In maart 2022 wonen we zes jaar in Israël. Bij ons vertrek in 2016 lieten we twee kleinzonen achter in Amsterdam. De tweede was nog maar net geboren. Om die reden hadden we onze alija (emigratie naar Israël) enigszins uitgesteld, want we wilden natuurlijk de bevalling afwachten. Niettemin waren we toch een beetje gek om onze rol als opa en oma ‘om de hoek’ op te geven. We hadden onze jongste dochter in Tel Aviv echter beloofd dat we na onze pensionering haar kant uit zouden komen. Onze toentertijd in Nederland wonende oudste dochter is ons met haar gezin gelukkig achterna gekomen.
Inmiddels hebben we zes kleinkinderen. Vier in Israël, waar we met volle teugen van genieten, en twee in Spanje. Daar heeft onze middelste dochter zich na ons vertrek met man en haar twee jongetjes gevestigd. Zij speelt nog steeds met de gedachte om ook deze kant op te komen. Nota bene was zij degene die – zo leek het toen – als eerste van ons gezin in Israël zou gaan wonen. Het liep allemaal anders.
Ooit was ik een tijdje lid van (de Joodse en zionistische jeugdvereniging) Haboniem. Ondanks mijn minimale Joodse opvoeding voelde ik me daar thuis. Er ging een nieuwe wereld voor me open en het zionisme heeft me sindsdien nooit helemaal losgelaten.
In de jaren zestig, toen ik ging studeren in Amsterdam, was mijn Joodse en zeker mijn zionistische gevoel flink weggezakt. In die tijd waren we allemaal gelijk, dachten we. Het maakte niet uit wie je was en waar je vandaan kwam. Later, nadat mijn (Joodse) vader was overleden, ontstond de kinderwens. En toen de kinderen eenmaal kwamen, was de vraag hoe we hen wilden opvoeden. Mijn allerliefste en ik kozen voor een Joodse opvoeding. Daarom werden we lid van een Joodse gemeente, wat een verhaal op zich is. Onze kinderen gingen op hun beurt naar Haboniem. De cirkel was daarmee rond, zou je zeggen.
Toch niet helemaal, want onze jongste liep tegen een Israëli aan en ze werden een stel. Die vriend van haar was niet van plan in Nederland te gaan wonen; zij moest maar zijn kant uitkomen. En nu woont het grootste deel van het gezin zowaar hier. Ruim vijftig procent van de Joden ter wereld woont inmiddels in Israël.
Dat Israël per definitie een Joods land is en wat dat inhoudt, wordt door buitenstaanders vaak misverstaan. Ook snappen velen niet dat ook een Joods land gewoon democratisch kan zijn. Israël prijkt niet voor niets op de 23ste plaats van Democracy Index van The Economist (2021), waarmee het bóven EU-landen als Spanje, Italië, Griekenland, België staat en net ná Frankrijk.
De Joodse identiteit en traditie gaan terug op nomadencultuur. Nomaden trekken rond en je hoort bij de stam of niet. De stam had zijn eigen religie. Tora en de rest van Tenach (de Joodse Bijbel) gaan daarover. Tenach gaat ook over de vestiging van Joodse stammen op eigen grondgebied. De rondtrekkende nomaden werden landbouwers. Outsiders werden toegelaten tot de stam op voorwaarde dat zij de religie en cultuur overnamen. De Joodse religie was strikt aan de eigen stam voorbehouden (Druzen hebben ook zoiets). Van zending is geen sprake. Anderen mogen zijn wie ze zijn, net zoals Joden zichzelf moeten kunnen zijn.
De Joodse identiteit bestaat uit vier elementen: spiritualiteit (besef van het Hogere, Iets wat de mens overstijgt), regels en wetten (zowel religieuze als humanitaire), nationaal-cultureel-historisch besef (je hoort qua afkomst bij de stam en zijn geschiedenis met de mogelijkheid van toetreding) en een eigen land (grondgebied waarin de stammen zich in vrijheid kunnen ontwikkelen op basis van eigen cultuur met ruimte voor anderen als minderheid).
Na de verdrijving door de Romeinen begonnen Joden aan hun tweede diaspora, die veel en veel langer zou duren dan de eerste. Er zijn altijd wel Joden blijven wonen op het vroegere Joodse grondgebied, te weten in Jeruzalem, Hebron, Tsfat en Tiberias. Die waren een minderheid geworden te midden van andere volkeren die het land veroverden, zoals Arabieren en Turken.
In het Westen kregen Joden na de Franse revolutie gelijke burgerrechten en plichten. Ze mochten onderdanen worden van Frankrijk en in andere landen. Ze moesten wel een veer (of eigenlijk twee) laten: Joden moesten hun nationaliteit opgeven en in wezen ook hun wens om naar hun eigen land terug te keren. Ze werden van die twee elementen van de Joodse identiteit gestript en wat overbleef was de religie of door religie geïnspireerde cultuur. Jodendom én Joods zijn werden gereduceerd tot religie.
In Oost-Europa sloeg het daar heersende nationalisme door: Joden werden daar niet toegelaten tot nationale cultuur. Ze bleven buitenstaanders en het zionisme kwam mede daardoor op. Het Zionsverlangen is er altijd geweest, doch religieuze beletsels verhinderden Joden eeuwenlang om terug te keren naar hun vroegere, eigen land. Joden die uit de getto’s braken en niet zo religieus waren, werden daardoor niet gehinderd. Wel door antisemitisme om hen heen, waardoor Joden werden teruggeworpen op hun eigen cultuur. Daarbij moet worden bedacht dat het jodendom in wezen door en door zionistisch is. Het land van herkomst is door Joden nooit vergeten. “Volgend jaar in Jeruzalem” werd en wordt nog steeds elk jaar met Pesach gezegd. Veel religieuze wetten gelden alleen in Erets Jisraeel, Hebreeuws voor het land Israël.
Vooral Oost-Europese Joden gingen zich steeds meer vestigen in Erets Jisraeel, wat op sterke tegenstand stuitte van Arabieren die daar (ook!!) woonden. Deels omdat ze daar naartoe waren getrokken, aangetrokken door werkgelegenheid die werd geboden door Joden die het land gingen ontwikkelen. Nadat de Engelsen vertrokken en Joden op basis van de internationaal erkende twee-statenoplossing de staat Israël uitriepen, brak er oorlog uit. Je zou het een burgeroorlog tussen twee in het land aanwezige volkeren kunnen noemen, met als uitkomst dat de Arabieren verloren. Zoals zij daarna steeds oorlogen verloren hebben. Niet vreemd, want voor Joden was het to be or not to be. Iran, als niet-Arabisch, doch fanatiek islamitisch land, heeft aangekondigd dat zij de volgende oorlog willen winnen en Israël gaan vernietigen. Geloof maar dat de ayatollahs het menen.
Nog een ingrijpend gevolg van de uitroeping van de Joodse staat Israël was de verdwijning van eeuwenoude Joodse gemeenschappen uit Arabische landen. Het merendeel vertrok naar Israël, anderen naar elders, vanwege het Arabische en zelfs islamitische antizionisme dat opkwam en hand in hand ging met antisemitisme. Joden waren immers allemaal zionisten.
Als de stemming in Westerse landen steeds vijandiger wordt jegens Israël én Joden dan is het niet volstrekt ondenkbaar dat Joden op den duur ook daar in groten getale gaan vertrekken. Naar Israël of elders. Het Westen gaat dan de Arabische wereld achterna. Hoewel, daar ontstaat inmiddels juist een tegengestelde beweging en breekt op diverse plaatsen (Golfstaten, Marokko met name) de zon door.
Joden zijn als volk niet zoveel anders dan Spanjaarden, Fransen, Engelsen, Russen, Turken, enzovoort. Ook het Joodse volk heeft behoefte aan een eigen land met alle ingewikkeldheden die daarbij horen als minderheden aanspraak maken op hun eigen cultuur. Spanjaarden hebben problemen met Basken, Fransen met Corsicanen, Engelsen met Ieren, Russen met Tsjetsjenen, Turken met Koerden. Arabische Israëli’s veroorzaken ook regelmatig problemen als minderheid in het overwegend Joodse Israël (al is de acceptatie van Israël als Joodse staat onder hen toegenomen). Dat geldt des te sterker voor de Palestijnen in Gaza en in de Palestijnse gebieden die autonomie hebben verworven.
Als Palestijnen de twee-statenoplossing eindelijk serieus willen accepteren, kunnen ze een meerderheid vormen in hun eigen land. Dan kunnen ze ook besluiten of daar Joden mogen wonen, net zoals er Arabieren wonen in Israël. Dat mag vast niet, gezien uitlatingen van Abbas, de Palestijnse leider, over Joden in – wat hij noemt – héél Palestina. Tenzij het om een handjevol antizionistische Joden gaat, zoals Netoerei Karta. Met dat soort Israëlhatende Joden kunnen Palestijnen als Mahmoud Abbas en de zijnen het goed vinden. Dan kan hij zeggen dat hij niets tegen Joden heeft, alleen alles tegen zionisten.