Vorig jaar juli schreef ik over een onderzoek van het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) hoe het Nederlanders vergaat die rond hun pensioengerechtigde leeftijd naar het buitenland zijn vertrokken. Welnu, de eerste onderzoeksresultaten zijn bekend en daarover wordt verslag gedaan in het NIDI-huisblad DEMOS. De pensionado’s in Israël springen er in een bepaald opzicht uit.
Naar schatting verblijven er enkele tienduizenden Nederlandse gepensioneerden in het buitenland. In het onderzoek gaat het uitsluitend om degenen die rond hun pensioenleeftijd Nederland achter zich hebben gelaten, dus degenen die op jongere leeftijd naar het buitenland zijn vertrokken en daar met pensioen zijn gegaan, vallen er niet onder. Een andere begrenzing van de onderzoeksgroep is dat de respondenten in Nederland moeten zijn geboren en de Nederlandse nationaliteit hebben. Grensbewoners die naar België en Duitsland zijn vertrokken, werden ook niet meegenomen. Dit alles bij elkaar levert naar schatting rond de 24.000 pensionado’s op. Daaruit is een steekproef getrokken van 66- tot 90-jarigen die minstens zeventig procent AOW genieten. Omdat gebruik is gemaakt van de data van de Sociale Verzekeringsbank, die de AOW verzorgt, is het onderzoek zeer waarschijnlijk als uniek in de wereld te beschouwen qua representativiteit. Bij de steekproef werden alleen pensionado’s benaderd die in de top-veertig van de meest gekozen landen woonden.
Aldus werden 14.000 personen benaderd. Van hen heeft circa veertig procent meegedaan, om precies te zijn 6.110 respondenten. Voor een schriftelijke vragenlijst is die respons hoog te noemen. De enquête kon online worden ingevuld, hetgeen driekwart deed. De rest deed het op papier. In diverse arme en verafgelegen landen was de respons wat lager, maar niet altijd. In Thailand, Maleisië en Brazilië was de respons ruim boven de veertig procent.
Ook worden de antwoorden van de onderzoeksgroep vergeleken met een panel van 66-jarigen en ouder die in Nederland wonen. De resultaten van die vergelijking komen later, net als secundaire analyses van het onderzoeksmateriaal.
Waarom emigreren pensionado’s? Tenslotte is het niet zo makkelijk, gezien de taal- en cultuurbarrières. Anderzijds hebben gepensioneerden het voordeel dat ze niet afhankelijk zijn van (het vinden van) een werkkring als inkomstenbron. Dat heeft ook een nadeel, want gepensioneerden missen een werkkring die integratie in de samenleving kan bevorderen. Veel pensionado’s kennen overigens het ‘pensioenland’ al, omdat ze er op vakantie zijn geweest, er eerder hebben gewoond of er een tweede huis hadden.
De meest genoemde motieven om Nederland de rug toe te keren zijn: natuur, rust en ruimte in het pensioenland; het betere weer; cultuur en de mensen; weg van de bevolkingsdichtheid en drukte in Nederland; avontuur en nieuwe ervaringen; goedkoper leven; omgangsvormen en mentaliteit in Nederland; bureaucratie in Nederland; een nieuw leven beginnen; betrouwbaarheid en politiek in Nederland; gezondheid; weinig goede sociale banden in Nederland; werkgelegenheid in het buitenland; nieuwe partner in het buitenland; vrijwilligerswerk in het buitenland; terug naar de eigen roots.
De motieven zijn dus nogal uiteenlopend. Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen positieve beweegredenen (de aantrekkende of pull factoren) en negatieve (de afstotende of push factoren). Voor de ene pensionado is vertrek een soort vlucht of bevrijding uit Nederland, voor de andere is het vooral een kwestie van een aantrekkelijker leven elders. Het kan ook een combinatie zijn.
In DEMOS staat een tabel met de motieven en de landen van bestemming en nog wat cijfers die daarmee te maken hebben.
Over de tabel valt van alles te zeggen. Bijvoorbeeld dat ‘kosten van levensonderhoud’ als motief het meest is genoemd door degenen die zijn vertrokken naar Oost-Europa en goedkope landen als Thailand en Filipijnen. Als ik het wel heb, hoeven buitenlandse gepensioneerden in Hongarije totaal geen belasting te betalen, wat dat land bij een laag pensioen aantrekkelijk maakt.
Israël springt er op een andere manier tussenuit. De respondenten in het Joodse land, en daar hoor ik dus ook bij, hebben in hoge mate aangegeven dat terugkeer naar de eigen roots een belangrijk motief was. In DEMOS staat daarover het volgende te lezen: “Terug naar de ‘roots’ is vooral belangrijk voor gepensioneerden in Israël. Israël is het enige land waar een meerderheid (58 procent) dit motief benoemt. Ongetwijfeld speelt religie hierbij een grote rol. Sommige Israël-gangers zeggen toegenomen antisemitisme te ervaren in Nederland.”
Nu kan ik me niet meer herinneren of ik terugkeer naar de eigen roots als antwoord heb aangegeven. Het zou heel goed kunnen. Daarbij zal ik zeker geen sterke relatie hebben gelegd met religie. Joods zijn in religieuze zin kun je namelijk overal ter wereld. Nou ja, bijna overal, want er zijn landen waar je maar beter niet Joods kunt zijn. In ieder geval niet Joods én zionist, terwijl het (al dan niet kritisch) zionisme bij het jodendom hoort zoals kou bij sneeuw.
Om religieus Joods te kunnen zijn, hoef je niet per se naar Israël te verhuizen. Als liberale Jood heb je het hier zelfs moeilijker dan in Nederland, waar de overheid strikt neutraal wenst te blijven als het gaat om orthodox of progressief jodendom. Kom daar in Israël maar eens om, waar het orthodoxe jodendom nog altijd het monopolie heeft van overheidwege als het de religieuze kant van het jodendom betreft (jodendom is beslist niet alleen maar een kwestie van religie).
Als antisemitisme een motief is geweest om te vertrekken, dan zal religie ongetwijfeld mee hebben gespeeld, want orthodoxe Joden zijn nu eenmaal direct herkenbaar als Jood. In dat opzicht kun je je in Israël veel vrijer voelen als religieus herkenbare Jood. Men kijkt hier totaal niet gek op als je met een keppel rondloopt, al dan niet met tsietsiet (schouwdraden). Verder is kasjroet in Israël op tal van plekken een uitgemaakte zaak, wat in het buitenland alleen in Joodse buurten het geval is. Openbare instellingen, zoals het leger of ziekenhuizen, houden zich aan de spijswetten en voeren dus een koosjere keuken.
Voor ons als pensionado’s was Israël een logische keus. We hadden ook kunnen kiezen voor Spanje, Portugal of Italië. Het zijn landen met een Mediterraan klimaat (al ligt Portugal niet aan de Middellandse Zee) en een sfeer die hoge ogen gooide tijdens onze talloze vakanties in het zuiden van Europa. Israël scoorde in dat opzicht (klimaat en cultuur) ook prima, al zijn de zomers hier erg heet en is de cultuur on-Europees. Voor ons was daarnaast wonen in een Joods land nu eenmaal een belangrijke drijfveer. Met al die vanzelfsprekende Joodse feestdagen en de Joodse cultuur in het dagelijks leven – ook al zijn we niet heel erg religieus – past dit land bij ons als bewuste en tevens vrij zionistische Joden.
De antizionistische stemming in de media en bij de linkse intelligentsia in het buitenland vormden voor ons geen beletsel, al zijn de reacties wel eens onaangenaam als je zegt dat je in Israël woont. Het is een waanidee dat (alleen of met name) Israël een fout land zou zijn. Als je hier woont, weet je wel beter. Het is absoluut niet fouter dan de meeste democratische en pluriforme landen in de Westerse wereld. Israël heeft alleen de pech dat het heeft te maken met een uiterst vijandige omgeving. Al begint steeds meer het inzicht door te breken in de Arabische wereld dat je beter vrede kunt sluiten met het Joodse land dan het eindeloos te bevechten. Daar wordt echt iedereen veel wijzer en zeer veel gelukkiger van.