Het zit een nieuwe migrant (in casu een oleh chadasj in Israël) niet altijd mee. Tegenvallers zijn er echter om te worden overwonnen. Al heb je dat soort zaken veelal nauwelijks in eigen hand; ze overkomen je gewoon. Dan wordt het een kwestie van aanpassen aan de omstandigheden, dus het hoofd buigen voor tegenwind. Migranten hebben ook nog altijd de mogelijkheid om terug te keren naar hun eerdere woonland. Al is dat doorgaans de allerláátste optie. Je bent niet voor niks vertrokken.
Ons leven in Israël is niet alleen rozengeur en maneschijn, al zijn we hier best tevreden – op het taalprobleem na. Gelukkig zijn we nog steeds gezond – al begint de ouderdom wel zachtjes mee te tellen – en heeft ons gezin geen rampspoeden te verwerken gekregen. Chas vechalila, God verhoede. Afkloppen dus. Maar er zijn wel een paar beren op de weg te zien. Wat doe je met die beren? Doen alsof ze er niet zijn, of ga je het gevecht aan? Of maak je dat je wegkomt. Over welke beren gaat het?
Half juni moet ons jaarlijkse huurcontract weer worden vernieuwd. Tot nog toe hadden we geluk, omdat onze uiterst schappelijke huisbazin L. de huur de afgelopen drie jaren niet heeft verhoogd vanwege een lekkage in onze woonkamer. Die begon een paar maanden na onze verhuizing in 2020. Ze vertelde ons vorig jaar bij de contractverlenging dat ze door vrienden om die reden een freyer werd genoemd. Een gevleugeld begrip in Israël. Niemand wil een freyer, een sukkel, zijn. Dat is voorbehouden aan Joden uit vroeger tijden, toen Joden in de diaspora underdogs waren. Nu hebben Joden tegen de verdrukking in weer een eigen land, dat met bloed, zweet en tranen is opgebouwd. Het nieuwe, oude vaderland wordt met hand en tand verdedigd, want Israëlische Joden willen geen minderheid meer zijn. De diaspora heeft lang genoeg geduurd.
De lekkage is inmiddels door de uit Frankrijk afkomstige bovenbuurman ruim een half jaar geleden verholpen. De afgelopen winter hebben we geen last meer gehad van enige lekkage. Rond Pesach zijn ook de vochtplekken in het plafond van de woonkamer weggewerkt. Dit jaar moeten we er daarom aan geloven en wil onze huisbazin de huur optrekken met circa 17 procent. Daar hadden we niet op gerekend. We gingen uit van het inflatiepercentage van rond de 5 procent. En daar had ik voor alle zekerheid nog flink wat bovenop gedaan in onze begroting, waardoor ik op 10 procent uitkwam. Omdat onze huisbazin ons graag wil houden als huurders wordt het geen 33 procent extra, zoals ze volgens haar adviseurs tegenwoordig zou kunnen vragen voor het appartement. Vergelijkbare huizen op de huizensite Yad2 laten inderdaad dat soort huurprijzen zien. Drie jaar geleden was de huur voor ons type huis in deze buurt rond de 6.000 sjekel (circa 1.500 euro bij de huidige koers), nu gaat het om 8.000 sjekel (dus 2.000 euro). Gemiddeld elk jaar 10 procent extra. Bingo!
De huizenmarkt in Israël is een gekkenhuis. Het is een seller’s market, de aanbieder dicteert. Huurders zijn loslopend wild. Freyers dus eigenlijk. Onze jongste dochter in Tel Aviv betaalt inmiddels zowat het dubbele van onze huur. Haar huur is de afgelopen jaren ook met circa een derde gestegen. Voor mensen zoals zij is een huis in Ra’anana beduidend goedkoper, dus die zien een verhuizing vanuit Tel Aviv als uitkomst als ze de huur daar niet meer kunnen opbrengen (wat gelukkig niet geldt voor onze dochter). Dat geeft natuurlijk druk op de huizenmarkt in de steden om Tel Aviv heen.
Veel Israëli’s hebben gespaard voor een extra huis of zelfs meer dan één, als pensioenvoorziening. De huuropbrengst is hun inkomen voor de oude dag, voor gepensioneerde huurders is de huur een hap uit hun pensioen. De huren zijn vrij in Israël, behalve in een klein en heel goedkoop segment van de huurmarkt, zo heb ik begrepen. Een totaal andere situatie dan in het nog steeds aan allerlei (huur)regels gebonden Nederland.
We moeten er niet aan denken om weer te moeten verhuizen als we de huur niet meer zouden kunnen opbrengen. We worden een dagje ouder en verhuizen gaat je niet in de kouwe kleren zitten. We hebben het drie jaar geleden gedaan om in een beter huis terecht te komen. Het was een zeer stressvolle zoektocht. En daar kwam het in- en uitpakken nog bij. Hoe vaak kun je dat verhuizen nog doen? Kopen is voor ons helaas geen optie, want we hebben daarvoor te weinig eigen geld. Wat nog wel kan, is verhuizen naar een goedkoper deel van het land. Dan wonen we verder weg van onze kinderen en kleinkinderen, dus moeten we meer heen en weer reizen. Ook voor andere voorzieningen, zoals ziekenhuizen, zullen we dan meer reistijd kwijt zijn. Als het moet, moet het. Dan zit er niks anders op.
Mocht volgend jaar de huurprijs weer aanzienlijk omhooggaan dan kunnen we het nog net opbrengen, mits de koers van de euro ten opzichte van de sjekel niet opnieuw gaat kelderen. Dankzij de zittende ultrarechtse regering is het vertrouwen van de geldmarkten in Israël sterk afgenomen, dus hebben we het aan Netanjahoe en zijn ultrareligieuze en ultranationalistische coalitiepartners te danken dat de sjekel onderuit is gegaan. Zij het dat die nog niet terug is op het niveau van toen we hier aankwamen (4,20 voor een euro toen en nu tegen de 4,00, eerder rond de 3,25 op het laagste punt). De lagere sjekel leidt natuurlijk tot hogere importprijzen, dus dat gaan de Israëli’s merken. Eigenlijk is het nu al te zien.
Er is nog een derde beer in zicht. Ons pensioen. Dinsdagavond 30 mei (na de deadline voor deze column) beslist de Eerste Kamer over de Wet Toekomst Pensioenen.
Er is nog een allerlaatste horde te nemen. Die heeft te maken met de pensioenen van wat zo netjes heet ‘politieke ambtsdragers’ en de Grondwet. Doch de kans is groot dat minister Carola Schouten ook dat varkentje gaat wassen. Dan zegt Nederland vaarwel tegen het huidige solidaire pensioenstelsel – ongeveer het beste ter wereld werd altijd gezegd – en gaan we over op een individueel, meer aan de commerciële markt aangepast stelsel. Tal van experts houden het er op dat gepensioneerden inflatiecorrecties in de nabije toekomst wel kunnen vergeten (in jargon: omdat de doorsneepremie wordt afgeschaft) plus dat de pensioenen gaan meedeinen met de beurzen. De eerste hobbel die moet worden genomen is de omzetting van het huidige pensioen in een nieuw pensioenbedrag (‘invaren’ noemen ze dat). Dat wordt voor de pensioenfondsen een gigantische klus. Hoe pakt dat uit? Gaat het pensioen omhoog zoals veel voorstanders van het nieuwe stelsel ons gepensioneerden willen doen geloven, blijft het ongeveer gelijk of zakt het, omdat het de financiële markten even tegenzit tijdens het invaarmoment?
De laatste beer heeft te maken met de politieke situatie in Israël. En daarmee ook de economische ontwikkeling plus religieuze vrijheid of juist beperkingen. De zakkende sjekel belooft niet veel goeds, al wordt dit signaal weggewoven door de huidige coalitie, Netanjahoe incluis. Die pronkte altijd met zijn economische successen, maar díe Netanjahoe lijkt niet meer te bestaan. Alles waar deze teflon-politicus mee bezig is, is overleven als premier om uit de gevangenis te blijven. Al moet ie daarvoor een pact met de duivel en zijn ouwe moer sluiten.
Nu is de Nederlandse politiek ook niet meer wat zij geweest is, al lijkt alles in Israël in dat opzicht logaritmisch erger. Meer gekonkel, meer corruptie, meer gescheld, meer willekeur, minder zekerheden. Ik heb een Israëli die een tijdje in Nederland had gewoond wel eens horen zeggen dat Nederland wel wat meer van het Israëlische improvisatietalent zou mogen hebben en Israël wat meer van de Nederlandse mentaliteit van ‘een man een man, een woord een woord’ (sorry dames).
Migranten zitten niet zelden tussen twee landen in. Wij verkeren met ons hoofd nogal eens in Nederland, terwijl we met onze voeten in Israël staan. Zolang de plussen zwaarder wegen dan de minnen voelt de keus om te emigreren goed aan. Het wordt akelig als noch het ene land, noch het andere je nog een geluksgevoel kan geven. Het wordt dan naar de woorden van de in Jeruzalem op grond van politieke motieven vermoorde Jacob Israël de Haan:
Die te Amsterdam vaak zei: ‘Jeruzalem’
en naar Jeruzalem gedreven kwam,
Hij zegt met een mijmerende stem
‘Amsterdam, Amsterdam’.