Mijn huidige klas bij oelpan Gordon in Tel Aviv loopt ten einde. We kunnen als groep met onze fantastische lerares Ramit door naar kita ג+. Want Ramit is nog lang niet klaar met ons: aan diverse werkwoordgroepen (binjaniem) is ze nog niet toegekomen, te weten de hoefal en de hitpaeel. Ze deed erg lang over de nifal. Achteraf gezien wel terecht, want het is een lastige groep. De hitpaeel ken ik heel redelijk, maar aan de hoefal ben ik nog niet eerder toegekomen. De poeal heb ik nu wel redelijk onder de knie. Voor wie dit abracadabra is: lees hier verder.
Toen ik bij het kantoor van oelpan Gordon ging informeren naar de kosten van de vervolgklas werd me verteld dat ik dubbel moest betalen. Ik heb geen voucher meer van het ministerie van Integratie (klita) voor gratis lessen als nieuwe immigrant. Het ministerie gaat ervan uit dat ik inmiddels voldoende lessen heb gehad om alleen verder te kunnen. Als je meer lessen wilt, is dat voor eigen kosten. Voor kita gimmel-plus moet ik én aan oelpan Gordon én aan het ministerie van Onderwijs betalen. Dat vond ik wat te gortig, dus ging ik op zoek naar een andere klas bij oelpan Gordon. Er zijn daar ook nog conversatieklassen. Ik vond er één op mijn niveau (gimmel oftewel C). De kosten vielen erg mee en daarom heb ik me ingeschreven, al neem ik met bloedend hart afscheid van Ramit, mijn derde leerkracht. Toen ik haar vertelde dat ik niet verder ging met haar vervolgklas, zei de schat dat ik altijd terug mocht komen.
Tussen twee haakjes: in het begin deed ze helemaal niet zo aardig tegen mij. Dat is veranderd in de loop van de tijd. Zoiets zei ze ook bij het afscheid: “mijn hart opende zich voor jou.” Achteraf denk ik dat ik weet waarom. Bij het afscheid vertelde zij dat ‘Nederland’ haar eerste buitenlandse ervaring was. Ze begrijpt nog steeds niet waarom je vanuit Nederland op alija gaat. Het is daar toch goed? Als Nederlandse oleh (immigrant) verstoorde ik dat beeld van haar. Echter, antisemitisme en/of antizionisme is niet de enige reden om naar Israël of elders af te reizen. In Israël gaan wonen kan ook een positieve keus zijn omdat je graag in een Joods land wil wonen – ook als daar niet direct een hele urgente noodzaak voor is. Al is Nederlandse houding ten aanzien van Israël en Joden aanzienlijk negatiever geworden. In de ogen van velen kan het Joodse land weinig goeds doen.
Terug naar de oelpan-ervaringen. De eerste keer ging ik met licht bonzend hart naar mijn openingsles van de conversatieklas. Mijn nieuwe leerkracht heet Ilana. Ze is beduidend ouder dan Ramit, maar net zo vitaal. Ik was vooraf bang dat ik het af zou leggen tegen de andere leerlingen wat betreft mijn spreek- en luistervaardigheid. Tot mijn grote geruststelling zit bijna iedereen net zo te stamelen als ik. Alleen één hoogblonde Russische vrouw spreekt een stuk sneller. Ze heeft de lat heel hoog gelegd voor zichzelf: in Moskou had ze een universitaire baan en dat wil ze hier ook, liefst iets op het terrein van de Hebreeuwse taal! De anderen zijn beduidend minder ambitieus. Het gaat om Fransen, vaak met Algerijnse of Marokkaanse roots. En de rest is Russisch, op één Amerikaanse en mij als eenzame Nederlandse immigrant na.
Bij de onderlinge kennismaking moest iedereen vertellen waar hij of zij vandaan kwam, waarom je naar Israël bent gekomen, waar je Hebreeuws had geleerd en wat je verwachtte van de conversatieklas. Wat betreft het laatste: iedereen was het erover eens dat een grotere woordenschat de grootste uitdaging is.
De lessen gaan over de actualiteit. Ilana legt geduldig uit wat er te lezen is in de krant of op het tv-nieuws te zien valt wanneer we met haar opnames bekijken. Zonder haar uitleg zijn we nergens. Ze reikt allerlei nieuwe werkwoorden aan, waarbij ze kort aanstipt hoe de vervoegingen gaan. Die worden op dit niveau bekend verondersteld. Dat is gelukkig voor de meesten zo, ook voor mij. Het is inmiddels grotendeels bekende kost. Ook nieuwe woorden, begrippen of idioom (taaleigen) schrijft ze voor ons uit op het bord. Het valt me op dat ze geen probleem heeft de nieuwe woorden van een Engelse of Russische vertaling te voorzien, dus voor haar hoeft het woord niet in het Hebreeuws te worden uitgelegd. Voor Ramit was dat een must! Bij Ramit was het volstrekt taboe om in de klas via Google even de betekenis op te zoeken, terwijl Ilana rustig zegt: zoek met Google even op wat de vertaling in het Engels is.
We hebben nog maar een paar lessen gehad, maar eigenlijk is er al heel wat langsgekomen. Bijvoorbeeld de protesten tegen de nieuwe winkelsluitingswet in Ashdod, waar een burgemeester wil overgaan tot sluiting van winkels en restaurants op sjabbat. Ashdod heeft een behoorlijke grote ultra-orthodoxe gemeenschap, doch ze vormen met zo’n 25 tot 30 procent niet de meerderheid. De seculieren stellen mijns inziens terecht dat de stad ook van hen is en dat ze geen zin hebben hun leven op sjabbat te laten dicteren door de charediem. Als de ultra’s in hun woonwijken op sjabbat geen auto’s willen zien rijden en geen open winkels wensen dan is dat hun keus, zeggen de seculieren. Ze moeten zich er echter niet mee bemoeien hoe wij ons leven willen leiden, aldus de chiloniem. Ilana is seculier en is het daarmee volkomen eens.
Uiteraard hebben we het eind januari ook gehad over de International Holocaust Remembrance Day. En vooral hoe men nu in Polen iedere vorm van medeplichtigheid aan de Duitse vernietigingskampen van de hand wijst en het via een wet strafbaar wil stellen als je daar anders tegenaan kijkt. In Israël heeft men zeer verontwaardigd gereageerd op deze Poolse wet in wording.
In de klas moest iedereen zijn mening geven over een en ander. Mijn commentaar was dat zelfs ná de Sjoa in Polen op diverse plaatsen pogroms uitbraken, dus zo netjes is men niet geweest in Polen. Ilana, onze juf, wees er daarna terecht op dat er ook Polen waren die Joden hebben geholpen. Saillant detail bij de discussie in de klas: één van de Russische leerlingen had nog nooit van de Hebreeuwse term “sjoa” gehoord. Toen ze dat heel eerlijk zei, viel iedereen even stil. En alle Russen begonnen in het Russisch te roepen wat de Russische vertaling was. Uiteraard viel daarna het muntje voor de betreffende vrouw, want de Holocaust had ook haar familie getroffen.
Toen het Toebisjwat (nieuwjaarsfeest van de bomen) was, werd daar door Ilana uitgebreid bij stilgestaan. We kregen ook allerlei gedroogd fruit en noten te eten en Ilana vroeg of we het feest kenden en wat eraan hadden gedaan voordat we naar Israël kwamen.
Op de valreep van mijn deelname aan kita gimmel (C) van Ramit kan ik nog meedoen aan een uitstapje. Het reisdoel is Jeruzalem. Daar bezoeken we Yad Vashem, de herbouwde Hurva synagoge, de Kotel (Klaagmuur) en machanee Jehoeda (de grote markt). Allemaal plekken waar ik al eens ben geweest. Niettemin bijzonder om er weer naartoe te gaan. Het is een vol programma voor één dag. Daarom vertrekken we vroeg en zijn we pas tegen het begin van de avond terug.
Naast het volgen van de oelpanlessen, het oppassen op de kleinkinderen (er is net een vierde bij gekomen, omdat onze jongste is bevallen van haar eerste kind, een dochtertje!) en andere gewone bezigheden ben ik nogal wat tijd kwijt geweest met mijn nieuwe iPhone. Cadeau van de familie voor mijn verjaardag. Gekocht in New York door de dochter die net bevallen is, toen ze nog mocht reizen. Het ding heeft het een maand prima gedaan. Toen was het uit met de pret. Geen contact meer met het netwerk (“Geen service”, ondanks een prima simkaart), nog wel wifi.
In Israël zijn geen echte Apple Stores. Bij de Premium winkel van Apple in Tel Aviv was men wel heel vriendelijk, maar daar kon men mij niet verder helpen. Het zijn slechts winkels die met licentie van Apple hun producten mogen verkopen. Het ding moet daarom naar Amsterdam, waar wel een heuse Apple winkel te vinden is. Dat was het advies van de telefonische Apple Support, waarmee ik uren voor niets aan de telefoon heb gezeten. Bepaald geen reclame voor Apple, zoals dat ging. Constant doorverbinden, telkens hetzelfde verhaal moeten vertellen en steeds maar weer dezelfde opdrachten uitvoeren op de telefoon om de fout te achterhalen, terwijl ik dat al eerder had gedaan met voorgaande Apple-helpdeskmedewerkers. Protesteren hielp niet.
Het was daarna wat gedoe om de iPhone richting Amsterdam te krijgen, maar hopelijk komt ie binnenkort weer gerepareerd terug of komt er een nieuwe voor in de plaats.
Op mijn Facebook-pagina had ik een discussie over de vraag of het nou aan Apple is te wijten of aan iDigital, de premiumwinkelketen in Israël die Apples verkoopt, dat ik in Israël geen internationale service kan krijgen voor de in de VS gekochte telefoon. We kwamen er niet echt uit met elkaar.
Zonder smartphone (of er nou Apple, Samsung of een ander merk op staat) is het leven hier wel een stuk lastiger. Navigeren met de auto via de telefoon (Waze) of het openbaar vervoer (met Moovit) en meer van dat soort inmiddels onmisbare hulpmiddelen, die kun je eigenlijk niet meer missen. Onderweg even een vertaling opzoeken, het gaat niet zonder slimme telefoon. Zo’n ding hoort zonder meer tot de standaarduitrusting van iedere moderne immigrant.