Onlangs gingen we weer mee met het jaarlijkse uitstapje van de afdeling Netanya/Tel Aviv van de Nederlandse immigrantenvereniging (Irgoen Oleh Holland). Ons reisdoel bevond zich ongeveer ter hoogte van de grens van de Gazastrook met Egypte. Een rit van ruim honderd kilometer vanaf Beth Juliana in Herzliya, één van de opstaphalten. Niet ver van Kerem Shalom, de grensovergang vanuit Israël met Gaza, waar talloze vrachtwagens voedsel en andere levensbehoeften komen afleveren voor de inwoners van het Hamas-gebied.
In mosjav Yated brachten we een bezoek aan een niet alledaagse kunstenaar. Yaron Bob maakt kunst van de resten van raketten en andere projectielen die door Hamas worden afgevuurd op het Israëlische grondgebied rond Gaza. Yaron is erin geslaagd om zijn kunst aan te bieden aan tal van wereldleiders, onder wie niemand minder dan de voormalige Amerikaanse president Obama. Die kreeg een grote chanoekia. Samen met de boodschap dat het beter is om met elkaar te praten dan om raketten af te vuren.
Ook van resten van de Iron Dome, Israëls uiterst effectieve verdedigingssysteem tegen de raketten van Hamas, maakt Yaron kunst. De Iron Dome-raketten bestaan uit ander materiaal en zijn voor hem lastiger te bewerken. Toch is deze bijzondere artiest erin geslaagd er mezoezot van te vervaardigen.
Kunstenaar Yaron Bob aan het werk om ‘rozen van raketten’ te maken
Yaron Bob noemt zichzelf noch links, noch rechts, hij is centrist, zoals dat heet in Israël. (Lapid is de meest uitgesproken centrum-politicus in het Joodse land.) Bob is ook geen pacifist, wat ook niet is vol te houden als je in de buurt van de vijandige Gazastrook woont. Toch verlangt hij, zoals veel Israëli’s naar een vreedzame oplossing van het lang slepende conflict met de Palestijnen.
Bob vertelde ons dat hij ooit bijna werd geraakt door een raket uit de Gazastrook. Achteraf kwam pas de schrikreactie. Hij begon opeens te beven, zoals hij nog niet eerder had meegemaakt. Hij werd pas weer rustig toen hij naar zijn atelier ging om kunst te maken van het schroot van de raketten. Zijn kunstzinnige arbeid werkt dus ook therapeutisch voor hem.
Na het bezoek aan mosjav Yated ging de reis verder naar mosjav Dekel. Daar is een klein museum te vinden dat in het teken staat van de opbouw én ontruiming van Yamit. Deze verdwenen kleine plaats aan de kust van de Sinaïwoestijn werd ooit uit de grond gestampt door ondernemende Israëli’s in de periode na de Zesdaagse Oorlog in 1967, toen Israël de gehele Sinaïwoestijn veroverde tot aan de oevers van het Suezkanaal. De Israëlische overheid wilde een buffer opzetten om terroristen die vanuit de Sinaï kwamen, tegen te houden.
De Israëli’s die naar die contreien trokken om een nieuw bestaan op te bouwen, waren doorgaans vrij seculier, las ik. Niet helemaal vergelijkbaar met de kolonisten die zich op de Westoever (Judea en Samaria) plus vroeger in Gaza hebben genesteld. Die zijn vaak religieus geïnspireerd, al zijn er ook veel Israëli’s bij die daar zijn gaan wonen vanwege de lage huizenprijzen en de ruimte.
De ontruiming van Yamit, in 1982, ging niet zonder slag of stoot. Noem het maar gerust een kleine veldslag tussen een harde kern die hun woonplek daar niet wilden opgeven en de militairen die de opdracht kregen om hen uit hun huizen te halen. Veel vroegere inwoners van Yamit denken met weemoed terug aan de gelukkige periode die ze daar hadden. Vlak aan zee, die voor hen nu alleen te bereiken is door om Gaza heen te rijden. Achteraf wordt alles geromantiseerd, het zal best aanpoten zijn geweest in de woestijn, want ze begonnen met niks in die zandbak daar.
Uiteraard waren de inwoners van Yamit en omstreken ook blij dat er een vredesverdrag tussen het Egypte van Sadat en het Israël van Menachem Begin tot stand was gekomen in 1979 onder leiding van president Jimmy Carter. In hun naïviteit dachten zij echter dat zij daar konden blijven wonen. Toen hen werd verteld dat ze moesten vertrekken, kregen ze opdracht om de huizen netjes achter te laten. Zelfs gaten in muren moesten worden opgevuld, want de Egyptenaren zouden in het kader van het vredesverdrag een bedrag op tafel leggen voor de overdracht van huizen en infrastructuur. Dat bedrag kwam er nooit, zo werd ons verteld, waarop de Israëlische autoriteiten alles met de grond gelijkmaakten. Geen geld, dan ook geen huizen en wat er verder was opgebouwd.
Veel bewoners van Yamit zijn een stukje verderop gaan wonen en verbouwen daar weer tomaten en andere landbouwproducten. We kregen te horen dat ongeveer veertig procent van alle groenten en fruit voor Israëlische supermarkten en winkels uit die streek komt. En passant vertelden ze ons ook dat zij er niet zoveel voor betaald krijgen. Door de tussenhandel worden de prijzen voor de consumenten flink opgedreven.
In het museum werd ook enige aandacht besteed aan de Bedoeïenen die in de Sinaï woonden toen de Israëli’s daar arriveerden om Yamit en enkele andere plaatsen te stichten. De verhoudingen waren goed, zo werd ons verzekerd. De Israëli’s werden gastvrij onthaald.
Toen ik echter een en ander opzocht over de geschiedenis van Yamit kwam ik andere verhalen tegen. Vooral de zeer pro-Palestijnse Amira Hass van Haaretz had geen goed woord over voor de manier waarop Israël de daar woonachtige Bedoeïenen rond 1972 heeft behandeld. Zij werden heimelijk (!) overgeplaatst naar elders (in anti-Israëlkringen heet dat ‘gedeporteerd’). De leiders van de Bedoeïenen noemden aantallen van 20.000 gedeporteerden, het leger telde er hooguit 5.000. Dat is altijd nog meer dan het aantal inwoners van Yamit, dat neerkwam op zo’n 2.500.
Indertijd is er rumoer geweest rond het gedwongen vertrek van de Bedoeïenen. De toenmalige leider van de kibboetsbeweging was geschokt. Nadat hij een en ander in de openbaarheid had gebracht, werd het heftig ontkend door het leger. Het zou slechts om een paar nomaden zijn gegaan. Later stelde een speciale onderzoekscommissie vast dat alleen de minister van Defensie Mosje Dayan en zuidelijke bevelhebber Ariël Sharon ervan wisten. De rest van de regering werd niet op de hoogte gesteld.
Er wordt zelfs verondersteld dat het wegjagen van de Bedoeïenen en het koloniseren van de noordelijke Sinaï voor Sadat reden was om opdracht te geven voor de Jom Kipoeroorlog.
Omdat het inmiddels veertig jaar geleden is dat Yamit werd ontruimd, is er in het afgelopen voorjaar op televisie aandacht aan besteed. Dat heb ik gemist. Als ik het had gezien, had ik er ongetwijfeld weinig aan gehad, omdat mijn Hebreeuws helaas nog steeds te slecht is om zoiets te kunnen volgen.
Ook in de schrijvende pers kwam het aan de orde. Het wordt nu eenmaal als een trauma gezien. Net zoals de ontruiming van Gush Katif in de Gazastrook dat nog steeds is. Het zit gewoon niet in het dna van Israëli’s om als zij ergens iets met bloed, zweet en tranen hebben opgebouwd daar vervolgens te moeten vertrekken. Al is het natuurlijk een pleister op de wonde wanneer het om een hoger doel gaat, namelijk serieuze vrede met eerdere vijanden.
Niettemin blijft het bitter dat aanvankelijk ijverige Israëli’s werden verleid om Yamit uit de grond te stampen, terwijl ze daar nog geen tien jaar later zonder pardon konden vertrekken. Maar ja, gewone mensen zijn doorgaans slechts pionnen op het schaakbord van de internationale politiek, waar het nu eenmaal vaak draait om andere, zogeheten hogere belangen.