Het was 1978. Mijn vader en ik zaten aan de tv gekluisterd. Mijn moeder keek goedkeurend toe, terwijl ze met andere dingen bezig was. Ik studeerde (bijna af) in Amsterdam en was, als ik het me goed kan herinneren, speciaal naar huis gekomen om de eerste stappen van de Egyptische president Sadat op Israëlische bodem te aanschouwen. Dat deed ik wel vaker: naar mijn ouderlijk huis gaan om samen met mijn vader tv te kijken. Dat ging dan altijd om speciale voetbalwedstrijden. Op spannende momenten wond hij zich steevast ontzettend op, waardoor mijn moeder in paniek raakte omdat hij hartpatiënt was. Dit keer ging het tv kijken bij hem gepaard met een mengeling van ingehouden opwinding en opperste verbazing. Het was niets voor hem, doch hij viel bijna stil door de aankomst van Sadat. Dat de leider van de meest volkrijke Arabische natie het aandurfde om de Knesset toe te spreken. Van de Israëli’s had Sadat weinig te duchten, des te meer van zijn eigen achterban.
Anwar Sadat heeft het met de dood moeten bekopen, net zoals Jitschak Rabin meer dan tien jaar later werd doodgeschoten, omdat hij de door rechts verfoeide Oslo-akkoorden had afgesloten met de PLO van Jasser Arafat. Ook bij Rabin ging het om de eigen Israëlische achterban die een eigenmachtig uitgesproken doodvonnis voltrok. Mijn vader was toen reeds geruime tijd overleden, dus het tekenen van de akkoorden op het gazon van het Witte Huis en die merkwaardige handdruk van Arafat en Rabin heeft hij niet meer meegemaakt.
De vrede met Egypte, en later met Jordanië, was een regelrechte doorbraak. Deze vredesverdragen vormden een barst in het Arabische, tegen Israël gerichte front. Niettemin waren beide vredesakkoorden meer een soort permanente wapenstilstanden. Het betekende vooral géén oorlog meer. Van een echte, warme vrede was in het geheel geen sprake. Het waren vredesakkoorden tussen de regeringen van landen, daartoe aangemoedigd door de VS. Ongetwijfeld afgekocht met veel dollars. De Amerikanen wilden invloed houden in het Midden-Oosten. De VS wilden niet alleen afhankelijk zijn van het Westers georiënteerde Israël als bruggenhoofd. De gewone Egyptenaar bleef net als de Jordaniër overwegend vijandig gestemd tegenover Israël of zelfs Joden in het algemeen.
Ik ben geen politiek commentator. Slechts een politiek geïnteresseerde, permanent ingezetene van een land dat meer dan zeventig jaar (na twee millennia opnieuw) bestaat. Formeel is Israël nog steeds in staat van oorlog met buurland Libanon, waar het uiterst Israël-vijandige Hezbollah een staat in de staat vormt. Ook met het gefragmenteerde en voor een deel in puin liggende Syrië zijn de relaties nog steeds uiterst vijandig. Israël voert met enige regelmaat bombardementsvluchten uit boven dit noordelijke buurland om de aanvoer en opslag van wapentuig uit Iran onklaar te maken en zwijgt daar voornamelijk over. De echte vijand zetelt verder weg in de islamitische republiek Iran, waar de geestelijkheid alle macht naar zich toe heeft getrokken en Israël serieus van de kaart wil vegen. Liever vandaag dan morgen.
Alsof dat nog niet genoeg is, de rest van de islamitische wereld (tot en met Bangladesh, Maleisië en het grootste islamitische land ter wereld, Indonesië, aan toe) moet niks van Israël hebben. Vanwege de Palestijnen. Al heb ik het onrustige idee dat zelfs als het met het gros van de Palestijnen min of meer goed komt (op Hamas en consorten na, die zijn te ver heen in hun blinde haat) dan nog zal een deel van de Arabische of islamitische wereld Joden hun eigen staat niet gunnen.
Op één of andere manier voelt de normalisatie tussen Israël en de steenrijke VAE anders aan dan de mijlpalen met Egypte en Jordanië. Het ziet er uit als een akkoord van de nationale leider én zijn bevolking. De inwoners van de emiraten lijken net zo opgewonden over het akkoord als de Israëli’s. Dat is een gigantisch verschil met de toenmalige Egyptenaren onder Sadat en Jordaniërs onder Hoessein, én de tegenwoordige Egyptenaren onder Sisi én de Jordaniërs onder Abdoellah II.
Noch NRC-commentator Roelants als de hoofdredactie van Trouw schrijven op die manier over het akkoord. Ze schatten het vanuit hun uitkijkpost achter de Hollandse dijken anders in en zijn op z’n Nederland ‘zuuneg’. De Israëlische commentator Anshel Pfeffer graaft in Haaretz naar mijn mening wat dieper en denkt wat verder door. Het wachten is op de volgende Arabische dominosteen. Wie durft de stap van de emiraten te volgen? Het legt de emirs geen windeieren, want de weg naar de aanschaf van de peperdure F-35 door hun Golfstaat ligt nu zowaar open. Trump en de Amerikaanse wapenindustrie kunnen hun makelaarsloon gaan incasseren als de levering doorgaat.