Na mijn staaroperatie (in Israël) had ik een nieuwe bril nodig. In ieder geval in het montuur een nieuw glas voor het geopereerde oog. De bril die ik had, beviel me nog steeds goed. Niettemin was die wel wat jaartjes oud en daarom besloot ik alles te vernieuwen. De gang naar de opticien kon ik beter nog wat uitstellen, zo werd mij gezegd door de oogarts na de staaroperatie (cataract, zeggen ze hier). Pas na enige tijd wordt het oog weer rustig en dan heeft het laten aanmeten van een nieuw glas pas zin. Ondertussen wilde ik wel zo snel mogelijk een gewoon ‘vensterglas’ in het montuur hebben. Door de ingreep klopte het oude glas voor het geopereerde oog voor geen meter meer en zag ik dubbel. Gelukkig kon dat snel worden geregeld, al viel de prijs me wat tegen voor een onbewerkt glas.
Toen het tijd werd voor het laten aanmeten van nieuwe glazen en het uitzoeken van een nieuw montuur togen we naar Optikana, een van de opticienketens in Israël. Het aanmeten ging soepel en naar mijn idee ook zorgvuldig, door een kordate jonge vrouw die zonder twijfel gediplomeerd was. In Nederland ging ik altijd naar Pearle. Niet de goedkoopste, wel een opticien met gediplomeerd personeel. Om de kosten te drukken ben ik wel eens naar Hans Anders geweest. Dat was een regelrecht fiasco. Het was daar een heel gestuntel om de goede sterkte voor mijn blijkbaar lastige ogen te vinden. En nadat de sessie werd beëindigd – de jonge knul die de oogmeting deed, was de wanhoop nabij – was ik heel benieuwd hoe het verder zou aflopen. De glazen bleken bij het ophalen een ontzettende misgreep, waarna ik Hans Anders vaarwel heb gezegd en uiteraard niets heb betaald voor de ondeskundige service. Het kan zijn dat het bij een andere vestiging van Anders goed was afgelopen. Bij Pearle, waar ik na dat echec ben binnengewandeld, wisten ze bij het opmeten welke correcties er moesten worden aangebracht om mij scherp te kunnen laten kijken. Iets met een cilinderafwijking, kreeg ik te horen.
De kosten bij Optikana voor het nieuwe uit Duitsland geïmporteerde superlichte metalen montuur en de glazen waren niet gering. Ongeveer drie keer zo duur als in Nederland. En Pearle was al niet de goedkoopste. Maar ja, voor je ogen en dus brillenglazen (of contactlenzen) doe je alles en een beetje montuur is natuurlijk ook nooit weg. In Israël kennen ze het fenomeen van gespreide betaling zonder extra rente of wat voor kosten dan ook. Bij het boodschappen doen in de supermarkt kan je bijvoorbeeld de inhoud van je volle wagentjes via gespreide betalingen afrekenen. En niet alleen daar, het kan gewoon overal. Je wordt er werkelijk mee doodgegooid.
Ik weet nog dat onze eerste creditcard via de bank veel te weinig krediet toestond, zodat we nadat we de deur uit waren gewandeld, werden gebeld na het afrekenen bij Optikana. Terug bij de opticien heb ik toen het restbedrag dat was geweigerd door mijn Israëlische creditcard voldaan met mijn Nederlandse creditcard. De opticien vroeg nog of ik met de Nederlandse creditcard ook gespreide betalingen wilde, waarop ik zei dat zoiets niet kon met een Nederlandse card.
De dure bril was dus wel iets om heel zuinig op te zijn. Als aanbieding kreeg ik er van Optikana gratis een zonnebril bij van een goed merk met dezelfde geslepen glazen als de gewone bril. Tot dan toe deed ik het altijd met een zogenaamd voorhangsel, zonnekleppen die je simpel op je gewone bril aanbrengt. Dat hoefde dus niet meer. Er kwam echter een wat ingewikkelder ritueel voor in de plaats: gewone bril af, netjes opbergen in een stevig etui (ook voor niets gekregen bij de dure bril) en zonnebril op. Of omgekeerd.
Vanwege de vaak verzengde hitte in Israël in de lange zomerperiode kom ik altijd broekzakken tekort, want hier draag je dan doorgaans een korte broek met enkel een t-shirt, poloshirt of blouse met korte mouwen. Dat moest een keer misgaan, want ik zat vaak te stuntelen met het vinden van ruimte voor portemonnee inclusief identiteitsbewijs, brillenkoker plus huis- en autosleutels en mijn smartphone.
En ja hoor, na een maand of twee wilde ik, toen we na onze oelpan (Hebreeuwse les) na een flinke wandeling naar de gratis parkeerplaats weer in de auto stapten, mijn zonnebril verwisselen voor de gewone bril, omdat het donker begon te worden. Maar waar was de brillenkoker? Ik had durven zweren dat ik hem nog had toen we auto instapten. Echter, er was niks te vinden op de achterbank waar ik mijn tas met leerboeken had gelegd. Er lag ook niks op de vloer onder de voorbank.
Er zat niets anders op dan de hele weg terug te lopen en te speuren naar een brillenkoker. Misschien was die uit mijn broekzak gevallen. De zoektocht leverde niks op behalve steeds groter worden frustratie. Het werd bovendien echt donker en daarom had het zoeken steeds minder zin. Eenmaal thuis heb ik mijn oude bril opgezocht, want binnenshuis met een zonnebril oplopen, werkt niet.
Vlak voordat we weer naar de opticien zouden gaan en ik me had verzoend met een forse onverwachte onkostenpost, liet ik mijn auto wassen. Na de wasbeurt, in Israël een apart ritueel waar ik al eens eerder wat over heb geschreven, en de gebruikelijke fooi, nam ik plaats in de auto. Tot mijn grote verbazing en ontzettende blijdschap, zag ik opeens de zoekgeraakte brillenkoker op de zitplaats naast me liggen! Die moest ontdekt zijn bij het stofzuigen van de auto onder de voorbank, flitste het door me heen. Ik kon de autowasser wel om de hals vliegen (dat heb ik maar niet gedaan, die zou het niet hebben begrepen) en kon mijn geluk niet op. Fluitend naar huis in een schone auto en niks opticien.
Ik heb mijn vrouw bezworen dat dat me niet meer zou overkomen.
Jaren later toen ik op een bankje in de schaduw zat te wachten op mijn geliefde echtgenoot, ben ik toch zo stom geweest om de brillenkoker te laten liggen op het bankje. Ik weet nog dat zij opeens voor mijn neus stond en dat we samen verder konden. Die keer had ik de koker niet in een van mijn korte broekzakken gewurmd, maar tijdens onze wandeling steeds in de hand gehouden. Op het bankje was ik uit verveling met mijn iPhone bezig geweest en had de brillenkoker gedachteloos naast me neergelegd.
Terug in de auto kwam hetzelfde gevoel terug als jaren eerder: waar is de brillenkoker met de gewone bril? Dit keer wist ik dat die niet in de auto kon liggen en dat ik hem op het bankje had achtergelaten, of misschien bij het afrekenen van diervoeding in de winkel was vergeten. De tocht naar de winkel leverde niks op, al was de eigenaar uiterst vriendelijk en zou hij het ook nog vragen aan het meisje dat ons had geholpen en net weg was. Ik heb nog gezocht bij het bankje, maar daar was niks te vinden. Mijn gezoek viel natuurlijk op en een wat oudere vrouw riep in het Hebreeuws iets in de trant van: als je nou zegt wat je zoekt dan kunnen we meekijken. In de zenuwen riep ik dat ik mijn michnasajiem (broek) zocht in plaats van misjkafajiem (bril). Dat schoot dus niet op.
Onverrichterzake terug in de auto opperde mijn vrouw – die zoals vaker een helder moment had – dat iemand de brillenkoker wellicht na de vondst bij een winkel in de buurt had gebracht. Opnieuw naar het bankje op het pleintje dus. Er tegenover was een kapperszaak. Wie weet? Ik was er al heilig van overtuigd dat ik deze keer geen geluk zou hebben. Maar nadat we wat aarzelend bij de winkel aankwamen, waar een kapster vroeg of ze ons kon helpen en ik bedremmeld zei dat ik mijn bril (nu het goede Hebreeuwse woord) zocht, toverde zij met de – ondanks haar mondkapje – alleraardigste Israëlische glimlach die ik sinds tijden had gezien de zwarte brillenkoker tevoorschijn!
Ik heb mijn vrouw wederom plechtig moeten beloven dat dit mij vanaf nu beslist niet meer zal overkomen. Echt niet.