Inmiddels wonen we acht jaar in Israël. Op 11 maart 2016 arriveerden we in het land om ons te voegen bij onze jongste dochter in Tel Aviv. Zij huisde hier al wat langer met haar Israëlische vriend die nu haar echtgenoot is. We lieten onze twee andere dochters in Nederland achter plus twee kleinzoons. De jongste van die twee was nog maar net geboren. Opa en oma verzaakten dus hun familiaire plicht. In het vliegtuig naar Tel Aviv wilde ik rechtsomkeert maken. Hoe voelt het nú?
We hebben geen spijt gekregen van ons besluit naar Israël te verkassen na onze pensionering. We zijn nu gezegend met zes kleinkinderen. Vier in de buurt en twee in Spanje, waar onze middelste dochter ondertussen is neergestreken. Onze oudste dochter is enkele maanden na onze aankomst tot onze grote blijdschap ook hier naartoe gekomen. Je zou kunnen zeggen dat tachtig procent van het gezin heeft gekozen om in Israël hun leven door te brengen. Onze twee Israëlische schoonzonen hebben daar een belangrijke rol in gespeeld.
Israël herbergt zo langzamerhand bijna de helft van alle Joden in de wereld. In dat opzicht mag het land een succes worden genoemd. Vooral de Joden uit de Arabische wereld hebben na 1948 voor een grote impuls gezorgd, toen de landen waar ze woonden steeds vijandiger werden tegen ‘hun’ Joden. Zij vulden enigszins het gat op dat door de Sjoa was geslagen in het Europese jodendom. In het Westen wonen nog steeds vrij grote Joodse gemeenschappen. De grootste in de Verenigde Staten. De Joodse gemeenschappen in Frankrijk, Canada en Engeland mogen er ook zijn.
Het aantal Joden in Nederland is klein. Afhankelijk van wie ertoe worden gerekend, gaat het om 30.000 tot ruim 50.000 Joden. Vóór de Sjoa woonden er tegen de 140.000 Joden in de Hollandse delta. Die klap zijn de Joden in Nederland niet te boven gekomen.
Israël is ook economisch gezien levensvatbaar gebleken. In gesprekken die ik had met Nederlandse Joden die vlak na de oorlog of iets later hier kwamen wonen, werd me verteld dat Israël in die tijd nog een soort derdewereldland was. Veel was er niet te krijgen. Als je dat vergelijkt met de welvaart van nu (al is er ook heel veel armoede) dan valt niet te ontkennen dat de Joodse staat het in economisch opzicht goed doet. Zelfs gedurende deze oorlog blijft de sjekel overeind.
De integratie van het Joodse land in het Midden-Oosten was op de goede weg na de Abrahamsakkoorden. Hamas heeft daar een stokje, zeg maar een grote balk, voor gestoken door de heftige aanval op 7 oktober. Het valt echter te verwachten dat op enig moment na de huidige, verschrikkelijke Gaza-oorlog die draad weer wordt opgepakt. Voorlopig is die strijd echter nog volop aan de gang en Israël wil ook nog Rafah veroveren. Israëli’s zijn wel wat gewend als het om antizionisme gaat, doch wat er nu gebeurt, slaat zo ongeveer alles tot op heden. Israël hongert de Gazanen uit, heet het. Burgers worden met vooropgezet plan gebombardeerd, wordt luidkeels verkondigd. De Sjoa is er niks bij, volgens uiterst fanatieke Hamas-aanhangers. Gaza wordt helemaal kapot gemaakt en er wordt aan ethnic cleansing gedaan, aldus Palestina-fanaten.
Er zijn binnen en vooral buiten Israël ook Joden en Joodse groepen die meedoen aan al die anti-Israëlische kwaadsprekerij. Niet alles wat het leger doet, is oké. Doch in de regel wordt het oorlogsrecht zoveel als mogelijk in acht genomen tegen een vijand die dat volkomen aan zijn laars lapt. Dat laatste wordt niet zelden goedgepraat. Israël zou het ernaar gemaakt hebben.
Joden buiten Israël hebben het momenteel ook zwaar te verduren. Bij de opening van het nieuwe Nationale Holocaust Museum in Amsterdam was duidelijk te zien hoe Joden die formeel part noch deel hebben aan de besluitvorming in en door Israël bakken haat over zich heen krijgen.
Als je dat allemaal in ogenschouw neemt dan zou je haast gaan denken dat het een bar slecht idee was om hier (weer) een Joods land op te richten. Dat was vragen om moeilijkheden. Als je echter bedenkt dat Israël veel Joden van de Sjoa had kunnen redden als het voor 1940 had bestaan, dan snap je dat het land er móest komen. En mócht komen, gezien de Joodse geschiedenis en de erkenning daarvan in de wereld. Behalve in de Arabische wereld en linkse groeperingen in het Westen die Joden als volk het zelfbeschikkingsrecht niet toekennen.
In NRC las ik onlangs een opinieartikel van Arnon Grunberg. Hij heeft een zus die op de Westoever woont. Ze is streng orthodox geworden als ik het goed heb. Een koloniste in hart en nieren en ik snap best dat Grunberg daar niets van moet hebben. Ook ik heb weinig op met zulke religieuze zionisten.
Wat hij echter doodleuk betoogt, is dat zionisme niet veel met het jodendom te maken heeft. Toen ik dat las, dacht ik: beste Arnon, je bent een bijvoeglijk naamwoord vergeten: zionisme is geen onderdeel van het ultraorthodoxe jodendom.
Hoe verwoordt Grunberg zijn persoonlijke gedachten over het zionisme en jodendom?
“Het zionisme liep uit – of moest uitlopen, afhankelijk van wie je het vraagt – in het politieke messianisme dat nu de Israëlische politiek domineert. Daarmee is het zionisme een vreemde eend in de bijt van het jodendom, dat opgevat kan worden als een poging de Messias en het messianisme met alle macht buiten de deur te houden. Wat theoretisch en toekomstig had moeten blijven, messianisme, werd in de Joodse staat uiterst concreet en hedendaags. Het jodendom is wantrouwend jegens alles wat op deze aarde naar verlossing riekt. Ter illustratie: enkele zeer vrome Israëlische Joden (Haredim) zeiden recent tegen een journalist van The New York Times dat de oorlog gewonnen kan worden als alle Israëlische soldaten hun wapens neerleggen en de Thora beginnen lezen.”
Allereerst domineert het politieke messianisme allerminst de Israëlische politiek. Netanjahoe heeft uit lijfsbehoud twee minderheidsgroepen in het zadel gehesen. Noch de ultraorthodoxen, noch de kolonisten (religieuze zionisten) zijn mainstream in Israël. Ten tweede de idiote opmerking dat het zionisme een vreemde eend in de bijt van het jodendom is: een groot deel van de religieuze opdrachten van het jodendom (de mitswot) heeft betrekking op de Tempel die in Jeruzalem, dus in het heilige land stond. Je kunt dus met méér stelligheid zeggen dat zionisme een vast onderdeel is van het jodendom. Al is er geen religieus gebod om in erets Jisraeel te gaan wonen. Maimonides, die buiten Israël woonde, was niet voor zo’n mitswa. Nachmanides, die ook grote autoriteit had op religieus gebied, was het daarmee oneens en hij is dan ook in Israël (dat was in de vroege Middeleeuwen) gaan wonen.
Dan de messias (masjieach). Liever vandaag dan morgen (masjieach nú!) vinden religieuze Joden. Er zijn zelfs stromingen die menen dat die al is gekomen (Schneerson was de masjieach). In het jodendom wordt driemaal daags gebeden om spoedige verlossing (de zevende beracha in de Amida, het hoofdgebed). Hoezo is het jodendom wantrouwend ten aanzien van verlossing? En anders dan Grunberg schrijft, wordt die komende verlossing hier op aarde verwacht en nergens anders. Het jodendom laat zich nauwelijks uit over een hiernamaals. Anders dan islam en christendom.
Het liberale jodendom heeft het niet zozeer over de masjieach als persoon, doch over messiaanse tijden. Het draait om het herstellen van de kapotte wereld (tikoen olam) en daar kan iedereen een bijdrage aan leveren. By the way, neem de moeite om te luisteren naar deze progressieve derasja over de moeilijke periode waarin we nu verkeren. Nummer één is dat we ons niet mogen verheugen over de dood van onze vijanden. Dat is on-Joods en dat lezen we straks weer met Pesach.
Het zionisme was een aanvankelijk sterk seculiere beweging die het wachten op de masjieach die Joden zou laten terugkeren naar erets Jisraeel beu was. Zij namen het heft in eigen hand, wat een gruwel was in de ogen van de ultraorthodoxie.
Die charedim waar Grunberg met kennelijke waardering over spreekt zijn in wezen antizionistisch. Ze willen louter in hun oude en vertrouwde sjtetl blijven leven, een strikt religieus leven leiden en verder met rust worden gelaten. Ze hoeven geen Joods land, velen volharden liever in het Jiddisj als omgangstaal en denken serieus dat de Tora hen beschermt tegen Hamas en consorten. Hamas wil niet alleen Israël van de aardbodem laten verdwijnen, doch daarbij tevens heel veel, zo niet alle Joden, in ieder geval om te beginnen die in Israël, ombrengen. Zouden ze voor Arnon Grunberg een uitzondering maken?