Dit jaar was onze sederavond anders dan anders. Omdat onze middelste dochter met man en twee zoontjes uit Spanje was overgekomen, zouden zij er tot onze grote vreugde bij zijn. Dat liep mis, want de dag ervoor (donderdag) bleek dat zij corona had opgelopen. Zij logeerde bij ons in Ra’anana, dus daar moest wat anders op worden gevonden. Gelukkig kon ze in quarantaine bij haar jongste zus in Tel Aviv. Die was onlangs genezen van corona, hoogstwaarschijnlijk opgelopen tijdens een verblijf in Londen voor haar werk.
Nadat onze ‘Spaanse’ dochter vier dagen in de beveiligde kamer opgesloten had gezeten, testte ze op zondagavond niet meer positief, zodat zij eruit mocht als ze de dag erop weer een negatieve testuitslag had. Ondertussen was haar oudste zoontje die nog bij ons in huis was, na de seder opeens ziek geworden (misselijk en flinke koorts). Mijn vrouw en ik waren daarom bang dat we het ook zouden krijgen. Zijn test op zaterdag was echter negatief. Maar diezelfde zaterdag voelde ik me niet lekker worden. Op maandag had ik dan ook een positieve testuitslag, waarop onze resterende logés direct naar Tel Aviv vertrokken en onze jongste dochter een vol huis had. Inmiddels is ook mijn vrouw besmet geraakt. Als het zo met ons blijft dan beperkt de corona zich tot een soort korte, pittige verkoudheid plus wat keelpijn en vooral een vervelend grieperig gevoel van een paar dagen.
De seder was voor de rest als vanouds. Althans, zoals we in Israël bij min of meer seculiere Israëli’s gewend zijn geraakt. Iedereen aan tafel leest een stukje uit de Haggada (de Israëli’s heel snel, dan is het gauw afgelopen) met heel weinig liedjes. En zeker geen uitleg en discussies. Aan de meer orthodoxe sedertafels in Israël zal het ongetwijfeld anders gaan, in ieder geval veel serieuzer zijn. Daar gaan ze ook vrolijk door na de maaltijd, zoals het hoort, terwijl de meeste seculieren het na het eten voor gezien houden, op een paar liedjes na.
De sederavond is een heel oude Joodse traditie. Die bestond al in de tijd van Jezus, de Nazarener. Het laatste of heilige avondmaal vlak voor zijn Romeinse kruisdood, was in feite een sedermaaltijd. Niet vreemd, want Jezus was Joods. Christenen die zich hebben beziggehouden met de Joodse wortels van het christendom weten dat.
Heel wat wetenschappers (Joods of niet) zetten grote vraagtekens bij het verhaal van de Uittocht uit Egypte. Hebben Joden inderdaad een periode in Egypte als slaven doorgebracht? Zijn ze ontkomen aan de Farao na tien plagen? Was er sprake van een lange omzwerving door de Sinaï? Werd daar de Tora geschonken aan het Joodse volk? En meer van dat soort prangende vragen, waar strenggelovige Joden volledig aan voorbij gaan.
In de Egyptische geschiedenis is nauwelijks iets te vinden over een Joodse stam, tien rampen en dat soort zaken. Dat zegt niet alles, want als het verhaal over de Uittocht klopt, dan hebben de Egyptenaren een smadelijke nederlaag geleden. Dat soort onwelgevallige gebeurtenissen wordt in de regel verdonkeremaand.
In Egypte bestond veelgodendom. Met als markante uitzondering de periode van Achnaton, de farao die het monotheïsme introduceerde. Het ging slechts om een kortstondige periode. Na zijn dood, zorgden de Egyptische priesters ervoor dat alles werd teruggedraaid. Was Akhnaton wellicht in aanraking gekomen met de Joodse stammen die in Egypte als slaven werkten en was hij onder de indruk geraakt van het één godendom? Of was het andersom en waren zijn aanhangers na zijn dood hals over kop gevlucht en hadden zij het één godendom met zich meegenomen naar Kanaän? Of ging het om een Uittocht én van Joodse ex-slaven én Egyptische aanhangers van het monotheïsme dat door Akhnaton tevergeefs was geïntroduceerd?
We zullen het wel nooit te weten komen. Voor de meeste Joodse gelovigen is enige twijfel aan het verhaal over de Uittocht natuurlijk een gruwel. Voor mij, en ik ben slechts één van de velen in Joodse kring, is twijfel daarentegen een soort grondhouding. Ook als het gaat om de Haggada zit ik vol met agnostische twijfels. Desondanks lees ik het verhaal over de Uittocht in de Haggada met enthousiasme, omdat het nu eenmaal een mooie Joodse traditie is. Plus dat er een uiterst belangrijke les inzit: de strijd tegen een despotische Farao met zijn wrede aanhangers door degenen die zich verzetten tegen slaafse volgzaamheid. Niks tegen gehoorzaamheid, zolang het gaat om humanitaire beginselen. Zoals in de Tora.
Als je allerlei oude religieuze verhalen niet blindelings volgt, sta je open voor alternatieve interpretaties, wetenschappelijke analyses of gewoon gezond verstand. Religieus fanatisme is je dan vreemd, al kan je akelig doorschieten in seculier fanatisme.
Neem nu het verhaal over de Al-Aksamoskee, het derde heiligdom in de islam, waar momenteel veel te veel om te doen is. Was deze moskee aanvankelijk een Byzantijnse kerk die werd verbouwd tot moskee? De Al-Aksa ontstond in ieder geval ná de dood in 632 van de profeet Mohammed. Hebben de bouwers begrepen dat daar ooit twee Joodse Tempels stonden? De eerste werd verwoest door de Babyloniërs en na herbouw werd de tweede met de grond gelijkgemaakt door de Romeinen. Alleen de Westelijke Muur, de zogeheten Klaagmuur, onderaan de Tempelberg, staat er nog.
Al-Aksa betekent ‘de verste’. In de Koran komt het verhaal voor over de Hemelreis van Mohammed vanaf ‘de verste moskee’. Het is zeer aannemelijk dat die zich bevond op het Arabisch schiereiland en níet in Jeruzalem. Jeruzalem wordt niet één keer genoemd in de Koran!
Toch gaan veel moslims er vanuit dat Mohammed vanuit Jeruzalem, Al Kuds, de Hemelreis maakte en dat hij zijn gevleugelde paard al-Burak zou hebben vastgemaakt aan de Klaagmuur, die daarmee en passant werd gebombardeerd tot een islamitisch heiligdom. Van respect voor andersdenkenden, inclusief Joden, loopt men doorgaans niet over in de islamitische wereld. Opblazen van Boeddhabeelden door de Taliban is daar een uiting van. Nu zijn die wel heel streng, maar zo hebben de Jordaniërs het Joden na de Zesdaagse Oorlog verboden de Klaagmuur te bezoeken. Voorts hebben ze in de periode dat ze de baas waren in Oost-Jeruzalem onder andere de Joodse wijk in de Oude Stad zwaar verwoest.
Om een lang verhaal kort te maken: nota bene de Israëli’s (lees: de Joden) krijgen het verwijt dat zij de Al-Aksa zijn binnengedrongen om daar, met opzet pas ná het gebed, rellende Palestijnse jongeren te arresteren die zich met stenen, vuurwerk en zelfs molotovcocktails hadden bewapend. Niet deze jongeren, die vaak achter Hamas staan, worden door moslims en de Westerse media overladen met kritiek, omdat zij de moskee ontwijd hebben door er geschoeid naar binnen te gaan en er voorraden met stenen aan te leggen. Nee, de Israëlische oproeppolitie heeft het gedaan, terwijl die niets anders doet dan het gezag herstellen. Opdat de moskee kon worden gebruikt waar die voor dient, namelijk het zeggen van gebeden en het houden van preken. Zeker tijdens de Ramadan. De oproerpolitie zorgt er ook voor dat Joodse gelovigen bij de Klaagmuur gevrijwaard zijn van stenen en flessen die naar beneden worden gegooid door de relschoppers.
Bizar, zoals de rellen door diverse media worden geframed. Premier Bennett wees erop toen hij werd geïnterviewd door CNN.
En heeft u érgens in de Nederlandse media gelezen (het stond wel in buitenlandse media) dat de graftombe van Joseef bij Nabloes (Sechem) onlangs tot tweemaal toe en niet voor de eerste keer (!) werd vernield door Palestijnen?
Respect eisen voor de Al-Aksa. Ondertussen deze moskee zelf ontwijden bij rellen en Joodse heiligdommen vernielen. In Israël noemen ze dat choetspa!