Ongeveer twee procent van de inwoners van Israël is christelijk. Drie kwart van hen komt uit de Arabische gemeenschap. Je zou denken dat het er veel meer zijn. Want zij krijgen vrij veel aandacht op tv. Net als naar de loyale Druzen, die ook maar een kleine groep vormen in Israël (eveneens circa twee procent). In Israël groeit de christelijke gemeenschap enigszins. Naar ik heb begrepen, geldt dat niet voor de rest van het Midden-Oosten. Daar neemt het aantal christenen juist af. De meesten zoeken hun heil elders.
Dat er vrij veel belangstelling is voor christenen in het Joodse land heeft natuurlijk alles te maken met het Westen, dat grotendeels christelijk is. De VS zijn nog steeds een zeer christelijke natie, in Europa is het christendom weliswaar veel meer op zijn retour, doch de basis is overduidelijk christelijk. Europeanen zijn sterk geseculariseerd in vergelijking met de rest van de wereld. Israël is nauw verbonden met de westelijke wereld, andersom lijkt dat minder het geval, hoe dan ook is de band anders. De belangstelling vanuit de VS en Europa voor dit deel van de wereld is weliswaar groot, doch dat hangt erg samen met het conflict tussen Palestijnen en Israël. Alsof dat het enige is dat hier speelt.
In Israël merk je over het algemeen niet zo heel veel van de kerstdagen. De kerstbomen en de daarbij behorende sfeer zijn wel te vinden in christelijke steden, zoals Nazareth en Bethlehem. Die laatste plaats ligt in Palestijns gebied, Nazareth bevindt zich binnen Israël. Er zijn nog wel wat meer plekken met kerstsfeer, zoals Jaffo, Akko en uiteraard de christelijke wijk van de oude stad in Jeruzalem.
Twee weken geleden zijn we voor het allereerst in Nazareth geweest, samen met een Israëlische vriendin die aardig Nederlands spreekt. Aanvankelijk wilden we naar Haifa, een multiculturele stad, waar ook iets te merken is van de kerst, maar onze vriendin V. moest daar al naartoe vanwege iets vervelends, dus met het bezoeken van Haifa zouden we haar geen plezier hebben gedaan.
Bethlehem, bet lechem oftewel huis van het brood, is uiteraard dé plek om te zijn met kerst. Volgens de overlevering werd Jezus immers dáár geboren. Nazareth is meer de plaats waar hij na zijn geboorte heeft gewoond. En de plaats waar zijn moeder Maria de aankondiging kreeg dat zij een bijzondere zoon zou baren. Zoiets stond me ongeveer bij. Na ons bezoek aan Nazareth ben ik helemaal bijgeschoold.
Nazareth, uitgesproken als Natsrat in het Hebreeuws, is befaamd om de Aankondigingskerk; in het Nederlands heet die de Mariaboodschapkerk. Een mooi gebouw bestaande uit een nieuwe basiliek die over de oude kerk heen is gebouwd. Het gaat om een kerk met een lange geschiedenis. Het eerste bouwsel was van de vierde eeuw. Het werd verwoest in de zevende eeuw, toen de Arabieren het land veroverden in hun ijver om de islam te verspreiden. Tijdens de periode van de kruistochten werd de kerk herbouwd, en weer met de grond gelijk gemaakt in de dertiende eeuw, toen de (Turkse) mammelukken aangevoerd door Egyptische heersers Nazareth veroverden. Een latere emir gaf toestemming om de kerk te herbouwen. Je kunt live beelden zien van wat wordt genoemd de bovenste basiliek en ook van de lager gelegen zogenoemde grot van de Mariaboodschap.
Toen ik op Wikipedia wat meer informatie zocht over de Aankondigingskerk zag ik dat er nog geen Nederlandse beschrijving bestaat, wel een uitgebreide Engelse. De Nederlandse Wikipedia situeerde Nazareth tot mijn ergernis in Palestina. Daar heb ik maar snel Israël van gemaakt. Afgezien van het feit dat er nog niet serieus een stáát Palestina is (al willen velen dat doen geloven), Nazareth ligt gewoon binnen de grenzen van Israël. Zó hoort het te worden vermeld op Wikipedia. Dat pretendeert tenslotte een soort encyclopedie te zijn, gemaakt door vrijwilligers. Die zijn het regelmatig oneens met elkaar.
Natuurlijk hebben we nog wat meer rondgekeken in Nazareth en we hebben er een hapje gegeten alvorens we op weg gingen naar de volgende bestemming in de buurt. Dat was de top van de berg Tavor, op zo’n 600 meter hoogte. In het Engels heet de berg Tabor, met een b.
De weg daar naartoe was wat avontuurlijk. Niet door de haarspeldbochten, wel door Arabische jongeren die de weg onveilig maakten met terreinwagens. Daarmee reden ze met hoge snelheid naar boven, om na een korte pauze nog veel sneller naar beneden te racen. In de haarspeldbochten kozen ze regelmatig de kortste weg, de linker weghelft … Gelukkig kwam ik ze daar niet tegen. Wel op een recht stuk weg, waar ze een stoet auto’s inhaalden en pas op het laatste moment terug gingen naar hun eigen weghelft. Op mijn lichtsignalen reageerden ze heel pesterig door nog wat extra lang slingerend links te blijven rijden.
Op de top van de berg ligt een fraaie kerk. De kerk van de gedaanteverandering of de verheerlijking, overeenkomstig het verhaal dat Jezus bovenop deze (of een andere?) berg werd omhuld door verblindend licht of iets dergelijks. Hij zou daarbij met Mozes en de profeet Elijahoe hebben gesproken.
In de tijd dat we naar Israël gingen voor vakantie en familiebezoek meden we eerlijk gezegd allerlei christelijke plaatsen. We geloofden het wel. Dat was iets voor anderen. Wij bezochten de Joodse plekken. Dat is nog wel enigszins zo, maar het is toch ietsje anders geworden. Als je hier woont, wil je eigenlijk het hele land leren kennen. Dus ook christelijke, islamitische en andere plekken die hier liggen. Dit land is nu eenmaal het gebied waar de drie monotheïstische religies een band mee hebben. Joden als eerste, christenen als goede tweede (samen met Rome) en als derde de moslims, die echter een veel steviger relatie hebben met Mekka en Medina in Saoedi-Arabië.
Met het christendom heb ik altijd een haat-liefde verhouding gehad. Christelijk antisemitisme en vervangingstheologie (de kerk heeft het verbond overgenomen, omdat Joden Jezus niet erkennen) maakten dat ik een afkeer had van het christendom. Anderzijds hebben veel christenen en de kerk ruimschoots het boetekleed aangetrokken. Na de Sjoa die zich voltrok in het christelijke Westen, waarvoor de kerk eeuwenlang de geesten rijp maakte. Voorts hebben zij ingezien dat het christendom schatplichtig is aan het Jodendom. Dat is iets wat ik zeer heb leren waarderen. Het is iets waar de islam nog lang niet aan toe is en waarschijnlijk nooit aan zal toekomen, omdat deze religie stelt als laatste van de drie monotheïstische overleveringen de ware boodschap te verkondigen. Jodendom en christendom worden wel erkend, maar zij hebben het fout.
In religieus opzicht zijn de verschillen tussen de drie genoemde wereldreligies groot en eigenlijk onoverbrugbaar. Een voorbeeld, en zo zijn er meer te geven: het christendom is gebaseerd op de offerdood van de zoon (!) van God. In het Jodendom daarentegen werd Awraham er door de Eeuwige zelf van doordrongen dat kinderoffers niet zijn toegestaan. Je zou kunnen zeggen: wat het Jodendom er via ‘de voordeur’ (de binding van Jitschak, zoon van Awraham en Sara) uitwerkte, haalde het christendom via ‘de achterdeur’ (de kruisdood van de Zoon) weer binnen.
Desondanks kun je elkaar vrijlaten in ieders diepste overtuigingen en wederzijds respect opbrengen – vanuit het besef dat iedereen het beste af is als je elkaar geen schade berokkent. Met die open houding moeten mensen met uiteenlopende religieuze overtuigingen in dit land kunnen samenleven. Dat zoiets niet altijd meevalt, bleek in 1997 bij rellen in Nazareth toen moslims, die daar de meerderheid vormen, een grote moskee wilden bouwen naast de Mariaboodschapkerk. Dat is uiteindelijk onder grote druk van westerse christenen niet doorgegaan.