Heel vroeger hebben mijn vrouw (toen nog mijn vriendin) en ik een paar jaren in de Amsterdamse Dapperbuurt gewoond. De woning was oud en gehorig. Toch hebben we daar met plezier vertoefd, omdat we veel meer ruimte hadden dan in onze eerdere kamer in een gerenoveerd studentenhuis. Voorts waren de woonkosten laag. Daardoor konden we wat opzij leggen voor de inrichting van ons volgende, ongetwijfeld betere huis na het afstuderen.
We zagen de buurt veranderen. De rasechte Amsterdammers trokken weg naar Purmerend en omstreken. Dat deden ze met tegenzin, want ze waren best verknocht aan hún Mokum en de eigen volksbuurt met de levendige Dappermarkt als ontmoetingsplaats. ‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’, dichtte J.C. Bloem, niet voor niks. Waarom vertrokken ze dan toch? Hun buurt was hun buurt niet meer door de komst van allerlei nieuwe buurtbewoners. Gastarbeiders met hun eigen winkels en andere gewoonten, exotische ‘Rijksgenoten’ uit Suriname plus de Antillen en ook studenten, zoals mijn vrouw en ik. En eerlijk gezegd: een betaalbaar huis met een tuintje, zij het buiten Amsterdam, was bovendien wel zo aanlokkelijk voor menig Dapperbuurter.
Niet iedereen vertrok. Beneden ons woonde een wat oudere, fragiele vrouw die de fietsenstalling exploiteerde. Een beetje fiets was in die dagen nog een trots bezit en die zette je tegen betaling in de stalling, niet op straat. Dáár werden ze na verloop van tijd complete roestbakken, als ze niet werden gestolen. Tante Jans hield een oogje in het zeil en je moest het niet wagen om met een verkeerde fiets naar buiten te komen. Die stalling en zij waren onafscheidelijk. Zelfs toen haar vloer moest worden vernieuwd, omdat ze opeens door de verrotte planken was gezakt. Ze zat tijdens de renovatie dag en nacht heel zielig in een hoekje op de laatste planken die nog over waren. Naast het raam uiteraard, want wie moest anders op de stalling letten?
Met een andere studente heb ik bij het Gemeentelijk Grondbedrijf een schadeloosstelling weten te regelen voor haar. Tenslotte moest de hele vloerbedekking van haar huurhuis worden vernieuwd. De lieverd gaf nog een flink bedrag weg aan ons. Honderd gulden, waar ik boeken voor heb gekocht. Voor mij hoefde die beloning niet; ze stond er echter op. Ze hield uiteraard nog meer dan voldoende over om haar huis van nieuw tapijt te voorzien.
Ik weet nog goed dat ze plotseling voor een medisch onderzoek naar het ziekenhuis moest. Dat was niet ver, want het OLVG zat in een buurt verderop, voorbij het Oosterpark. Slechts een paar tramhaltes. Voor haar was het een wereldreis. En tot overmaat van ramp moest ze de fietsenstalling even in de steek laten.
Op de hoek van onze straat zat ook de sigarenzaak van Sjaak Swart, de befaamde linksbuiten van Ajax en tevens een bekende Joodse Amsterdammer. Heel lang heb ik hem niet meegemaakt. Ook hij vertrok uit de Dapperbuurt, niet lang nadat wij daar waren neergestreken.
Mensen zijn nu eenmaal op zoek naar de voor hen beste levensomstandigheden. Als je daarvoor moet verhuizen dan doe je dat. Lokaal, regionaal, desnoods internationaal. Vertrekken naar het buitenland heeft wel meer voeten in de aarde dan binnen de landsgrenzen blijven wonen, doch het blijkt dat ouderen van nu de sprong over de landsgrenzen steeds meer wagen.
Het NIDI, het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, is daarom een onderzoek begonnen naar ouderen boven de 65 die uit Nederland vertrokken zijn. Er is weinig bekend over de motieven van gepensioneerden om Nederland achter zich te laten. Vandaar het onderzoek. Het NIDI zegt daarover het volgende: “Steeds meer Nederlanders kiezen ervoor te emigreren. Toch weten we eigenlijk nog erg weinig over de achtergronden van zo’n stap en hoe het mensen vergaat nadat ze geëmigreerd zijn. Het NIDI – een onafhankelijk wetenschappelijk instituut aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) – hoopt met dit onderzoek belangrijke kennis toe te voegen aan wat er over emigratie bekend is.”
Op de site is elders ook nog een Engelstalig tekst te vinden over het hoe en waarom van dit onderzoek: “An increasing number of people migrate from the Netherlands to a foreign country after their retirement. While retirement migrants typically move in search of a better climate and a less hectic life environment, migration in the later stages of life also poses challenges. There have been prior studies of retirement migration but the number of studies is small, typically qualitative, and mostly descriptive. Our project is innovative in three ways. First, the project raises new questions about the potential problems that retirement migrants may experience. Specifically, we focus on two types of ‘risk’: problems with family ties, social networks and community involvement, and problems with health, wellbeing and lifestyles. Second, our project is innovative in a methodological sense. It is based on a well-defined nationally representative sample frame and a large-scale survey among retirement migrants in a large number of destinations. Moreover, it uses a matched comparison group of pensioners who did not migrate and adds (smaller) samples of return migrants. Third, our project is theoretically innovative. Using theories from (social) gerontology, social network research, and migration studies, we develop new hypotheses about why and under what conditions retirement migrants are successful while others are not and we test these explanations using the newly collected survey data.”
In de tekst staat dat het NIDI-onderzoek wordt gebaseerd op een nauwkeurig gedefinieerde populatie en steekproef daaruit. Om dat voor elkaar te krijgen heeft het NIDI de Sociale Verzekeringsbank (SVB) benaderd, want daar liggen de gegevens van AOW’ers. De SVB weet precies welke AOW’ers naar het buitenland vertrokken zijn. Uiteraard is deelname aan het onderzoek geheel vrijwillig en voorzien van privacy-garanties. Om die reden kregen we een brief van de SVB met de vraag of we wilden meedoen aan het onderzoek, plus daarbij een brief van het NIDI met een internetadres alsmede een persoonlijke inlogcode voor een digitale vragenlijst. Het NIDI weet niet wie er achter de inlogcode zit en het SVB is niet op de hoogte van wie wel en wie niet meedoen, aldus beide instanties.
Bij het invullen van de ellenlange vragenlijst werd duidelijk hoe benieuwd de onderzoekers zijn naar hoe het de emigranten vergaat. Wat valt mee en wat valt tegen? Welke problemen moeten worden overwonnen en wat te doen als dat niet lukt? Aan het onderzoek wordt ook meegewerkt door de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ouderen lopen immers steeds meer gezondheidsrisico’s naarmate ze ouder worden. Is het daarom wel medisch verantwoord om je te gaan vestigen in het buitenland tijdens de derde levensfase?
Bij het opstellen van de vragenlijst is geen rekening gehouden met Nederlandse Joden, merkten we bij het invullen. Begrijpelijk, want dat is maar een hele kleine groep op het totaal. Israël is een typisch immigratieland waar uitdrukkelijk rekening wordt gehouden met nieuwkomers die een plaats moeten zien te verwerven binnen de hectische Israëlische samenleving. Toch denk ik dat de resultaten van de studie ook interessant kunnen zijn voor degenen die op alija gaan (in Israël gaan wonen) – en voor Israëlische instanties.
Daarom ben ik benieuwd naar de onderzoeksresultaten die eind 2021 worden verwacht. Je bent nooit te oud om te leren.