Journalist Coen Verbraak maakte eerder documentaires over Molukkers, Indië-veteranen en Dutchbat. Het is maar een greep uit zijn uitgebreide oeuvre als kranten- en weekbladinterviewer plus radio- en televisiemaker. Zelf ken ik hem van de boeiende interview-serie Kijken in de Ziel (2009), waarin hij psychiaters aan de tand voelt over hun vakgebied. Dat was ronduit genieten – mede door zijn Columbo-achtige manier van interviewen en de knappe montage. Daarna volgden andere beroepsgroepen. Nu heeft hij onder de titel Het beloofde land Nederlandse Joden ondervraagd over hun band met Israël.
In tal van bladen, zoals De Telegraaf, Algemeen Dagblad en het Nederlands Dagblad, kwam Verbraak aan het woord over de nieuwe serie met Joden in de hoofdrol (de VARA moest zich daarvoor nota bene verantwoorden richting Israëlhaters). Hij was ook te zien bij Op1, samen met twee geïnterviewden uit de serie, te weten journalist Salomon Bouman en theatermaker JaÏr Stranders.
Het dagblad Trouw besteedde eveneens aandacht aan de zesdelige serie die op zondag 16 april zijn première beleefde. De eerste twee delen heb ik inmiddels gezien, de rest was nog niet beschikbaar op NPO Plus. Er is ook een boek verschenen over de interviewserie. De e-bookversie verschijnt pas op 21 april, dus ik zal ‘als buitenlander’ nog wat geduld moeten hebben.
Toen ik aan het artikel in Trouw begon, dacht ik eerst dat journaliste Nienke Schipper de plank missloeg, doch later bleek dat ook Verbraak zich in dezelfde bewoordingen uitliet over het Joodse land.
Er komen enkele – wat ik maar zal noemen – levensgrote misverstanden langs. Voor iemand als Verbraak, die ik best hoog heb zitten, vind ik het ronduit teleurstellend dat hij zo meegaat met het Palestijnse narratief. Van Trouw verwacht ik niet heel veel anders.
Laat ik die kritiekpunten eens nalopen.
Allereerst staat in het Trouw artikel: “Met het uitroepen van de staat Israël verloren de Palestijnen immers hun eigen land en wachtte hun een lot als tweederangsburger of als vluchteling.” Dat komt dan nog uit de pen van de Trouw journaliste. Maar daarna komt Verbraak tot precies dezelfde conclusie: “Het had enorme gevolgen voor de Palestijnen die er woonden en hun land kwijtraakten, de Joden die een eigen land kregen.”
Maar er bestond helemaal geen Palestijnse staat toen Joden hun eigen land uitriepen, waarin ook plaats was voor Arabische inwoners. Dus hoezo “verloren zij hun eigen land”? Het gebied was toentertijd Engels mandaatgebied, toegewezen aan de Britten na de Eerste Wereldoorlog. In die oorlog werd het Ottomaanse rijk verslagen, dat eeuwenlang het gebied dat nu Israël en de Palestijnse gebieden omvat, had gekoloniseerd.
Het is goed om te bedenken dat Joden nooit helemaal zijn weggeweest uit dat gebied. Er woonden daar nog steeds plukjes Joden tijdens de eeuwenlange, veel te lange Joodse diaspora. Met name in steden als Jeruzalem, Tsfat, Tiberias en Hebron. Joden zijn hun innige band met wat zij Erets Jisraeel noemen (het land Israël) nooit vergeten. Driemaal daags hebben Joden na de verdrijving door de Romeinen uit Judea gebeden om terugkeer. Het wachten was op de Messias, totdat vooral Theodor Herzl (hij was niet de enige!) Joden voorhield dat ze geen Messias nodig hadden en hun eigen lot in handen konden nemen.
Palestijnen hadden net als Joden in 1948 hun eigen land kunnen krijgen op basis van het VN-verdelingsplan, dat in 1947 werd aanvaard door de wereldgemeenschap. Dat hebben zij geweigerd. En nog steeds vinden Palestijnen het wegwerken van de Joodse staat belangrijker dan het verwerven van een eigen Palestijnse staat. Israël proberen te elimineren doen ze langs diplomatieke weg, dat is de aanpak van Palestijnse Autoriteit, met financiële aanmoediging van terreur op Joden. Of het gebeurt middels regelrecht geweld, zoals Hamas doet met steun van Hezbollah, waarbij op de achtergrond Iran fungeert. Het land dat niets liever wil dan Israël als Joodse staat volledig van de kaart vegen.
Ten tweede is het nogal boud om te stellen dat Arabische Israëli’s tweederangsburgers zijn. Er is ongetwijfeld discriminatie, net zoals er onderlinge discriminatie is tussen Joodse Israëli’s. Maar Arabische bewoners van Israël hebben gelijke rechten. In dat opzicht is er geen legaal verschil met Joodse of andere Israëli’s. Je kan hen ook ‘Palestijnen met een Israëlisch paspoort’ noemen, doch mijn voorkeur heeft dat niet. Het werkt verwarring in de hand met de Palestijnen die in de zogenaamde A-gebieden (volgens de Oslo-akkoorden) wonen.
Dat is dus buiten Israël, over de grens, in de bezette gebieden. Die Palestijnen zijn geen Israëlische staatsburgers. Er wonen daar ook kolonisten, fanatieke en ook anderen die daarginds (vooral in C-gebied) om andere dan nationaal-religieuze redenen wonen. Dat zijn wel Israëli’s. Dat geeft precies aan waar de schoen wringt en waarom die gebieden corrumperend werken en er een ordentelijke oplossing gevonden moet worden voor hun status. Wat mij betreft is het helder: de bezette gebieden zijn beóógd Palestijns gebied, dus gebied van een nog op te richten Palestijnse staat. Zo’n staat op dit moment toestaan, zou echter nationale zelfmoord betekenen voor Israël. Zie wat de terugtrekking uit Gaza heeft betekend voor Israël. Een tweede Hamastan is het begin van het einde voor Israël.
Het derde punt. Israël is ontstaan als gevolg van de Holocaust (de Sjoa). Als ik dat soort beweringen hoor, moet ik altijd denken aan wat Awraham Burg schreef: Israël is niet ontstaan dankzij de Sjoa, maar ondanks de Sjoa. Twee op de drie Europese Joden waren immers omgebracht door de nazi’s en hun handlangers. Er waren na de Tweede Wereldoorlog opeens veel minder Joden om het land op te bouwen. In de serie beaamt Arnon Grunberg volmondig het idee dat Israël er zonder Sjoa niet was gekomen. Abel Bolink, de Joodse jongere uit Amsterdam-Zuid die dienst is gaan doen in het Israëlische leger, geeft echter het betere antwoord: als Israël er eerder was geweest dan zou er geen Sjoa hebben plaatsgevonden. Of die was in ieder geval niet van die ontzettende omvang geweest, denk ik dan.
Wie de Joodse of in ieder geval de Israëlische geschiedenis enigszins kent, weet dat het nieuwe, oude Joodse land al sinds de tweede helft van de negentiende eeuw in opbouw was. En belangrijker: de Volkerenbond had Joden al het internationale recht gegeven om zich daar te vestigen. De VN heeft eerdere toezeggingen van de Volkerenbond na de Tweede Wereldoorlog overgenomen. Op de site van het CIDI staat daarover het volgende: “Via de slotresolutie van de San Remo-conferentie verkreeg de Balfour-verklaring van 1917, tot dan toe vooral een Britse intentieverklaring, de kracht van een juridisch bindend document onder internationaal recht. Als zodanig werd in San Remo de volkenrechtelijke basis gelegd voor de stichting van de Joodse staat Israël, in het gehele gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee en zelfs een deel van het huidige Jordanië.” Dat laatste hoeft van mij niet. De twee-statenoplossing is het redelijkst voor alle partijen.
Met belangstelling kijk ik uit naar de andere vier delen van de serie van Coen Verbraak over Joden en hun band met Israël. Vermoedelijk zal ik me steeds meer gaan ergeren aan kleine en grote fouten. Dat is de prijs voor iedereen die zich wat meer heeft verdiept in een onderwerp. In dit geval luisteren dat soort fouten, misverstanden, vooroordelen en onmiskenbare onwaarheden nauw, gezien het toenemende antizionisme en tevens antisemitisme. De stemming over Joden en Israël wordt steeds vijandiger, al kun je je kop daarvoor in het zand steken. En ook in Joodse kringen, binnen en buiten Israël, wordt de sfeer er niet beter op en de kloof over de betekenis van religie en zionisme steeds dieper.
Ter afsluiting nog zo’n foutje: aan het begin van het tweede deel uit de serie zegt Verbraak dat voor het eerst in de geschiedenis (!) Joden in 1948 een eigen land kregen. Laat het nu de derde keer in de historie zijn dat er een Joods land is opgericht. Zo lang het om dít type onnauwkeurigheden gaat, valt ermee te leven.