Ze gingen helemaal aan onze neus voorbij. Natuurlijk bekeken we veel verkiezingsspotjes die ongevraagd binnenkwamen op onze smartphones. En de reclameborden of spandoeken voor diverse politieke partijen hebben we ook op tal van plekken zien hangen. Daar kon je niet om heen.
Affiche van de linkse Merets: “Geen revolutie zonder Merets” | Likoed: ”Alleen een grote Likoed voorkomt een linkse regering” |
Maar we mochten niet meedoen, omdat we geen Israëlisch paspoort hebben. Hoe dat zit, is te lezen in een eerdere column.
De Israëlische verkiezingen trokken ook veel buitenlandse aandacht. Zo stond in Trouw bijvoorbeeld een artikel over de Palestijnse betrokkenheid bij de parlementsverkiezingen, geschreven door een Nederlandse journalist van hier, die we een beetje kennen. (Hij interviewde ons ooit over onze alija, onder andere voor het NIW.) Het net genoemde artikel ademt nogal wat Palestijnse verontwaardiging over de verkiezingen in Israël. Iemand is boos, omdat zij als Palestijnse niet mag stemmen. Maar sinds wanneer mogen mensen die geen inwoner van een land zijn en daar alleen ‘gastarbeid’ verrichten meedoen aan nationale verkiezingen? Verder wordt gedaan of de uitblijvende vrede met Palestijnen géén thema is bij de verkiezingen. Het is inderdaad geen gróót thema, want er zit al tijden niet veel schot in de zaak en andere zaken zijn belangrijker, maar het komt – het zou raar zijn als het niet zo was – wel degelijk langs. Het was naar mijn idee onmogelijk om het te missen.
In Times of Israel
stond bijvoorbeeld een groot interview met Benny Gantz, de uitdager van Benjamin Netanjahoe, die koste wat het kost gaat voor de eer van de langst zittende premier van Israël, ondanks corruptieschandalen. Gantz zegt daarin over de Palestijnse kwestie: “We don’t want to control another people. There is nothing for us in the Nablus casbah. But we cannot give up on our security. And we are not willing to give up on Jerusalem. Nobody is withdrawing to the ’67 lines, and the settlement blocs will remain on our side.
Let’s begin the journey, let’s start the process, let’s engage with one another and see what kind of outcome we can have. Everyone is looking at these words from the perspective of the endpoint and is alarmed by them. If I were to tell you now “two states,” what does that mean? What would the [Palestinian] state look like? Let’s start the process.
What should Netanyahu have done? What he said he wanted to do. But he hasn’t. He did nothing on the Palestinian issue.”
Bij het artikel in Trouw stond ook een apart stukje over hoe hard Israël ‘gastarbeiders’ nodig heeft. Israëls economie draait immers goed. Er is schreeuwend gebrek aan personeel. In Tel Aviv kun je geen terras of winkel voorbij lopen of er hangt een plakkaat met de vraag om nieuwe medewerkers.
Uit Trouw van 5 april 2019 (met door mij vetgemaakte passages):
“Israël heeft Palestijns personeel hard nodig
"Op de Westelijke Jordaanoever wonen 2,9 miljoen Palestijnen en ruim 410.000 Joodse kolonisten. Afhankelijk van de zone waar zij wonen vallen de Palestijnen onder Israëlisch militair bestuur of onder het gezag van de semi-onafhankelijke Palestijnse Autoriteit.
"100.000 Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever hebben een vergunning om in Israël te werken. Door oplopende personeelstekorten in Israël is hun aantal de afgelopen jaren fors toegenomen.
"Naar schatting nog eens 50.000 Palestijnen werken illegaal in Israël. Ze doen vaak zwaar lichamelijk werk en maken lange dagen, met name door de lange wachttijden bij de Israëlische checkpoints.
"In Oost-Jeruzalem wonen 300.000 Palestijnen met een aparte status. Zij zijn permanent ingezetenen van Israël en mogen doorgaans overal werken, maar kunnen geen Israëlisch paspoort aanvragen en zijn niet stemgerechtigd.”
Einde kaderstukje in Trouw.
In het stukje lees ik dat de Palestijnen in Oost-Jeruzalem een “aparte status” zouden hebben. De associatie met ‘apartheid’ is snel gemaakt. Zij zijn permanent ingezetene en “kunnen geen Israëlisch paspoort aanvragen.” Pardon? De auteur van het stukje heeft het niet goed uitgezocht of wil een gitzwart beeld geven van hoe het zit. Na de annexatie van het oostelijk deel van Jeruzalem werden de Arabische inwoners permanent ingezetene én kregen zij (toen of later) de mogelijkheid om het Israëlisch staatsburgerschap aan te vragen. Dat werd massaal geweigerd. Inmiddels is er meer animo voor, maar de bureaucratie zorgt voor een langdurige procedure, lees ik wel eens.
Het kan ook zijn dat het wordt tegengewerkt, wat niet oké is. Zonder Israëlisch staatsburgerschap kan je echter toch in het land blijven wonen als permanent ingezetene (als je langdurig vertrekt, wordt het anders). Maar dan heb je geen stemrecht voor de Knesset-verkiezingen. Wel voor lokale verkiezingen. Zo ging het ook bij ons als permanent ingezetenen zonder Israëlisch paspoort. Dan hadden we maar voor de Israëlische pas moeten kiezen – op straffe van het verliezen van het Nederlanderschap.
In Nederland is het overigens net zo: inwoners met een verblijfsvergunning voor langdurige of onbepaalde tijd (zonder Nederlands staatsburgerschap) mogen lokaal meestemmen, landelijk niet.
Bij de recente gemeentelijke verkiezingen in Jeruzalem kozen veel Arabische stemmers ervoor om thuis te blijven. De laatste verkiezingen in Palestijns gebied waren meer dan een decennium geleden. Daar werd niet over geklaagd in de interviews van de ons bekende journalist met Palestijnse gastarbeiders die bij Qualandia in een mum van tijd op efficiënte wijze de grens passeerden.
Selectieve verontwaardiging heet zoiets.
P.S. Ook heb ik een (korte) ingezonden brief gestuurd aan Trouw (tekst hierna). Die werd niet geplaatst. Op de Facebookpagina van de betreffende journalist heb ik ook iets geplaatst. Dat werd me niet in dank afgenomen. Ik heb te felle bewoordingen gebruikt, vrees ik, waardoor de journalist zich aangetast voelde in zijn professionaliteit en integriteit. Hij bleef bij zijn standpunt dat Arabische inwoners van Oost-Jeruzalem geen Israëli kunnen worden.
“In Trouw van 5 april staat dat de Palestijnen die in het oostelijk deel van Jeruzalem wonen geen Israëlisch paspoort kunnen aanvragen. Dat is feitelijk onjuist. Ze kunnen en mogen dat wel degelijk, maar de meesten hebben dat bewust geweigerd. Om die reden zijn zij ‘permanent ingezetenen’ van Israël. Zij mogen wel lokaal stemmen (wat ze doorgaans uit protest niet doen), maar zij mogen niet meedoen aan de verkiezingen voor het nationale parlement. Dat is vergelijkbaar met Nederland, waar dat net zo is geregeld voor permanente inwoners die geen Nederlands paspoort hebben.”