerderheid voor vrijheid van religie zijn, doch het percentage voorstanders is een stuk lager dan bij alle andere stemmers. En als het om de scheiding van staat en religie gaat, is onder de Likoed-kiezers geen meerderheid te vinden. Wat eveneens geldt voor de kiezers van Yamina, de partij van Bennett toen hij nog premier was.
Steun voor vrijheid van religie en scheiding van religie en staat naar partijkeuze
De peiling van Chidoesj bevat een schat aan interessante resultaten. Zo blijkt dat 48 procent van de respondenten zich omschrijft als seculier. De rest ziet zichzelf als ultraorthodox (11 procent), zionistisch-orthodox (11 procent), traditioneel-religieus (13 procent) of traditioneel-niet-religieus (17 procent).
Ook is gevraagd naar de politieke opstelling. Dan stelt 47 procent dat zij rechts of zeer rechts zijn, links of centrum-links 15 procent, centrum 17 procent en centrum-rechts 21 procent.
Ook de moeite waard is het antwoord op de vraag of men zich verbonden voelt met een religieuze stroming: 57 procent voelt zich niet verbonden met welke religieuze stroming dan ook, 11 procent ultraorthodox, 2 procent zionistisch-ultraorthodox, zionistisch-orthodox 19 procent. De band met conservatief en liberaal jodendom geldt voor 11 procent, dat is net zo veel als bij de ultraorthodoxen.
Als grootste spanningsbron in de Israëlische samenleving wordt momenteel de tegenstelling links-rechts gezien. Eerder was dat de controverse tussen seculieren en ultraorthodoxen.
Chidoesj was uiteraard ook benieuwd naar issues als: openbaar vervoer op sjabbat, burgerlijk huwelijk, bevorderen van niet-religieuze vakken op ultraorthodoxe scholen (Engels, wiskunde), gelijkstelling van alle Joodse religieuze stromingen en dergelijke kwesties.
Om met het laatste te beginnen: 61 procent is voor gelijke rechten voor de drie Joodse stromingen, dus orthodox, conservatief en liberaal jodendom. Bij Merets is 100 procent ervoor en bij Avoda, Israel Beitenu en Yesh Atid gaat het om meer dan 90 procent. Bij New Hope (82 procent) en Blauw-Wit (72 procent) is sprake van een ruime meerderheid. Likoed (57 procent) steekt daar zuinig bij af en bij Yamina (48 procent) is het minder dan de helft.
Eveneens een ruime meerderheid (63 procent) is voor erkenning van een burgerlijk huwelijk, in ieder geval doorbreking van het monopolie van het orthodoxe rabbinaat in deze. Opsplitsing naar partijvoorkeur geeft ongeveer hetzelfde beeld als bij de eerdere vraag naar gelijkberechtiging van Joodse stromingen.
Ook als het gaat om openbaar verver op sjabbat is daar een ruime meerderheid voor te vinden (64 procent), althans men vindt dat het een zaak is van het lokale gezag. Tegen is 36 procent. Ook hier is duidelijk te zien dat de Likoed-stemmers afwijken, met slechts 54 procent voorstanders, terwijl de meeste anders stemmers rond de 90 procent zitten.
Voor wie meer wil weten hoe Joodse Israëli’s over tal van kwesties denken, is het rapport min of meer verplichte kost. Of in ieder geval de heel beknopte samenvatting. Voor wie er niet genoeg van kan krijgen, biedt het onderzoeksmateriaal van het Israel Democracy Institute nog meer van zijn of haar gading. Veel studieplezier ermee!