Begin juni waren we ruim een week van huis. Choel, zoals Israëli’s zeggen. Dat is de Hebreeuwse afkorting voor “buiten het land”. Voluit is dat choets la’arets (חו"ל = חוץ לארץ).
Op bezoek bij onze middelste dochter, haar man en hun zoontje in Spanje. Onze kleinzoon is nu ruim twee jaar oud en voert het hoogste woord. Hij gebruikt een soort fantasietaal die alleen door zijn ouders is te begrijpen, al kunnen ook zij hem niet altijd volgen. Soms kunnen wij als grootouders er wat van maken. Hij spreekt Nederlands en Engels (of wat daarvoor door moet gaan), af en toe zelfs wat Spaans en Hebreeuws.
Dat hij zich ook in het Engels uitdrukt, komt door de Engelse crèche waar zijn ouders hem naartoe brengen. Heel vaak zegt hij, als iets hem niet zint: “Oh no!” We hebben hem een keertje afgehaald van de crèche. We zagen er twee hele lieve Engelse kinderverzorgsters aan het werk die heel zorgzaam met de kleintjes omgaan. Ze slagen erin om de kinderen aardig in het gareel te houden. Die mogen volop spelen en rommel maken, maar als ze zijn uitgespeeld, moet alles braaf worden opgeborgen.
Onze dochter heeft niet altijd zin om alles op te ruimen. Van tijd tot tijd krijgt ze echter een soort schoonmaakwoede. Dan wordt alles tip top gepoetst en ziet het hele huis er weer keurig uit. Vaak mag onze kleinzoon echter zijn goddelijke gang gaan en ligt het hele huis vol met speelgoed. Het grappige is dat als zijn moeder hem in het Nederlands vraagt om zijn spulletjes op te bergen, er doorgaans niet bijster veel gebeurt. Vraagt ze het in het Engels dan legt hij alles zorgvuldig terug op de plek waar het hoort.
Ze wonen in Girona (Catalaans voor Gerona), honderd km. ten noorden van Barcelona. Het is een hele leuke plaats met een oude kern, waar een grote kathedraal en allerlei luxe winkeltjes te vinden zijn. In de moderne ring eromheen zijn vestigingen van alle grote merken. Girona heeft zowaar een klein Joods museum. Uiteraard zijn we daar heen gegaan. Voordat de Joden uit Spanje werden gegooid (in 1492) was Girona tijdenlang een belangrijke plaats op de kaart van Joods Spanje. Nachmanides is er rond 1200 geboren. Niet zomaar iemand, deze Mosje ben Nachman, of Ramban. Niet te verwarren met Rambam, Maimonides, die eveneens in Spanje woonde. Nachmanides deed niet heel veel onder voor Maimonides. Ze hebben met elkaar te maken gehad, want Nachmanides heeft ooit een bemiddelingspoging gedaan voor Maimonides, die het aan de stok kreeg met zijn Joodse achterban of zoiets.
Nachmanides is onder andere beroemd geworden door het debat dat hij in 1263 voerde met een tot het christendom overgegane Jood (Pablo Christiani) aan het hof van koning Jacobus de Eerste van Aragon. Het debat draaide om drie centrale vragen: is de messias al verschenen? is hij mens van vlees en bloed of goddelijk? hebben de christenen of de Joden het bij het rechte eind?
Laten we zeggen dat het debat min of meer onbeslist eindigde. Het kwaad was echter al geschied. Doordat Nachmanides in vrijheid sprak, wat een eis van hem was, en met hele goede argumenten kwam, werd hij een regelrechte bedreiging voor de katholieke geestelijken. Daarna werd hij verbannen uit Spanje. Als een ware zionist week hij uit naar Erets Jisraeel (het land Israël, zoals de geboortegrond van het Joodse volk eeuwenlang door Joden is genoemd). Driemaal daags hebben Joden na de verbanning door de Romeinen gebeden om terugkeer naar Jeruzalem en het omringende land, dat door de Arabieren en later door de Turken was veroverd. Nachmanides overleed in Jeruzalem.
Overigens, ook Maimonides moest Spanje verlaten. Niet verbannen door christenen, doch op de vlucht voor de Almohaden, een fanatieke islamitische Berberdynastie uit Noord-Afrika die weinig van Joden moest hebben. Hij vond een toevluchtsoord in het Marokkaanse Fez, waar hij incognito als pseudo-moslim verbleef. Later week hij uit naar het islamitische Egypte.
Het aantal Joden in Spanje is nog steeds laag. Spanje is verder vrij druk met het boycotten van Israël. Valencia, de derde stad van Spanje, heeft zich solidair verklaard met de BDS-beweging. Op andere plekken heeft ACOM, een Spaanse pro-Israëlgroep, dat soort vijandige acties via de rechter weten terug te draaien.
Girona is een welvarende plaats. Ik las pas dat er een toprestaurant is gevestigd, de nummer 2 van Europa. Hoe dan ook was de overgang van Israël naar Spanje best groot. Aan alles is te merken dat je in Europa bent. Europa is een Grand Old Lady in vergelijking met Israël dat, ondanks het 70-jarig bestaan, meer lijkt op een lastige puber, die van iedereen op zijn kop krijgt.
Toen we aankwamen op het vliegveld van Barcelona, na een geruisloze vlucht met een volgeboekte Jumbo van El Al, zag alles er luxe en schoon uit. De wegen waren prima geasfalteerd, geen plotselinge gaten in de weg. Het verkeer bewoog zich rustig voort, het was er minstens zo druk als in Israël, maar er was nauwelijks getoeter te horen. De motorrijders reden heel behoedzaam langs de files, anders dan in Israël, waar deze weggebruikers met ware doodsverachting zigzaggend tussen de auto’s doorschieten. In Israël heeft iedereen altijd haast; Israëli’s zijn een ongeduldig volk, iedere minuut van het leven telt. Alsof ze op weg zijn naar de finale van het wereldkampioenschap voetbal en geen seconde willen missen vanaf de aftrap.
Het leven in Spanje is beduidend goedkoper. Je bent maar een paar euro kwijt na een comfortabel terrasje met espresso en cappuccino voor iedereen. Heel betaalbaar uit eten, wat in Israël in de regel trouwens ook nog steeds goed te doen is. Supergoedkope boodschappen, lage woonlasten; kom daar meer eens om in ons nieuwe vaderland. Het kan zijn dat de salarissen in Spanje ook niet zo hoog zijn, in Israël zijn ze in ieder geval vaak aan de lage kant en moet er door gezinnen hard worden gewerkt om het geld binnen te krijgen.
De Catalanen waren vriendelijk en uiterst behulpzaam. Ze namen de tijd voor hun klandizie. Niet dat winkeliers en horecapersoneel in Israël altijd gehaast en onaardig zijn, maar zo gemanierd als in Europa of de VS, is men hier meestal niet. Het gaat er vaak wat rauwer aan toe, het is allemaal niet zo gepolijst. Hoewel het op de keeper beschouwd echt wel oké is hier. Al vind ik het harde gepraat of zelfs geschreeuw nog steeds niks.
Hoewel we vrij veel regen hebben gehad in Spanje was dat niet onaangenaam als afwisseling voor het kurkdroge en hete Israël. De regen – niet de hele dag, het waren korte wolkbreuken – heeft ons er niet van weerhouden allerlei uitstapjes te maken. Feest van herkenning, want we zijn vaker in Spanje, Barcelona en aan de Costa Brava geweest. Het was heerlijk om onze kleinzoon daar in levende lijve bezig te zien. Filmpjes op Whatsapp zijn beter dan niks, maar het blijft toch behelpen.
Toen we weer terug waren in Israël, waren we in no time gewend aan de wegen, het verkeer, de mensen, de omgangsvormen, de winkels, de prijzen en alle andere dingen. Alsof we als oliem (immigranten) die hier eigenlijk nog maar net iets meer dan twee jaar wonen, niet beter weten. De cultuurovergang leek minder groot dan andersom, toen we in Spanje arriveerden. Er is hier iets eigens dat ze in rooms-katholieke Spanje niet hebben. En van het Hebreeuws weten we langzamerhand net iets meer te maken dan van Catalaans of Spaans.