Eerder schreef ik al eens een Crescas-column over Einat Wilf. Ze was jaren geleden lid van de Knesset voor de partij Arbeid en daarna voor de Onafhankelijkheidspartij van Ehoed Barak. Ze is tegen de nederzettingenpolitiek, maar niet tegen de bezetting. Althans, zolang er geen gedegen vredesregeling is met de Palestijnen en hun Arabische plus islamitische medestanders.
Ook heb ik eerder een column in de Crescas-nieuwsbrief gewijd aan de onlangs in Israël geaccepteerde Nation State Law. Die column was eigenlijk een reactie op wat ik eerder aan tamelijk vaak kwaadaardige onzin las over die wet. Op de wet valt zeker een en ander af te dingen, maar wanneer tegenstanders het zien als een soort “nazistaatwet” dan zijn ze het spoor goed bijster of volkomen verblind door anti-Israëlisch of zelfs anti-Joods sentiment. Zij zouden er voor de lol eens de Griekse grondwet of de Palestijnse conceptgrondwet bij moeten pakken.
Een still uit het debat op 92Y
Onlangs volgde ik op internet een Amerikaans debat waaraan Wilf deel nam. Thema was de zojuist genoemde natiestaatwet. Wat zij en een medestander (Eugene Kontorovich) naar voren brachten, was mij uit het hart gegrepen. Een belangrijke opponent, Peter Beinart (dat is niet de minste), droeg allerlei tegenargumenten aan, waarvan sommigen naar mijn idee raak waren en anderen zwaar overtrokken. De Arabische Israëli in het forum, de bekende Sayed Kashua, die nu in de VS woont nadat hij Israël de rug toekeerde, kwam naar mijn idee niet veel verder dan dat Israël een fout land is, omdat het een Joods en geen Arabisch land is. Triest als je daarin blijft steken, zoals zoveel Arabische inwoners van Israël, om over hun Palestijnse broeders aan de andere kant van ‘de Groene Lijn’ maar te zwijgen. Dan heb je geen flauw benul wat begrippen als meerderheid en minderheid inhouden in een democratie. De minderheid moet worden gerespecteerd, de meerderheid hoeft niet te buigen voor de minderheid.
Einat Wilf heeft een informatieve website. Daarop zijn onder andere colleges te vinden over diverse onderwerpen die allemaal te maken hebben met zaken als: zionisme, Joodse staat en het Palestijns-Israëlisch conflict.
Crescas-lezers die geïnteresseerd zijn en tijd hebben, zouden eens een kijkje kunnen nemen op haar website. Of zelfs het Amerikaanse debat (duurt wel ongeveer drie kwartier) kunnen uitzitten. Als dat naar meer smaakt dan valt er nog een interessant boek van Yossi Klein Halevi aan te raden: Letters to my Palestinian Neighbour. Daarin doet Klein Halevi een uiterste poging om aan Palestijnse en andere lezers uit te leggen wat Israël voor Joden betekent. Klein Halevi is hartstochtelijk voorstander van de twee-statenoplossing, al begrijpt hij heel goed waarom Joden zich na 1967 in Judea en Samaria hebben gevestigd. Dat deden ze namelijk ook al vóór 1948, totdat ze op de vlucht sloegen of eruit werden gegooid of erger door de Jordaniërs die in dat jaar de westelijke Jordaanoever innamen. Uiteraard staan de nederzettingen op het eerste gezicht op gespannen voet met de twee-statenoplossing. Er zijn daarvoor echter al lang oplossingen bedacht, namelijk landruil. En bedenk eens hoeveel Arabieren c.q. Palestijnen in Israël wonen zonder dat dit de twee-statenoplossing in gevaar brengt.
Einat Wilf grossiert in kernachtige uitspraken die aan het denken zetten. Eén van de mooiste vind ik dat Israël de enige Joodse staat is in de wereld, waar voortdurend onderling wordt gediscussieerd over de vraag wat het nou precies inhoudt om een Joodse staat te zijn. Vergeet daarbij niet dat Wilf zichzelf als volstrekt seculier beschouwt. Joods in allerlei opzichten, doch niet religieus Joods. Overigens, was ze dat wel geweest dan hadden de discussies ook niet van de lucht hoeven te zijn. Tenminste, als met open vizier zou worden gedebatteerd over wat religieus Jodendom inhoudt. Helaas komen dit soort discussies onder datiem meestal niet verder dan gekissebis over praktische halacha op het vlak van kasjroet, sjabbatrust en vergelijkbare zaken. Vanuit hun achtergrond ongetwijfeld heel belangrijk, maar het grotere geheel (de door de Allerhoogste geschapen wereld omvat méér dan alleen het Jodendom) lijkt volkomen uit het oog te worden verloren. Een orthodoxe denker als Yehuda Leibovitch was daar wel toe in staat, al hanteerde hij de meest sombere profetieën over de richting van de Israëlische samenleving na de verovering van de Palestijnse gebieden.
Ondertussen is het nog even wachten op de Engelse vertaling van het laatste boek van Wilf, over het door Palestijnen geclaimde ‘recht op terugkeer’. Helemaal stilzitten tot de publicatiedatum hoeft niet, want er is nog het dikke boekwerk van Ben-Dror Yemini over het Palestijns-Israëlisch conflict. Boordevol feiten over misleidende informatie aangaande het Palestijns-Israëlisch conflict onder de titel Industry of Lies: Media, Academia, and the Israeli-Arab Conflict
Een andere aanrader schijnt te zijn: In Search of Israel: The History of an Idea, van Michael Brenner. Ik moet er nog aan beginnen. Els van Diggele schreef er een lovende recensie over voor NRC.
Meer dan genoeg te lezen en te bekijken om je te wapenen met het oog op de ruim honderdjarige propagandastrijd over welk volk het recht heeft – of welke volkeren het recht hebben – om zelfbeschikkingsrecht uit te oefenen in het gebied dat Israël en de Palestijnse gebieden omvat. En daarbij laten we Jordanië – dat in 1923 opeens werd afgesplitst van het Engelse mandaatgebied – dan maar even buiten beschouwing.
Toch gaat het niet primair om kennis over het eindeloze conflict tussen Palestijnen en Joden. Het begint allereerst met emotie. Kan je enige verbondenheid opbrengen voor de ander, voor je medemens? Die eveneens naar Gods evenbeeld is geschapen, volgens de Joodse traditie. Ben je in staat je open te stellen voor het levensverhaal van de ander? Uiteraard is dat een wederzijdse verplichting! Als dat lukt dan is er al een wereld gewonnen. Dan zijn we er echter nog lang niet, want het vredespad wordt nagenoeg onbegaanbaar gemaakt door talloze beren op de weg.