Pensioenfonds

Harry Polak

vrijdag 22 september 2023

Als je AOW en een bedrijfstakpensioen ontvangt en in het buitenland woont, moet je eens per jaar aantonen dat je nog in leven bent. Noch de Sociale Verzekeringsbank (SVB), noch mijn pensioenfonds, het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) ontvangen vanuit Israël overlijdensberichten van de Burgerlijke Stand. In Nederland gebeurt dat wel; althans de SVB en het PFZW kunnen zelf controleren of iemand nog leeft.

Daarom moet je als buitenlandse pensioengerechtigde een ‘Bewijs van in leven zijn’ laten invullen door de plaatselijke autoriteiten dat je vervolgens naar Nederland kunt opsturen. In Israël kan je ook naar het bevolkingsregister van het ministerie van Binnenlandse Zaken om een teoedat chajiem (levensbewijs) op te halen dat in het Engels is opgesteld. Het kost je doorgaans een ochtend, want je moet er speciaal naartoe en het is er vaak druk. We gaan naar Herzliya, want Ra’anana – waar we wonen – heeft geen vestiging van het bevolkingsregister (resjoet haoechlosien) van het misrad hapniem, zoals het in het Hebreeuws heet.

Aanvankelijk moesten mijn vrouw en ik tweemaal per jaar zo’n verklaring regelen. Begin van het najaar voor het PFZW en een paar maanden daarna, aan het begin van de winter, voor de SVB. Maar een paar jaar geleden hadden tot onze vreugde de SVB en het PFZW een en ander op elkaar hadden afgestemd. Toen hoefden we maar één keer per jaar zo’n levensbewijs te regelen. Dat was aan het eind van het kalenderjaar voor de SVB. Die liet vervolgens het PFZW weten dat het in orde was en dat was voor het PFZW voldoende. Zij noemden dat het matchen van de levensverklaring.

De levensverklaring kan je scannen en dan via de website van de SVB naar hen mailen. Nasturen van de echte verklaring per aangetekende post was niet nodig voor de SVB. Het PFZW beschikte ook over de mogelijkheid om een gescande kopie te mailen, doch het originele ding wilden ze daarna nog per post ontvangen, als ik me dat goed herinner. De procedure bij het PFZW was dus iets bewerkelijker. Je kan ook zeggen dat dit fonds wantrouwender was dan de SVB. Inmiddels is het PFZW overstag: mailen via hun website is voldoende; de originele verklaring hoeft er niet meer per post achteraan.

Opeens ontvingen we begin september van het PFZW weer een verzoek om een levensbewijs te regelen. Voor eind oktober inleveren, anders stoppen we de pensioenbetalingen stond in de brief. Logisch, bij overlijden houdt het pensioen uiteraard op.

We waren wat verrast door de brief van het PFZW. Was de samenwerking met de SVB beëindigd? Ging het om een vergissing? Begin 2023 hadden we namelijk van het PFZW bericht gekregen dat we in 2023 geen levensbewijs hoefden in te sturen, want de SVB had al zoiets ontvangen, waarvan ze op de hoogte waren gesteld.

Om er achter te komen hoe de vork in de steel zat, stuurde ik een mail aan het pensioenfonds. In de antwoordbevestiging stond dat ze het erg druk hadden en dat het antwoord even op zich kon laten wachten. Er kwam echter vrij snel een reactie achteraan, waarin stond dat de medewerker moest uitzoeken hoe het precies zat.

Na een paar dagen kwam het echte antwoord. De brieven met het verzoek om een levensverklaring waren terecht verstuurd, zo deelde de medewerker mee. De reden was dat de levensbewijzen zouden worden gebruikt voor 2024.

Dat leek me wat vreemd, want levensbewijzen met als datum ‘oktober 2023’ lijken me nogal voorbarig voor 2024. Plus, en dat is het grootste bezwaar, eind 2023 zou de SVB ongetwijfeld weer komen met hetzelfde verzoek om een levensverklaring. Dus dan was de oude situatie terug van tweemaal vrij snel achter elkaar een levensverklaring ophalen. Dat heb ik hen meegedeeld met uiteraard de toevoeging dat we zo’n ding conform het verzoek, zeg maar de eis, natuurlijk zouden toesturen.

Vervolgens gebeurde er iets geks. Ik kreeg wéér een reactie op mijn eerste mail (waarin ik had gevraagd waarom er überhaupt een levensverklaring moest worden ingeleverd als vóór 2023 het bewijs aan de SVB voldoende werd geacht). Ditmaal luidde het antwoord heel anders. Door het PFZW was geconstateerd dat het aan de SVB verzonden levensbewijs gedateerd was op 30 december 2022. Dus voor 2023 hadden ze nog niks ontvangen. Of ik daarom alsnog een levensverklaring 2023 kon opsturen.

Bizar. En dat heb ik het pensioenfonds per ommegaande laten weten: een verklaring gedateerd 30 december is nota bene te vroeg voor het jaar daarop, doch een verklaring gedateerd oktober is wél oké voor het volgende jaar!

Per kerende e-mail kreeg ik een antwoord. Het werd niet met zoveel woorden gezegd maar het tweede, rare antwoord van het pensioenfonds was niet relevant. De verklaring van eind december was gewoon in orde voor 2023. Verder werd uitgelegd dat het PFZW vroeg in het najaar om de levensverklaringen vraagt, zodat er tijd overblijft voor een herinnering als er begin november nog niets is ontvangen. In december willen ze definitief weten of iemand nog in leven is, anders wordt de pensioenbetaling gestopt.

Nu maar hopen dat voor de SVB een levensverklaring gedateerd oktober recent genoeg is als zij met hun verzoek ergens in november of december komen.

De lezer vraagt zich misschien af vanwáár deze verhandeling over de interne procedures bij mijn pensioenfonds. Welnu, vanwege het nieuwe pensioenstelsel dat er aan komt in Nederland, gaan de pensioenfondsen verworven rechten van gepensioneerden omzetten naar het nieuwe stelsel. In het pensioenjargon wordt dat ‘invaren’ genoemd. Beroep daartegen is onmogelijk gemaakt door de Nederlandse wetgever. Volgens Europees recht kan dat volgens diverse juristen niet zomaar. Het wordt gezien als aantasting van eigendomsrechten. Om die reden ben ik nogal kritisch geworden over mijn pensioenfonds.

Dat invaren wordt een heikele zaak: wat betekent dat voor het pensioen van mijn vrouw en mij? Wordt het verlaagd of gaat het omhoog; wat is er beloofd? En daarna, kan in het nieuwe stelsel wél worden geïndexeerd voor inflatie? Volgens experts zal er namelijk omdat de ‘doorsnee-premie’ (intergenerationele solidariteit) in het nieuwe stelsel wordt afgeschaft, conservatief worden gaan belegd voor gepensioneerden. Dus levert dat weinig rendement en daarmee nauwelijks kans op indexatie op.

Momenteel loopt er een beroepszaak tegen het uitblijven van de pensioenindexatie over de afgelopen reeks jaren. De zaak is aangespannen met steun van de stichting Pensioen Voldoen. Het eerdere kort geding werd verloren, wat min of meer werd verwacht, waarna er een bodemprocedure is gestart.

Bovenstaande is een hele simpele weergave van een en ander, want er valt veel meer over te zeggen en dat heb ik in eerdere columns ook gedaan.

Op de site van Pensioen Voldoen staan een paar interessante interviews met pensioendeskundigen. Die gaan over de vraag waarom de zogenaamde rekenrente, opgelegd door De Nederlandse Bank (DNB), roet in het eten gooide inzake de indexatie (interview met actuaris Eijgenraam). Nog veel interessanter is het interview met Michael van Bemmelen die uitlegt dat DNB er veel belang bij had om de grote reserves van de pensioenfondsen te gebruiken, zeg maar gerust: misbruiken om wankele financiële positie van de handelsbanken te stutten. Dat ondersteunen is een goede zaak gezien het maatschappelijk belang van banken als de banken geen blaam zou treffen. Doch zij raakten in de problemen door eigen toedoen, omdat er onbetrouwbare financiële producten op de markt werden gebracht.

De burger werd daardoor eigenlijk twee keer gepakt: nogal wat mensen raakten (een deel van) hun geld kwijt door discutabele financiële producten van banken en de pensioenopbouw (van de werkenden!) en de pensioenuitkeringen werden ernstig aangetast om de banken te ontzien. Beide uitingen van doorgeslagen neoliberalisme, waar sommigen zeer van profiteerden maar de massa niet of nauwelijks.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016