Vlak voordat we uit Nederland vertrokken, was ik bij de oogarts voor een vaste controle. Hij constateerde een macula pucker (littekenweefsel op het netvlies) in mijn rechteroog. Ik had al gemerkt dat het zicht met dat oog achteruit ging en ik dacht toen dat ik weer toe was aan een staaroperatie.
Geen staaroperatie dus volgens de oogarts in Nederland. Operatief ingrijpen zou kunnen helpen tegen de macula pucker, garantie kon hij helaas niet geven. Ik vertelde van ons aanstaande vertrek uit Nederland. De oogarts zei dat het nog kon worden gedaan als ik heel snel zou beslissen. Omdat ik niet veel vertrouwen had in de diagnose (het was volgens mij toch echt staar; het leek precies op wat ik eerder had gehad aan mijn andere oog), hield ik de beslissing aan. Daarna was het te laat, want we vertrokken naar Israël.
Mijn Israëlische oogarts spreekt goed Engels. Niet zo raar, want hij is vaak in Canada vanwege zijn beroep. Ik heb geen idee wat hij daar uitspookt, maar zijn assistent spreekt er altijd met veel achting over als hij weer eens een paar maanden geen afspraken kan maken. Het oogonderzoek lijkt als twee druppels water op wat mijn Nederlandse oogarts altijd deed. En ook in Israël moest ik een OCT-scan laten maken, waarbij het netvlies in beeld werd gebracht. Daarvoor ben ik helemaal naar Ashdod gegaan, omdat er in Tel Aviv een gigantische wachtlijst was. De resultaten van vroegere OCT-scans heb ik uit Nederland laten overkomen, zodat de dokter de progressie kon beoordelen. Hij was minder stellig dan zijn Nederlandse collega: hij wilde een advies over het littekenweefsel van een netvliesspecialist die hij kende in het Assuta-ziekenhuis. Deze man bekeek ieder geval apart, zo zei hij, en adviseerde alleen een operatie als dat echt zou kunnen helpen. De twee artsen kennen elkaar van hun tripjes naar Canada, begreep ik.
De collega had een soort privé-praktijk naast de gewone praktijk in het ziekenhuis. Gelukkig had hij ook een contract met mijn ziektekostenverzekeraar, zodat ik niet het volledige bedrag voor het oogonderzoek hoefde te betalen. De eigen bijdrage (contant betalen!) was echter hoog genoeg, rond de € 70.
Het was een wat aparte, maar niet onaardige man: hij was Israëlisch direct, zéér direct zelfs en maakte daarnaast grappen en grollen als “Ik moet mijn collega in Herzliya toch eens uitgebreid bedanken, want hij stuurt me allemaal patiënten” tot “Wie gaat er nou verhuizen van Amsterdam naar Israël” plus “Als je hier woont, moet je wel Hebreeuws leren en niet steeds Engels blijven praten.” Ik sputterde tegen dat ik op een oelpan zat en dat Israël niet in alles onderdoet voor Amsterdam.
Zijn advies: staaroperatie! En liefst zo snel mogelijk. De macula pucker kon tegelijkertijd worden aangepakt, doch dat raadde hij af. Eerst maar eens het resultaat van de staaroperatie afwachten en dan weer langs (met eigen bijdrage!) komen voor nadere analyse. Plus opnieuw een OCT-scan.
Terug in Herzliya zorgde mijn oogarts ervoor dat er snel een staaroperatie werd gepland. Hij heeft een lange wachtlijst maar vond toch een gaatje. De operatie was in de avonduren in Tel Aviv.
Op weg naar de operatie in het Assuta-ziekenhuis in het centrum van de stad – er zijn er twee, de andere zit in het noorden van de stad – werd ik al ongeduldig gebeld met de vraag of ik er snel zou zijn. De assistentes die het papierwerk rond de operatie regelen, zo bleek toen ik exact op tijd was aangekomen, wilden namelijk graag naar huis en ik was de laatste die zij nog moesten helpen.
Een staaroperatie is een relatief simpele ingreep. De voorbereidingen door de verpleegkundigen leken erg op hoe het in Nederland toegaat. Operatiekleding aan, eigen kleding in een kast en telkens vragen om welk oog het ging en of ik echt degene was die op de operatielijst stond, dus geboortedatum noemen en het ID-nummer opgeven, wat in Israël bij werkelijk alles van pas komt. Hét grote verschil zat in de manier van doen van het verplegend personeel. Het gaat er allemaal veel informeler aan toe. De gebouwen zijn vaak wat minder fraai dan in Nederland. Niet altijd, ik ben inmiddels ook in andere ziekenhuizen geweest vanwege de bevalling van onze oudste dochter in Tel Aviv, dus ik kan een beetje meepraten. De zorg zelf is goed en ik heb begrepen dat de Israëlische gezondheidszorg vrij efficiënt is. In ieder geval is de premie beduidend lager dan in Nederland, al zijn er meer eigen bijdragen. De staaroperatie kostte bijvoorbeeld aan eigen bijdrage circa € 125 (de sjekel staat steeds hoger, eerder was het nog circa € 100).
De staaroperatie duurde een kwartier tot een half uur. Ik heb het gedwee ondergaan, al was het felle licht waarmee het operatieoog werd beschenen erg onprettig. Mijn oogarts zei dat de OK-assistenten en anderen mij erg beleefd vonden, want ik gaf geen kik en deed nergens moeilijk over. De gemiddelde Israëlische patiënt maakt veel meer misbaar en piept blijkbaar over van alles.
Na afloop moest ik uiteraard even bijkomen. Omdat ik de laatste patiënt was, vertrokken er al allerlei personeelsleden en bleef ik achter met een Arabische verpleegkundige die mij in gebrekkig Engels probeerde uit te leggen hoe ik met de vele druppels die ik een maand lang moest gebruiken, hoorde om te gaan. Hij riep er een achtergebleven collega bij die minder accent had en die ik beter kon verstaan. Ook de oogarts kwam nog even langs en zei dat het een flinke staar was en dat de operatie goed was verlopen.
Nu maar afwachten of na deze staaroperatie weer een netvliesloslating optreedt, wat ik ook als bijwerking had gekregen na de eerste staaringreep. Inmiddels heb ik na mijn eerste Israëlische operatie het volste vertrouwen dat de artsen hier ongeveer hetzelfde kunnen bieden als in Nederland. Het is niet voor niets dat het gezaghebbende Engelse medische tijdschrift The Lancet in mei 2017 een special heeft over de Israëlische gezondheidszorg. Met als slotsom dat die op hoog niveau staat en een mooi toonbeeld is van goede onderlinge samenwerking tussen Joodse en Arabische Israëli’s.