De Amerikaanse Israëli Yossi Klein Halevi werd in 1953 in New York geboren. In 1982 ging hij op alija. In die periode bevond hij zich als aanhanger van de vermoorde rabbijn Meïr Kahane op de uiterste rechtervleugel van het politiek spectrum. Hij kwam tot andere inzichten toen Kahane steeds extremer werd en in de ban werd gedaan. Tegenwoordig zou je Klein Halevi kunnen situeren in het politieke midden, wellicht zelfs enigszins links van het midden. Zijn extreme periode ziet hij als een jeugdzonde.
Zijn naam heb ik eerder laten vallen in een twééde Crescascolumn over Einat Wilf, die onafgebroken strijd voert tegen het zogeheten ‘recht op terugkeer’ van achtereenvolgende generaties Palestijnse vluchtelingen. Voor het blad Joods Nu schreef ik over het laatste boek van Klein Halevi, Letters to a Palestinian Neighbor, dat het mij zeer goed van pas was gekomen in mijn dialoogperiode in Nederland als dialoogpartners tegen mij zeiden “niets tegen Joden te hebben, doch wel tegen Israël te zijn.” Uit Klein Halevi’s boek spreekt de vurige wens om intensief in contact te treden met politieke of andersoortige opponenten. Doch dan wel zonder de eigen kernwaarden uit het oog te verliezen. Dat laatste wordt nogal eens veronachtzaamd in het verlangen om met andersdenkenden vooral een goede relatie te krijgen. Hoewel ook ik de relatie zeer belangrijk vind, staat bij mij toch de inhoud én het niet verkwanselen van de eigen cruciale uitgangspunten voorop.
Onlangs luisterde ik via YouTube naar een recente voordracht van Klein Halevi voor een Amerikaans-Joods publiek. Amerikaanse Joden en Israëli’s bewegen zich steeds meer uit elkaar, wat voor geen van beiden goed is. Klein Halevi hield zijn publiek onder andere voor dat men zich niet meer moet blindstaren op links in Israël. Links is nu eenmaal geen machtsfactor van belang meer. Amerikaanse Joden doen er daarom goed aan zich te richten op het politieke midden, dat het opneemt tegen rechtse krachten in het Joodse land. Het land dat in wezen nog steeds in oorlog is met veel landen in de omgeving, die worden gesteund door allerlei fel antizionistische bewegingen in het Westen. Het Israëlische midden verenigt naar zijn idee het beste in zich van de twee tegengestelde nationale politieke stromingen die beide in beslag worden genomen door hun eigen angsten.
Rechts is doodsbang voor het beëindigen van de bezetting, links is als de dood voor het voortduren van de bezetting. Rechts ziet wel wat in annexatie van (grote delen van) Judea en Samaria en is beducht voor een Palestijnse staat die best eens zou kunnen uitgroeien tot een tweede Gaza. Links vreest dat de annexatie het Joodse karakter van Israël zonder meer in gevaar zal brengen. Dat zou het einde betekenen van het zionisme, dus het streven naar een eigen land voor Joden. Of het zou de doodsteek zijn voor Israël als democratische rechtsstaat, indien bij totale annexatie aan Palestijnen burgerrechten zouden worden onthouden.
Het politieke midden begrijpt de angst van rechts voor een Palestijnse staat, want een tweede ‘Hamastan’ kan Israël zich absoluut niet veroorloven. Temeer omdat er ook nog andere vijanden op de loer liggen om de genadeslag uit te delen aan de Joodse staat, met name Hezbollah in Libanon en het door de sji’itische geestelijkheid bestuurde Iran. Anderzijds ziet het midden dat Israël oprecht naar wegen dient te zoeken om een eind te maken aan de bezetting via een vergelijk met de Palestijnen, mits dat niet ten koste gaat van de veiligheid van Israël als Joodse staat.
De voordracht van Klein Halevi is doorspekt met prachtige kernachtige uitspraken, waarmee verrassende inzichten worden gegeven of waardoor je aan het denken wordt gezet. Neem deze: Israël hoort de staat te zijn voor alle Joden, of ze daar nu wonen of niet, plus (!) dat Israël de status hoort te zijn voor alle inwoners, of zij nu Joods zijn of niet. Vooral die laatste stelling is complex: minderheden horen dezelfde individuele rechten en plichten te hebben als de meerderheid in een rechtstaat, maar het is niet de minderheid die de nationale identiteit (cultuur, taal en dergelijke) van een land bepaalt. Dat zou de democratische rechten van de meerderheid aantasten, naar mijn idee.
Het meest bijzonder aan Klein Halevi vind ik echter zijn dappere pogingen om Palestijnen te bereiken. En daarmee eigenlijk ook de Arabische Israëli’s, voor zover die zich sterk vereenzelvigen met hun Palestijnse broeders en zusters aan de andere kant van de grens. Althans, de zogeheten groene lijn, die in feite slechts een wapenstilstandslijn is en nog steeds geen formeel erkende grens.
Klein Halevi heeft een blog op de internetkrant The Times of Israel. Uiteraard besteedt hij daar aandacht aan zijn recente boek, waarvan net een herdruk is verschenen mét in een bijlage een groot aantal commentaren van Palestijnse en andere buren op zijn Letters to a Palestinian Neighbor. Eén van de reacties besprak hij onlangs op zijn blog. Het gaat om een gepeperd commentaar van Raja Shehadeh, een Palestijnse schrijver die naar eigen zeggen ook betrokken was bij het Oslo-vredesproces. Het is verschenen in The New York Times, altijd goed voor een kritische blik op de Joodse staat en zijn aanhangers.
De reactie van de Palestijnse auteur is nogal teleurstellend, aldus Klein Halevi. Dat ben ik met hem eens, want de in Engeland gelauwerde Palestijn vervalt in het oude welles-nietes spel. Shehadeh wijst erop dat Klein Halevi graag het zionistische verhaal wil overbrengen, dus waarom Joden richting Israël zijn gegaan, doch dat hij het Palestijnse narratief zou miskennen. Klein Halevi corrigeert Shehadeh door aan te geven dat hij het Palestijnse relaas aantoonbaar goed tot zich heeft laten doordringen én vooral door hem erop te attenderen wat de officiële Palestijnse woordvoerders bij voortduring met grote stelligheid beweren over de Joodse staat: Joden horen hier niet thuis in Palestina, het verhaal over ‘het Joodse volk’ is een verzinsel, een construct, want er hebben nooit Joodse Tempels gestaan op de Tempelberg, waar de Al Aksa-moskee en de Rotskoepel zijn verrezen, enzovoort.
Voor mij als geïnteresseerde lezer zit er niks anders op dan ook de herdruk aan te schaffen van Klein Halevi’s brieven aan de Palestijnse buren (en tevens aan veel Arabische Israëli’s), want de uitgever heeft de commentaren op zijn boek niet apart uitgegeven. Hopelijk kom ik dan positievere reacties tegen dan die van Raja Shehadeh, Palestijnse jurist van christelijke huize en oprichter van Al Haq. Al Haq? Dat is de organisatie die Justitie in Nederland drie jaar heeft beziggehouden met speurwerk naar geheime agenten van de Israëlische Mossad, die één van de juristen van Al Haq in Den Haag zouden hebben bedreigd. Justitie heeft niets van dat al kunnen vinden, zo valt te lezen in het NIW.