In de vorige column over onze jacht naar een ander huis werd vermeld dat we reeds een huurcontract hadden getekend voor een best aardig huis in Kfar Saba, doch dat we de overeenkomst niettemin hebben afgezegd vanwege een akkefietje met de eigenaar. Zoiets doe je niet zomaar. Als je hebt getekend, zit je in principe aan een contract vast. Tenzij … daarover nu meer.
Naftali (niet zijn echte naam) had ons nadat we daarom verzocht hadden, van tevoren het contract gemaild. Eén van onze schoonzoons liep het voor ons na en zei dat er geen gekke dingen in stonden, dus we maakten met een gerust gevoel een afspraak om te gaan tekenen. Van tevoren schreef ik twaalf cheques uit voor een jaarperiode. Voor iedere maandhuur één, met vermelding van de precieze datum waarop die mocht worden geïnd mocht. In Israël is dat heel gebruikelijk. Op het moment van ondertekening bleek plotseling dat er nog iets ingrijpends moest gaan gebeuren aan de woning, zoals in de vorige column uiteengezet. Dat namen we voor lief, want hoewel het huis een paar minpunten had, leek het ons toch heel geschikt.
Naftali zei, zelfs nog voordat we daarom konden vragen, dat er helemaal niets veranderd was aan het contract, behalve de ingangsdatum, omdat we die op 1 februari wilden en niet per half januari. Na het tekenen vroeg ik aan de schoonzoon die het contract eerder had beoordeeld om het nog even – voor alle zekerheid – na te lopen. Ik verwachtte totaal geen problemen, want Naftali maakte een hele eerlijke indruk. Een keurige, wat oudere man. Tamelijk formeel, zeker voor een Israëli. Met keppel, al zegt dat lang niet alles. Zijn vrouw hadden we ook even gezien en die maakte eveneens een gedegen indruk. Ze had bovenop de verbouwing gezeten en dat was te zien, want alles zag er heel netjes afgewerkt en zelfs wat luxe uit. Prachtige deuren, mooie keuken, mooi sanitair, ze hadden alles met zorg uitgekozen.
Dat was ook een valkuil, want onze schoonzoon meldde tot onze verbazing dat er twee, wat vervelende artikelen waren toegevoegd aan het contract. Eén stelde dat er niet mocht worden geboord in de tegels. Dat was nog te overzien, maar er moest nog wel iets worden aangebracht in de badruimte en in de aparte extra douche, want er was niet voorzien in een mogelijkheid om handdoeken op te hangen. Waar we echter absoluut niet mee akkoord wilden gaan, was een artikel waarin stond dat bij ieder mankement of bij iedere schade de huurder alles gehéél moest vernieuwen. Stel dat er iets mis was met het keukenblok, een niet werkende la of een beschadiging aan het bovenblad als gevolg van normale slijtage bij gewoon gebruik dan waren we dus verplicht voor een totaal nieuw keukenblok te zorgen.
Op zichzelf zou er nog wel te onderhandelen zijn geweest over zo’n buitenissige bepaling, maar ons vertrouwen was in één klap weg! Hij had ons immers uitdrukkelijk gezegd dat er niets was veranderd. Dat in combinatie met zijn vrouw die blijkbaar heel zorgvuldig alles had uitgezocht, maakte ons wantrouwen nog groter. Een huis is geen museum, waar alles met fluwelen handschoenen moet worden aangepakt. Het is een gewoon een plek om te wonen en te leven. Daar kunnen wel eens ergens krasjes komen en verder slijten allerlei dingen in het dagelijks gebruik.
Het gaf wat gedoe, maar we zijn van het contract afgekomen. We hoefden niet eens te dreigen met ontbinding via de rechter vanwege misleiding of iets in die geest. Het vervelende was wel dat Naftali een tijdje onbereikbaar was voor ons, toen we hem de wacht aanzegden. Dat maakte ons alleen maar zenuwachtiger. We wilden van hem af en ook niet het risico lopen straks twéé huizen te hebben. Naar zijn huis en dat van zijn vrouw wilden we niet meer, we moesten wel verder met een ander huis om te voorkomen dat we op straat zouden komen te staan. Op een gegeven moment belde hij met de mededeling dat zijn telefoon in reparatie was geweest en dat het geen boos opzet was. Hij informeerde of we nog door wilden met hem of dat we het contract wilden beëindigen. Tot zover Naftali met zijn streken.
Toen we het huis van Naftali op het oog hadden, waren we ook net in een ander keurig gerenoveerd woonblok wezen kijken naar een huis dat voor bijna honderd procent voldeed aan onze eisen. Helaas had de makelaar alleen nog appartementen aan de voorkant van het blok, dat uitkeek op een drukke hoofdstraat met vrij veel verkeer. Er was nog iets vrij aan de rustige achterkant op de begane grond of eigenlijk ietsje hoger. Dat keek min of meer uit op een blinde muur, al kon je er ook wat overheen kijken naar al het groen achter het woonblok. We maakten de makelaar duidelijk dat als er iets was geweest op de hogere verdiepingen aan de achterzijde, we het heel graag hadden gewild.
Deze makelaar belde me nog vlak voordat we naar Naftali zouden gaan om te tekenen. Ik nam toen niet op, al moest ik me inhouden. Ik dacht, we gaan nu definitief onze handtekening zetten en het is wel mooi geweest met dat gezoek. Had ik wél opgenomen en van Chanan (niet zijn echte naam), de makelaar, gehoord dat er plotseling toch een huis aan de achterkant van dat fraaie woonblok beschikbaar was gekomen op de tweede verdieping dan hadden we een dilemma gehad. Tekenen omdat je die afspraak nu eenmaal hebt gemaakt of je op het laatste moment terugtrekken om het andere huis te nemen? Afzeggen is niet helemaal netjes, anderzijds zolang je niet hebt getekend, heb je je handen formeel nog vrij. En wie laat er nou een nog beter huis lopen?
We zijn nu druk bezig met het huurcontract van het appartement op de tweede verdieping. In tegenstelling tot het huurcontract van Naftali, dat er in eerste instantie goed uitzag, zag dit concept er op twee punten niet helemaal oké uit, aldus onze schoonzoon, die onze contracten-expert is geworden. Punt één wordt er een flinke borgsom gevraagd: niet twee tot drie maandhuren, maar zes. Plus (en dat kan echt niet) een extra cheque als borg indien de kosten voor reparatie door schade boven de zes maandhuren uitkomen. Deze borg was evenwel niet begrensd, dus het was in feite een open eindfinanciering. De borgstellingen moest worden ondertekend door twee personen. Onze schoonzoon liet weten dat hij zo’n borgstelling nooit zou willen tekenen, en terecht. Het andere punt had te maken met het feit dat in het contract nergens werd gesproken over enige verplichting van de eigenaar. Onze schoonzoon zei dat er op zijn minst iets in moest staan over de plicht van de eigenaar om bij lekkage of bij het uitvallen van de airco of de zonneboiler (doed sjemesj, zeggen ze hier) voor herstel te zorgen.
Afgelopen vrijdag hebben we Mosje (niet zijn echte naam) ontmoet. Hij is de eigenaar van het gehele, netjes gerenoveerde woonblok. Het bleek een sympathieke vastgoedman te zijn die openstond voor bijna al onze wensen. Hij maakte ons duidelijk dat de wet hem verplichtte voor snelle reparatie te zorgen van mankementen aan het huis, dus zo’n artikel hoefde er niet in. Niettemin, als wij dat graag wilden, was hij zonder meer bereid dat op te nemen in het contract. De borg van zes maandhuren mocht terug naar drie tot vier maanden. En nog zo van die dingen. Het was duidelijk dat hij ons graag wil hebben als huurders. Net zoals met bijna alle Israëli’s die we hebben ontmoet tijdens onze zoektocht naar een nieuw huis, was het gesprek én zakelijk én ook persoonlijk. Je komt bijvoorbeeld snel te weten of en hoeveel kinderen ze hebben, wat die doen en nog wat van zulke achtergronden. Daarnaast houden ze wel scherp het doel voor ogen. Net zoals wij dat natuurlijk steeds hebben gedaan.
Hopelijk krijgen we binnenkort een verbeterd huurcontract binnen en kunnen we definitief gaan tekenen tussen al het inpakken en het vele nieuws over het vredesplan van Trump door. We snakken naar een goede afloop van onze huizenjacht.
Naschrift: alle door ons gewenste veranderingen zijn overgenomen. Behalve het belangrijkste punt. De open borgsom staat er nog steeds in. We zijn nu bezig die van tafel te krijgen, doch de kans daarop is klein. Dat betekent dat nu onze verhuisdatum gevaarlijk dichtbij komt, we ‘op straat’ kunnen komen te staan als we niks anders hebben gevonden. Dus dat wordt dan spullen laten opslaan en tijdelijk Airbnb of zoiets, plus als een gek een huis zoeken. Of verlengen van het huidige huurcontract, spullen die al ingepakt waren weer uitpakken, mits de huisbaas nog niemand heeft gevonden en ermee akkoord gaat dat we blijven. Dan later weer een huis zoeken. Begint alles van voren af aan.
We worden er een beetje ziek van dat het zo gaat. Voor de rest zijn we gelukkig nog steeds gezond.