In vier eerdere columns (6 december 2019, 24 januari 2020, 7 februari en 21 februari) beschreef ik onze speurtocht naar een ander, beter huis. Dat was in de winterperiode. Het gezoek mislukte uiteindelijk jammerlijk. We hadden weliswaar twee keer beet, doch we kwamen er niet uit bij de onderhandelingen over het huurcontract. Gelukkig konden we ons huidige huurcontract nog vier maanden verlengen, omdat onze huisbazin nog niemand gevonden had. Wij blij, zij blij.
Ditmaal moeten we eind juni vertrokken zijn. Onze huisbazin is al druk bezig om vervangers voor ons te vinden. Ze heeft niet voor niets een ruime opzegtermijn in het huurcontract opgenomen, te weten drie maanden. Al zowat tien keer kwam ze langs met jonge stellen die nieuwsgierig waren naar haar huis. Eerder zei ze ons dat ze per se geen studenten wilde, maar oudere mensen, zoals wij. Haar zoektocht naar nieuwe huurders in de winterperiode ging haar niet makkelijk af, dus waarschijnlijk heeft ze de doelgroep daarom verbreed.
In deze coronatijd is het kijken naar een nieuw huis een wat apart ritueel. De woningzoekenden en onze huisbazin komen met een mondmasker binnen en aanvankelijk hadden ze ook rubber handschoenen aan. Dat laatste gebeurt niet meer. In Israël vertrouwen ze erop dat mensen hun handen wassen, plus dat handschoenen in de zomer geen pretje zijn. Ook wij hebben een mondkapje op (die zijn in Israël overal te koop voor een hele schappelijke prijs, namelijk vijftig stuks voor honderd sjekel, ruim 25 euro) als we Mira (niet haar echte naam) en de woninggegadigden binnenlaten.
We blijven er niet voor thuis, want we vertrouwen Mira. Ze heeft ons bezworen dat ze maar één persoon of stel tegelijk het huis laat zien en dat ze hen begeleidt als ze het huis bekijken. Dat is zó gebeurd, want groot is het niet. Je bent er bij wijze van spreken in een paar stappen doorheen. Na afloop van een bezichtiging, waarbij we de deuren naar het balkon en de ramen open hebben staan voor een goede ventilatie, maken we alle lichtknopjes en deurklinken goed schoon met speciale vochtdoekjes. Het soort dat we ook gebruiken voor het schoonmaken van de billetjes van onze kleinkinderen als we hun luiers verschonen.
Uiteraard hebben we ook een mondkapje op als de rollen omgedraaid zijn en wij degene zijn die huizen bezoeken. De ontvangende partij en eventuele makelaars hebben helaas lang niet altijd een mondmasker op. Als ze de onze zien, halen ze regelmatig alsnog zo’n ding tevoorschijn.
We hebben pas ontdekt dat we al ruim twintig huizen hebben bezichtigd vanaf januari tot en met nu. Omdat we al snel hadden ontdekt dat Herzliya te duur is als je wat groter wil wonen (één van onze verlangens), zoeken we in het naburige Ra’anana en Kfar Saba. Momenteel is het aanbod daar niet bijster groot voor wat wij zoeken en daarom zoeken we nu ook in het iets verder gelegen Hod Hasharon. En zelfs in het zuidelijk deel van Netanya, waar onze oudste dochter woont met man en hun twee kinderen.
Huizen zoeken kan via Facebook, de huizensite van yad2 of reclameborden
Afgelopen week hadden we iets goeds ontdekt in Hod Hasharon. Weliswaar op zes hoog, terwijl vier hoog eigenlijk onze limiet is, maar uitkijkend op een leuk parkje en niet ver van een aardige winkelstraat met een paar terrasjes. Het verdere uitzicht was best bijzonder, want naar het oosten zag je in de verte de heuvels van Shomron (Samaria).
De eigenaar sprak goed Engels toen ik belde om een afspraak te maken voor de bezichtiging. Hij vertelde erbij dat hij een borgsom wenste van 30.000 sjekel. Dat is bij deze woning ongeveer zes maandhuren, terwijl wettelijk maximaal driemaal is toegestaan. Het huis was in allerlei opzichten prima, dus vroegen we naar het contract. Dat hebben we geweten. We kregen een hele megille * van twintig pagina’s! Onze Israëlische schoonzoon, die we vroegen om het Hebreeuwse contract door te lopen, was heel stellig: niet doen! Allerlei kosten werden verhaald op de huurder, ook mankementen die normaal gesproken voor rekening van de verhuurder komen, zoals een kapotte airco. Er stond ook een bepaling in dat als de verhuurder de woning niet op de begindatum kon opleveren, hij niet aansprakelijk was voor eventuele extra kosten voor de huurder, terwijl die wel de huur moest betalen vanaf de ingangsdatum. Echt te zot voor woorden.
Met deze eigenaar wilden we niet verder. Hij vroeg nog naar onze bezwaren en een in onze ogen beter huurcontract. Desgevraagd gaven we wat voorbeelden van voor de huurder volstrekt nadelige bepalingen in zijn contract en we stuurden hem een geanonimiseerde versie van ons huidige huurcontract. Daarop kregen we een afgeslankte versie van het eerdere contract. Nog ‘maar’ dertien bladzijden. Dat is nog altijd twee keer zoveel als ons huidige huurcontract. Opnieuw stonden er bepalingen in waar geen enkele huurder blij van wordt, dus wat ons betreft was het einde oefening met deze eigenaar.
We maken wel meer gekke dingen mee. Zoals een aardige Iraakse meneer die alleen Hebreeuws sprak, waarbij hij in tegenstelling tot veel andere Israëli’s erg zijn best deed om alles duidelijk uit te leggen. Hij vroeg 5.700 huur, te betalen in maandelijkse huurbedragen van 5.000 en aan het begin in één keer voor twee jaar (de contracttermijn) de rest. Totaal dus 16.800 sjekel (zowat 4.400 euro). In ruil daarvoor zou hij een afzuigkap in de keuken laten aanbrengen, de deurtjes bij de douche laten aanleggen, kasten laten plaatsen en dergelijke. Vermoedelijk was zijn geld op om het door de aannemer te laten doen vóór de oplevering, dus via deze vondst krijgt hij een deel van de huur eerder binnen, waarmee hij de laatste loodjes aan het huis kan financieren.
De meest recente idioterie die we meemaakten, was een op zichzelf net huurcontract, ware het niet dat erin was opgenomen dat de verhuurder ook een deel van het huis bewoonde – met toestemming van de huurder! Daar hadden we uiteraard groot bezwaar tegen, waarop werd geantwoord door Itai (niet zijn echte naam), de makelaar, dat de eigenaar beslist niet van plan was een deel van het te verhuren huis voor bewoning op te eisen. Het was louter om financiële redenen. De makelaar begreep niet dat we dit huis, hoewel het best aantrekkelijk was, vanwege het vreemde contract hebben afgewezen.
Wij zoeken naarstig verder, waarbij we de hete adem van de naderende deadline steeds meer in onze nek voelen. Inmiddels vragen we ons wel serieus af waar we in godsnaam aan begonnen zijn. Het begint er zowaar op te lijken dat verhuizen náár Israël ons beter is afgegaan dan verhuizen bínnen Israël.
* megille (van megilla = rol): een lang verhaal