Dit is de dertiende column in de reeks van onze belevenissen als kersverse oliem (Joodse immigranten in Israël). Inmiddels beginnen we behoorlijk gewend te raken aan ons nieuwe bestaan. De komende periode gaan we het druk(ker) krijgen, vooral met de oelpan (Hebreeuwse les). Daar willen we heel veel tijd in stoppen, zodat we meer verstaan en begrijpen van wat er om ons heen gebeurt. Met Engels kom je een heel eind in dit land, maar dat is onze eer te na. Inburgeren betekent de taal van het land spreken (en liefst ook lezen), in ieder geval op basisniveau.
Ons leven is ook veranderd door de komst naar Israël van een tweede dochter, met haar Israëlische echtgenoot en hun ruim anderhalf jaar oude zoontje. We hebben dan nog één dochter en haar vriend, plus ook een zoontje van ongeveer een half jaar oud, in Nederland. Zij heeft zojuist tien dagen bij ons gelogeerd met haar zoontje. Onze jongste dochter, die al zo’n acht jaar in Tel Aviv woont, is net verhuisd omdat haar huisbazin een wurgcontract had opgesteld als zij en haar Israëlische partner langer in het huis wilden blijven wonen. Daar was maar één antwoord op mogelijk: wegwezen en een ander huis zoeken. Dat andere huis hebben ze eigenlijk vrij snel gevonden. Een leuk appartement, veel beter dan het oude, maar ook een stuk duurder. Kortom, volop veranderingen in huize Polak. Huize in de zin van ‘familie’ althans.
Naast de oelpan staan ons nog een paar belangrijke zaken te wachten. De aanschaf van een nieuw autootje na het omzetten van het Nederlandse rijbewijs in het Israëlische rijvaardigheidsbewijs. Het aardige is dat oliem chadasjiem een flinke korting krijgen en dat is maar goed ook, want auto’s zijn duur in dit land. Toch hebben veel mensen een auto, wat begrijpelijk is omdat openbaar vervoer ontbreekt op sjabbat en feestdagen en juist dan wil je er vaak op uit. Verder moeten er nog een paar zaken gebeuren op verzekeringsgebied, voor later als we echt oud worden en ook voor het huurhuis waar we wonen met het oog op diefstal en brand. Ook kunnen we in september, als we hier een half jaar wonen, eindelijk een belastingverklaring krijgen (zie eerdere column).
Toen we de keus maakten om deze kant op te gaan, wisten we dat we in een land zouden gaan wonen dat door een niet onaanzienlijk deel van de wereld wordt gezien als racistisch, ondemocratisch en meer van dat soort volstrekt verwerpelijke zaken. Als je sommige Israëlische kranten of uitgaven van Israëlische ngo’s leest, zou je het nog bijna gaan geloven ook. Er heerst zeker racisme in dit land, maar wijs me een land aan waar dat niet het geval is (oké, dit is strikt genomen geen tegenargument maar het valt op dat bij uitstek Israël wordt aangevallen als ‘racistisch land’ en dat klopt niet). In de omringende landen is het sektarisme en de onderlinge religieuze strijd iets waar mensenrechtenorganisaties een dag- en nachttaak aan zouden moeten hebben, doch vaak valt het oog juist op dit Joodse land als er wat valt aan te klagen. De democratie hier is zeker niet perfect, maar het Hooggerechtshof is wel een baken in de strijd om het vervolmaken van de democratische rechtsstaat.
Het meest lasterlijke verwijt is dat in Israël sprake is van apartheid, zoals in Zuid-Afrika het geval was. Je zou alle mensen de kost moeten geven die serieus menen dat het echt zo is. Onlangs was ik naar aanleiding van de affaire rond Abou Jahjah op internet in debat met dat soort figuren. Ze gaan zelfs zo ver dat zij uitmaken wat jodendom is, waarbij ze stellen dat jodendom en zionisme niets met elkaar te maken hebben en dat Joden (slechts een religie, geen volk) helemaal geen eigen land nodig hebben. Uh, hebben Joden zelf ook nog iets te willen?
Een fraai staaltje van Israël bashen was te zien bij de opening van de Olympische Spelen in Rio. Het organisatiecomité had in zijn wijsheid besloten de Libanese ploeg samen met de Israëli’s in één bus te stoppen. De Libanezen waren daar niet van gediend en gaven de chauffeur opdracht de deuren te sluiten toen de Israëli’s eraan kwamen. De deuren gingen op last van de Israëli’s weer open, waarop de Libanezen de ingang blokkeerden. Het organisatiecomité verzocht de Israëlische ploeg zich te verspreiden over de andere bussen. Dat werd uiteraard geweigerd. Uiteindelijk werd een extra bus gecharterd en de Libanezen kwamen nogal makkelijk weg met dit onaanvaardbare gedrag. Olympische gedachte?
In Rio deed zich nog een ander incident voor. Op de Facebook-pagina van de Olympische Spelen ontbrak van één land de nationale vlag. Pas na protesten werd de Israëlische vlag alsnog geplaatst. Olympische gedachte?
Ook was er een sporter uit Saoedi-Arabië die zich in allerlei kronkels heeft bewogen om niet tegen een Israëlische sporter te hoeven uitkomen. Olympische gedachte?
En dan het verhaal van de Egyptische judoka die weigerde zijn Israëlische tegenstander na afloop een hand te geven. De Egyptenaar had nog verloren ook van de Israëli. Het heeft even geduurd, maar hij werd wat eerder naar huis gestuurd door de Egyptenaren. Olympische gedachte ver te zoeken dus.
Bijna tegen beter weten in, blijft iedereen (ook ik) geloven in de twee-statenoplossing. Het is naar mijn idee de enig rechtvaardige oplossing voor het taaie, zowat onoplosbare conflict met Palestijnen/Arabieren én de verdere Islamitische wereld (Iran!) dat al meer dan honderd jaar voortduurt. De hele wereld verwijt Israël dat het de oplossing onmogelijk maakt door de nederzettingenpolitiek. Daar is zeker heel veel op aan te merken (overigens is bijna iedereen al lang de ‘drie nee’s’ van Khartoum uit 1967 vergeten, wat een grote rol heeft gespeeld rond het op gang brengen van de nederzettingenbouw). Zelden hoor je iets over de strapatsen die de Palestijnen uithalen om te voorkomen dat ze ook maar één stap in de richting van de twee-statenoplossing hoeven te zetten. Abbas die weigert Israël te zien als de staat voor het Joodse volk (zoals het toekomstige Palestina het land voor louter Palestijnen moet worden). Daarvoor heeft Arafat ook diverse kansen aan zich voorbij laten gaan om tot een oplossing te komen. Laten we ons over Hamas geen enkele illusie maken, al roepen ze af een toe iets over een Hoedna (voorlopig staken van de strijd). Hezbollah is misschien nog wel erger, maar die houdt zich al een tijd koest. De vraag is hoe lang. Als ik lees over het afschuwelijke scenario dat Hezbollah het gigantische rakettenarsenaal gaat afschieten richting Israël, van noord naar zuid en van oost naar west, dan word ik even niet goed. Iran is bijkans nog veel erger. Op grote afstand, maar dat stelt met lange-afstandsraketten niet zo heel veel meer voor.
De afkeer van, en haat tegen dit land van pioniers (‘landrovers en dieven’ volgens hele volksstammen), hardwerkende bewoners (allemaal racisten, heet het in antizionistische kringen) en levensgenieters (apartheid, BDS, boycotten dat land, het land had nooit mogen worden opgericht) zit er diep in bij grote groepen. Merkwaardig diep, en het zit nog hardnekkig vast ook.
Wat houdt ons hier als je al die gifkikkers bezig ziet en moet constateren dat het er niet minder op wordt? Ik weet het af en toe ook niet. Op microniveau heeft het te maken met onze kinderen die hier zijn gaan wonen, en de kleinkinderen. Op mesoniveau met de aangename kanten van dit Joodse land en op hoger niveau met datgene waar het volkslied over zingt: Hatikwah (de Hoop).
Hoop op een vergelijk, op redelijkheid, op inkeer van voormalige vijanden aan beide zijden, dus (Joodse) Israëli’s en Palestijnen/Arabieren. Hoop op een verstandige wereld die uitgaat van ‘leef en laat leven’. Hoop dat antizionisten Joden het recht gaan gunnen op een eigen staat, net zoals dat voor Palestijnen geldt. Gelukkig geldt voor het gros van de wereld nog steeds dat men Israël - ondanks kritiek, maar dat mag – wel degelijk ziet zitten. Er wordt volop handel gedreven met dit land en er wordt flink geïnvesteerd in dit land. En men ziet de verdiensten van Israël op technologisch en ander gebied, ook humanitair. Hoop ook dat anti-Arabische Israëli’s meer voeling krijgen met wat Arabieren/Palestijnen is overkomen - in ieder geval naar hun zeggen - toen Israël ontstond.
Voorlopig is dit de laatste in de reeks gastcolumns over onze landing in Erets Israël. Van tijd tot tijd zal ik er nog wel één schrijven over ons bestaan hier.