De controverse rond Zwarte Piet in Nederland heeft al enige jaren ongezonde vormen aangenomen. Het is uitgelopen op een strijd tussen strijdbare antiracisten en vermeende of echte autochtone racisten. Naar wat ik heb begrepen, komt het zwart maken van gezichten als midwinter fenomeen niet alleen voor in Nederland, doch op veel plaatsen in de wereld.
In Iran heb je de figuur Hadji Firoez. Hij is de aankondiger van het Perzische nieuwjaar. Zijn gezicht is zwart gemaakt. Hij heeft rode lippen en hij draagt felrode kleding. Al dansend en zingend gaat hij door de straten. Hadji Firoez schijnt een geliefd figuur te zijn. Er is echter inmiddels ook enige oppositie ontstaan uit Iraanse-Amerikaanse hoek. Niettemin, werd het Nowruzfeest in 2009 door de Verenigde Naties op de lijst gezet van beschermd immaterieel cultureel erfgoed.
Ook in Europa komt het zwart maken van gezichten veelvuldig voor: in Italië, Spanje en Engeland, om een paar voorbeelden te noemen.
De klachten over het discriminerende karakter van Piet zijn zeker niet van de laatste jaren. In een artikel in Historiek wordt gewezen op het uitmaken van donkere mensen voor Zwarte Piet in de jaren dertig van de vorige eeuw. En daar bleef het niet bij, want donker betekende vooral een lagere, mindere status. Zwart heeft vaak een negatieve connotatie (zwart werken, zwartmaken en dergelijke).
Mogelijk heeft de publicatie door Jan Schenkman van St. Nicolaas en zijn knecht (!) in 1850 (mede) de stoot gegeven tot het discriminerende karakter van Zwarte Piet. Het was diezelfde Schenkman die zich populair wist te maken met een ronduit antisemitisch werkje over Levie Zadok, een Joodse schoenpoetser die verhaalt over zijn belevenissen in de Krimoorlog.
Ewoud Sanders schreef een boekje over Zadok onder de titel Lachen om Levie. Komisch bedoeld antisemitisme (1830-1930). Eerder promoveerde Sanders, die in NRC een linguïstische rubriek heeft, op Joodse karikaturen in kinderboeken.
Sanders heeft een duidelijke boodschap met zijn publicatie Lachen om Levie. In de NRC-recensie over dat boekje staat: “Antisemitische humor vinden we niet meer leuk, maar lachen om zwarte, Chinese of Arabische karikaturen is wel geaccepteerd. Zo begint Sanders met een Joodse karikatuur van lang geleden en eindigt in het heden met een oproep om Zwarte Piet af te schaffen.”
Het zou heel goed kunnen zijn dat de zichzelf “beeldcolumnist” noemende Jip van den Toorn geïnspireerd werd door de vergelijking die Ewoud Sanders trok tussen de inmiddels als racistisch geziene Zwarte Piet en Levie Zadok, die vanaf het begin al werd opgevat als racistisch, want het was antisemitisch.
Hoe dan ook, wie de Volkskrant van 21 november 2020 opensloeg, trof op pagina 18 onderstaande cartoon aan.
Ultra-orthodoxe Joden worden wel vaker belachelijk gemaakt. Niet aardig, maar daar moet je tegen kunnen. Wat het antisemitisch maakt, is dat deze Jood diamanten rondstrooit alsof het pepernoten zijn. Het appelleert aan de mythe dat alle Joden rijk zijn en de wereld beheersen.
Ik zag op Facebook veel woedende commentaren langskomen van Joodse vrienden en kennissen. En inderdaad, deze tekening had niet misstaan in de vooroorlogse nazipers. Ook ik stuurde een korte ingezonden reactie naar ‘mijn’ Volkskrant, niet verwachtend dat die zou worden geplaatst. Reacties op cartoons halen zelden de eindstreep. Ik wilde echter laten blijken dat ik de cartoon een miskleun vond van de bovenste plank.
De Volkskrant plaatste geen enkele ingezonden brief over de cartoon (het moeten er toch vele zijn geweest). Wel kreeg ik – en vermoedelijk ook de anderen die reageerden – een e-mail met uitleg door de cartooniste en de krant, wat op zichzelf netjes is.
De zaterdag daarop (zie foto hieronder) werd in de krant aandacht besteed aan de cartoon. Jip van den Toorn en de adjunct-hoofdredactrice kwamen uitgebreid aan het woord, de reactie van Bettie S. Groen (72) die niet blij was met de cartoon viel daarbij in het niet. Zij sloeg wel de spijker op zijn kop.
Wat mij betreft, gaat het totaal niet om het beknotten van de vrijheid van meningsuiting. Jip van den Toorn mag tekenen wat ze wil en de krant drukt het maar af – behoudens verantwoordelijkheid voor de wet.
Het gaat echter niet aan om wél gevoelig te zijn voor de (grotendeels terechte) bezwaren tegen Zwarte Piet, maar volstrekt ongevoelig te zijn voor het hanteren van een antisemitisch stereotype. Dat komt neer op het inzetten van Joden als joker tegen Zwarte Piet en zijn aanhangers.
Wat het nog veel erger maakt, is dat Jip aangeeft: “… omdat het ons herinnert aan een beladen geschiedenis van racisme en onderdrukking, net zoals een blackfacekarikatuur veel mensen aan een geschiedenis van racisme en onderdrukking doet denken.” (cursivering door mij)
Voilà, wat zwarten is overkomen (slavernij met name) wordt nagenoeg op één lijn gesteld met wat Joden is aangedaan. Gaat het bij de geschiedenis van antisemitisme opeens niet meer om volkerenmoord?