Vorige week zagen we op Netflix de Israëlische speelfilm God’s Neighbours uit 2012. Het verhaal speelt zich af in Bat Yam. Een plaats die bekend staat om zijn nogal volkse inwoners van Arabisch-Joodse komaf. Ze zijn daar niet dol op Arabieren. Af en toe zijn er spanningen met het verderop gelegen Jaffo. Andersom komen de Arabieren uit Jaffo nog wel eens provoceren in Bat Yam. Zo houden beide groepen elkaar bezig. De controverse met Arabische landgenoten vormt echter niet de hoofdmoot van de film.
Het draait vooral om een zelfbenoemde bende van jonge nationalistisch-religieuze Joden die Bat Yam willen vrij houden van vreemde en vooral seculiere invloeden. Regelmatig gaan ze op pad om het sterk religieuze karakter van hun woonwijken te bewaken. Desnoods slaan ze alles kort en klein wat niet in hun religieuze kraam past. De hoofdpersoon wordt verliefd op een seculiere jonge vrouw, waardoor hij vervreemd raakt van zijn religieuze vrienden, die haar manier van kleden en wereldse gedrag niet oké vinden. Dat maken ze haar op intimiderende duidelijk, wat zij niet accepteert, zelfbewust als ze is. De hoofdfiguur neemt het voor haar op, wat niet begrepen wordt door zijn vrienden. Aan het eind komt het min of meer goed, want zij maakt kenbaar dat ze best eens mee wil naar de synagoge en er geen probleem mee heeft om bijvoorbeeld havdala te maken (het ritueel om de sjabbat af te sluiten).
Tijdens het kijken vroeg ik me af of deze film, die ook te zien was op het filmfestival van Cannes, een toekomstbeeld geeft van hoe het in Israël zou kunnen toegaan als de religieuzen de dienst gaan uitmaken en hun religieuze wetten gaan opleggen aan anderen.
Veel Israëli’s zijn ervan overtuigd dat er geen ander land is waar ze willen wonen dan Israël (een lanoe erets acheret). Of dat zo blijft als het land ingrijpend van karakter zou veranderen, zeg maar een soort Iran zou worden, is de vraag. De groep ultraorthodoxen neemt sterk toe vanwege het grote kindertal van die groep en aan de huidige regering kun je aflezen wat dat in de niet al te verre toekomst kan gaan betekenen. Naar mijn idee liggen er minstens vier gevaren op de loer voor het huidige Israël en die hebben betrekking op: de rechtsstaat, vrijheid van levensovertuiging, economie, veiligheid.
Rechtsstaat
Israël is niet alleen parlementaire democratie, het is ook een rechtsstaat gebaseerd op de trias politica. Wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht zijn gescheiden. Daar past wel een forse kanttekening bij, want Israël kent net als diverse andere parlementaire democratieën een monistisch stelsel. Dat betekent dat leden van de regering worden gerekruteerd uit de gekozen volksvertegenwoordigers. Ministers blijven lid van de Knesset en stemmen dus mee over plannen of wetten van de regering (tenzij de zogeheten Norwegian Law wordt toegepast). In Nederland is dat niet zo. Alleen tijdens een kabinetsformatie kunnen kabinetsleden nog parlementariër zijn, daarna is er een strikte scheiding van de twee machten. Het parlement controleert de regering, al is dat in Nederland met dichtgetimmerde regeringsakkoorden bijna een wassen neus geworden, want regeringsfracties zijn daar met handen en voeten aan gebonden, wat ten koste gaat van de controlerende taak. Voorts heeft Israël geen echte grondwet (net als Engeland). Er zijn basiswetten ontworpen die met elkaar een soort constitutie vormen. Er is geen regel dat er twee derde meerderheid van stemmen nodig is om basiswetten aan te nemen en te wijzigen.
Israël heeft een Hooggerechtshof dat wetgeving kan toetsen aan de basiswetten en sowieso kan toetsen aan juridische maatstaven. Dat is een groot goed. In Nederland heeft de Hoge Raad die bevoegdheid niet, Duitsland wel.
Als – zoals minister van Justitie Levin wil – besluiten van het Hooggerechtshof om een wet ongeldig te verklaren opzij kunnen worden gezet door de Knesset, komt alle macht bij de uit de Knesset gevormde regering te liggen. Israël wordt dan meer een autocratie in plaats van een volwaardige rechtsstaat. De hoogste rechters van Israël zijn wel eens ver gegaan in hun ijver om burgerrechten te beschermen. Toch zijn ze hard nodig als tegenwicht. Overrulen gaat veel te ver. Zeker als dat met een gewone parlementaire meerderheid kan.
Vrijheid van levensovertuiging
Israël kent geen strikte scheiding van overheid en religie (kerk en staat). Allerlei belangrijke zaken, zoals huwelijk en scheiding, heeft de staat overgelaten aan religieuze autoriteiten. Daarom kent Israël geen burgerlijk huwelijk. Joodse Israëli’s moeten zich voor het huwen wenden tot het rabbinaat, ook als ze zeer seculier zijn en niks van rabbijnen moeten hebben. Er is een escape door te trouwen in het buitenland, want Israël erkent zulke huwelijken. De huidige regering wil de greep van religie op het openbare leven verder versterken.
Winkelsluitingen en openbaar vervoer op sjabbat, gemengde bijeenkomsten van mannen en vrouwen stonden al eerder onder druk en dat zal alleen maar erger worden. Homo’s en lesbiennes zullen het moeilijker gaan krijgen als de ultrareligieuzen het meer voor het zeggen krijgen. Uit die hoek wil men van Israël een staat gebaseerd op de halacha, de Joodse religieuze wet.
Economie
Israël heeft ondanks de tegenwind uit de rest van de wereld, zoals boycotacties, een sterke economie weten te ontwikkelen. Dat is te danken aan de meerderheid van niet-ultrareligieuze burgers. Die werken volop en brengen in hoge mate de belastingen op waar de ultrareligieuzen sterk van profiteren. Voor de ultra’s zijn aardse zaken minder belangrijk. Ze besteden hun tijd het liefst aan Tora- en Talmoedstudie dan aan een werkkring en carrière maken. Eigenlijk zijn ze geen loyale staatsburgers. Ze wonen wel in Israël, maar ze zien het land niet als hun Joodse staat. Dat zal pas anders worden als de staat wordt gebaseerd op de halacha. Ze dienen ook niet in het leger (op een paar uitzonderingen na) en laten de militaire verdediging van het land aan anderen over. Zij vertrouwen op de Allerhoogste. Die zal voor bescherming zorgen, is hun stelling. Als er minder belastingen binnenkomen, zal Israël meer moeite hebben om een sterk defensieapparaat in stand te houden.
Veiligheid
Hiervoor had ik het al over het gevaar van de forse toename van de ultraorthodoxen voor Israëls defensiemacht. Daar komt nog wat bij. De groep waartoe Smotrich en Ben-Gvir toe behoren, de religieuze ultranationalisten, willen liever vandaag nog dan morgen overgaan tot annexatie van de bezette of betwiste gebieden (Westoever/Judea en Samaria). In hun visie is het land dat de Allerhoogste heeft beloofd aan de Joden. Dat betekent de doodsteek voor de nog steeds doorgaans algemeen aanvaarde twee-statenoplossing om het voortdurende Palestijns-Israëlisch conflict op te lossen. Als Israël het hele gebied wil opslokken, inclusief de A-gebieden waar bijna alle Palestijnen wonen, dan wordt het Joodse karakter van de staat onderuit gehaald. Tenzij aan de Palestijnen geen burgerrechten worden toegekend. In dat geval is Israël geen rechtsstaat meer en wordt het een apartheidsstaat.
Oproep voor en leus bij een van de demonstraties. Vrijheid. Gelijkheid. Kwaliteit van het bestuur
Tot zover in hele grote lijnen de bedreigingen voor de staat Israël door de plannen en het optreden van de huidige rechtse, ultranationalistische en ultrareligieuze regering. Het is volkomen begrijpelijk dat een groot deel van de Israëlische bevolking het gevoel krijgt dat het land dat ze hebben opgebouwd van hen dreigt te worden afgepakt. Goed samenleven is de basis van een ordentelijke maatschappij. Religieus en seculier, rechts en links, Joden en Arabieren en noem maar op zullen respect voor elkaar moeten opbrengen. Netanjahoe heeft weliswaar een kleine meerderheid behaald, doch dat mag niet ontaarden in een dictatuur van ‘de meerderheid’. Laat staan een autocratie door het onderwerpen van de rechterlijke macht.
Om bovenstaande redenen hebben we deelgenomen aan de derde demonstratie in Tel Aviv tegen de regering Netanjahoe en zijn extreme coalitiepartners. De opkomst was vanwege recente terreuraanslagen in Jeruzalem beduidend lager dan de voorgaande keren. Er werd zelfs opgeroepen om de demonstraties in het land af te gelasten. Dat zou opmerkelijk zijn, omdat het openbare leven in Israël altijd zoveel mogelijk doorgaat na aanslagen. Uiteraard werd tijdens de demonstraties aandacht besteed aan de slachtoffers. Of de demonstraties helpen, weten we niet. Thuisblijven helpt in ieder geval niet.