Uzzi Ornan, een Israëlische linguïst en activist, weigerde in 1948 bij de oprichting van de staat Israël te worden ingeschreven als ‘Joods’. Hij was strikt seculier en beschouwde de omschrijving van zijn identiteit in termen van ‘Joods’ als religieus en daarom in zijn geval volkomen onjuist. Hij zag zichzelf als ‘Hebreeër’. De autoriteiten van de burgerlijke stand accepteerden toen zijn zienswijze.
In 2000 diende Ornan het verzoek in om te worden omschreven als ‘Israëli’ in plaats van ‘Joods’. Op het Israëlische identiteitsbewijs stond in die tijd tot welke natie je behoorde, dus: Joods, Arabisch, Druzisch en dergelijke. Dat is sinds 2005 niet meer het geval. Zijn verzoek werd in tegenstelling tot eerder geweigerd, waarop hij naar de rechter stapte. Ook die wees zijn verzoek af. Hij procedeerde door tot en met het Hooggerechtshof dat in 2013 tot de slotsom kwam dat de eerdere rechters juist hadden beslist: Israëli’s vormen géén natie!
Onlangs schreef ik een artikel schreef onder de prikkelende titel “Bestaat het Israëlische volk?” voor een Joods blad in Nederland. Op dat moment was ik nog niet op de hoogte van bovenstaande. Het stuk werd tot mijn grote teleurstelling afgewezen. Dat was niet eens zozeer omdat mijn antwoord op de vraag of het Israëlische volk bestaat, ontkennend was. Het kwam vooral omdat er een passage in stond over Joods worden waar de redactie het volstrekt mee oneens was. Ik stelde dat Joods worden primair een kwestie is van toetreding tot het Joodse volk. De toelatingsprocedure is weliswaar religieus van aard – nogal logisch, de procedure is in handen van rabbijnen gelegd – doch in essentie is Joods worden naar mijn stellige overtuiging een zaak van naturalisatie. Ik werd gesterkt in dat idee door een passage uit het boek Letters To My Palestinian Neighbor van Yossi Klein Halevi. Hij stelt dat het geen toeval is dat Ruth bij toetreding tot het jodendom zegt: uw volk is mijn volk, uw God is mijn God. Het volk (de stam, de groep) komt éérst, daarna komt God (lest best, zullen we maar zeggen). Klein Halevi omschrijft het zo: “The foundation of Jewishness is peoplehood.”
Joods zijn betekent dat je deel uitmaakt van het Joodse volk óf – in het geval van toetreding – er ten diepste bij wilt horen. Het Joodse volk is nogal naar binnen gekeerd. Toch is het beslist geen afgesloten groep, want er is ruimte om in te voegen – zij het dat het geen gemakkelijke weg is. Joden worden geacht religieus te zijn, maar er zijn tal van Joden die dat niet zijn. Die zijn daarom niet minder Joods. Als Joods zijn louter een zaak van religie was, zouden niet-religieuze Joden geen Joden meer zijn. Het is wel zo dat als Joden een andere religie aannemen, zij zich losmaken van het jodendom en óók van het Joodse volk. Geschmadde Joden zijn formeel niet langer Joods. Joden die areligieus, atheïst of zelfs antireligieus zijn, blijven echter nog steeds Joods. Spinoza, die de banvloek over zich heen kreeg, omdat hij een ander Godsbegrip voorstond, trad niet toe tot een andere religieuze gemeenschap en bleef daarom Joods. Hij hoort daarom ten volle bij de Joodse erfenis.
Het is een beetje uitzonderlijk met Joden. Joden als volk hebben een eigen religie. Als je enkel en alleen om religieuze redenen Joods wilt worden en verder niks hebt met Joden dan heb je pech, want dat kan niet. Joods worden betekent dat je na de gioer (het op religie gebaseerde toetredingsproces) automatisch toetreedt tot het Joodse volk en zijn religie.
Het komt ook bij andere volken voor dat die voornamelijk één religie aanhangen: Italianen zijn overwegend rooms-katholiek. Dat delen ze met Spanjaarden, enzovoort. Bij Joden gaat die vlieger niet op. Alleen Joden (als volk) zijn Joods.
Natuurlijk kan je best Nederlands én Joods zijn. Alleen ben je dan Nederlands van nationaliteit in de zin van staatsburgerschap. Als je als Nederlands staatsburger Joods bent dan maak je etnisch (een beetje vies woord eigenlijk) deel uit van het Joodse volk. Nederlandse Joden zijn geen etnische Nederlanders, al maakt hen dat in termen van burgerlijke rechten en plichten niets minder dan etnische Nederlanders. Trouwens, wat zijn in hemelsnaam etnische Nederlanders? Er is om allerlei redenen zoveel vermenging opgetreden onder Nederlanders dat je hard moet zoeken. En dan is de hamvraag wáárnáár. Bij Japanners of IJslanders ligt dat mogelijk een beetje anders. Als eilandbewoners zijn die volkeren nogal op zichzelf gebleven.
Het artikel over het mijn inziens niet-bestaande Israëlische volk werd gelukkig wel aanvaard door het blad ALEH van Nederlandse immigranten in Israël (oliem). Zij het als discussiestuk, want in de redactie ontstond er gelijk een debat over. De passage over Joods worden, werd wat aangevuld, maar niet ingrijpend gewijzigd, zoals de redactie van het Joodse blad in Nederland tot mijn ongenoegen deed. Met de aanpassing door de redactie van de ALEH kon ik leven.
Uzzi Ornan moet nu zo’n 93 jaar zijn. Als hij tenminste nog leeft, wat ik voor hem hoop. Als linguïst is het niet zo vreemd dat hij zich beschouwt als Hebreeër. Hebreeuws is immers zijn vak. Als Jood (al is dat zijn geval ‘vloeken in de kerk’) zou hij moeten weten dat Joden niet per se religieus hoeven te zijn, al is religie onmiskenbaar de ruggengraat van het jodendom. Maar was het niet de Allerhoogste zelf die zei dat Zijn volk Hem mag verlaten, als ze maar niet Zijn Tora verlaten? Waarna je vervolgens middenin een Joods discussie kunt belanden over wat de Tora nu precies inhoudt en daarmee wat de Allerhoogste van ons mensen (Joden en niet-Joden) verlangt.
Oké, 613 mitswot, dat zeggen de rabbijnen die het jodendom hebben omgeturnd na de verwoesting van de tweede Tempel. Formeel zijn alle mitswot even belangrijk (er zijn nogal wat mitswot die je alleen in Israël kunt praktiseren). Mij maak je niet wijs dat moord als overtreding hetzelfde is als het verbod om linnen en wol tegelijk te dragen (sjatnez). Dus de orthodoxe interpretatie (mitswot, mitswot, mitswot) en de meer liberale (de ene mitswa is de andere niet) kúnnen naast elkaar bestaan zonder dat je “het” jodendom in al zijn uit de onderlinge discussies blijkende pluriformiteit (!) tekort doet. Met de kanttekening dat dat nota bene in Israël niet kan vanwege het orthodoxe monopolie waaraan bizar genoeg door de staat nog steeds wordt vastgehouden.
Het is allemaal een kwestie van lezing, uitleg, interpretatie, discussie. Dat geldt ook voor de vraag of Israëlische staatsburgers allemaal tot één volk behoren dan wel tot meerdere volken behoren. Belangrijker is wat mij betreft dat ze als landsbewoners hebben afgesproken dat zij iets willen maken van het land (Israël) waar ze met z’n allen staatsburger van zijn. Israël, het Jóódse land bij uitstek. Oeps, oiwawoi, dat is weer een andere discussie.