Dit jaar vielen de Nederlandse vierde en vijfde mei samen met Jom HaZikaron (de Israëlische gedenkdag voor de gevallenen sinds de oprichting van de Joodse staat) en de daaropvolgende Onafhankelijkheidsdag (Jom Haätsmaoet). Voor beide dagen wordt de Joodse kalender aangehouden, in casu vier en vijf ijar (spreek uit: ie-jar). De vijfde ijar kwam in 1948 – toen Ben Goerion de staat Israël uitriep – overeen met de veertiende mei, doch de Joodse kalender schuift enigszins naar voren of naar achteren ten opzichte van de Westerse kalender. Zij het dat ze bij elkaar in de buurt blijven, omdat het Joodse maanjaar correcties toepast om in de pas te blijven lopen met het Westerse zonnejaar.
Beide dagen, die van groot belang zijn voor de Israëlische nationale identiteit, worden voorafgegaan door Jom HaSjoa, de dag ter herdenking van de grootste ramp waardoor het Joodse volk werd getroffen, de Holocaust dus. Dit jaar viel Jom haZikaron laSjoa velaGevoera, zoals de dag in Israël voluit heet, op 28 april, overeenkomend met 27 nisan. Dat is een week voor Jom HaZikaron.
(Of was de verwoesting van de tweede Tempel, de gelijktijdige grootschalige moordpartij en de verdrijving van Joden uit Jeruzalem en Judea door de Romeinen lang geleden eigenlijk een nog grotere ramp? Het was immers de inleiding tot twintig lange eeuwen diaspora.)
Wie op de Joodse kalender kijkt, zal ontdekken dat 5 ijar dit jaar op vrijdag viel. Desondanks is de dag op de donderdag ervoor geplaatst, want anders zou de feestdag de voorbereiding op de sjabbat in de weg zitten. Niet dat streng-religieuzen veel hebben met Jom Haätsmaoet, aangezien ze de staat Israël weigeren te erkennen. Die mag pas worden opgericht als de masjiach (messias) komt. Nationaal-religieuze Joden (veel kolonisten hangen die stroming aan) en modern orthodoxe Joden plus conservatieve en liberale Joden daarentegen vieren de Onafhankelijkheidsdag uitbundig. Of ze nu in Israël wonen of ergens anders.
(Toen ik in 2005 op bezoek was bij de Joodse gemeente in Fez, Marokko viel me op dat er geen Israëlische vlag te bekennen was en desgevraagd vertelden leden dat die ook niet buiten hangen op Jom Haätsmaoet. Zou dat nu anders zijn na herstel van de betrekkingen tussen Marokko en Israël?)
Wat de ultra’s betreft: die hebben ook minder met Jom HaSjoa, want zij herdenken alle rampen waardoor Joden zijn getroffen op Tisja Beav (ergens in juli of augustus), wanneer vooral wordt getreurd om de verwoesting van de eerste en de tweede Tempel.
Zowel Jom HaSjoa als Jom HaZikaron zijn indrukwekkende dagen in Israël. Als beide dagen na zonsondergang beginnen, zijn er overal in het land en op de televisie plechtigheden ter herdenking van degenen die niet meer bij ons zijn. Bij Jom HaSjoa gaat het uiteraard om de genocide op de Europese Joden door Duitse nazi’s en hun handlangers in de gaskamers en daarvóór op andere mensonterende wijze, zoals bij Babi Yar; bij Jom HaZikaron gaat om Israëlische militairen en slachtoffers van terreuraanslagen. Daarbij kan het ook gaan om Israëlische Arabieren die als militair in het leger hebben gediend of als burger door terreurdagen van hun Palestijnse broeders of zusters om het leven zijn gebracht. Dat wordt nog wel eens vergeten, maar zeker Israëlische Druzen die vaak in het leger gaan, horen er helemaal bij op die dagen (en trouwens ook gedurende de rest van het jaar).
Op Jom HaSjoa gaan de sirenes overal in het land om tien uur twee minuten loeien, op Jom HaZikaron gebeurt dat om elf uur. Al het verkeer stopt. Automobilisten stappen doorgaans uit hun auto, voetgangers blijven stilstaan. Het is een ongeschreven wet die door alle Israëli’s voluit wordt onderschreven. Net zoals geen enkele Joodse Israëli het in zijn hoofd zal halen om op Jom Kipoer (Grote Verzoendag) de auto te gebruiken. Er is geen wet die dat oplegt, het wordt gewoon niet gedaan. Het zit als het ware in het DNA van Israëli’s.
Op Jom HaSjoa komt in Israël het verkeer tot stilstand (uit Friesch Dagblad)
Naast de ultra’s die zich niet politiek verbonden voelen met Israël als Joodse staat, hebben ook veel Israëlische Arabieren niet zoveel met Jom HaSjoa, Jom HaZikaron en Jom Haätsmaoet. De Sjoa heeft hén niet getroffen en de oprichting van de staat Israël associëren zij met louter ellende voor hen: de Nakba* (de catastrofe). Toch beginnen kleine groepjes jonge Arabische Israëli’s meer aandacht te besteden aan de Sjoa en is er zelfs een initiatief ondernomen om Auschwitz te bezoeken op Jom HaSjoa.
Meer aandacht vanuit Arabisch-Israëlische kring is er voor de controversiële herdenking van zowel Jom HaZikaron als de Nakba, opgezet in linkse Joods-Israëlische hoek en vooral Palestijnen van de andere kant van ‘de groene lijn’. Als je bedenkt hoe moeilijk het in Nederland veelal wordt gevonden op 4 mei Duitsers uit te nodigen (hoewel er al lang vrede is gesloten met het machtige buurland en Duitsers voorbeeldig het boetekleed hebben aangetrokken voor de wandaden van nazi-Duitsland), dan kun je wel nagaan hoe ingewikkeld het in Israël ligt om Israëlische militairen en terreurslachtoffers samen met Palestijnen te herdenken. Al weten Israëli’s natuurlijk heel goed dat Palestijnen ook hun doden hebben te betreuren vanwege de Onafhankelijkheidoorlog en alle oorlogen of militaire operaties daarna. Echter, Israëli’s weten ook als geen ander dat de Jodenhaat en de vurige wens om Israël te vernietigen breed leeft in Palestijnse kring (Hamas en anderen) en niet alleen daar (Iran, Hezbollah). Ook de Palestijnse Autoriteit valt allerminst vrij te pleiten, al betreurt Abbas sinds kort opeens terreuraanslagen uit Palestijnse hoek, maar gaat hij door met uitdelen van bonussen daarvoor. Voorts is van vredesonderwijs op Palestijnse scholen allerminst sprake en evenmin van het erkennen van de evidente Joodse roots in dit land.
Voor ons als Nederlandse immigranten ontstond een dilemma op de avond van 4 mei. Normaal gesproken kijken we dan naar de Dodenherdenking op de Dam. Op die avond werden we evenwel uitgenodigd door onze één van onze Israëlische schoonzonen en onze oudste dochter om naar beginfestiviteiten van Onafhankelijkheidsdag te komen in Herzliya. In het Vrieslandpark (!) was een heel kindvriendelijke activiteit opgezet met springkussens en allerlei spelletjes voor jonge kinderen. We wonen nu in Israël, dus kozen we daarvoor. En we hebben genoten van onze kleinkinderen uit Netanya die er waren en voor wie het een waar kinderparadijs was daar.
De tijd van Jom HaSjoa via Jom HaZikaron naar Jom Haätsmaoet is een bijzondere periode in Israël. Met name voor hele seculiere Israëli’s vormen deze dagen als het ware een soort Hoge Feestdagen, die door traditionele en religieuze Joden in het najaar worden gevierd. Het is ook nogal wat: eerst herdenken wat Joden als volk zonder land hebben doorgemaakt op het Europese continent (de ellende begon al in de Middeleeuwen) om vervolgens stil te staan bij wat het betekent om terug te zijn in het thuisland met alle offers van dien. En dat in één generatie. Het is nauwelijks te bevatten. Van zo’n dieptepunt naar zo’n hoogtepunt.
Toch is er daarnaast van alles hetzelfde gebleven. De vijandigheid ten opzichte van Joden, nu vanwege de Joodse staat, de onophoudelijke terreuraanslagen in Israël en ook daarbuiten op Joodse doelen, de serieuze dreiging door vijandelijke staten om Israël heen, het wegkijken door de wereldgemeenschap en met name de Verenigde Naties maken dat je met beide benen op de grond blijft staan. Bij wijze van spreken zonder veel tijd te hebben om te treuren over wat verloren is en om te juichen over wat is gewonnen.