Op 6 juli van dit jaar overleed Appie Drielsma en daaraan is in Joods Nederland maar weinig aandacht besteed. In het Nieuw Israëlietisch Weekblad zag ik geen artikel waarin Appie Drielsma werd herdacht. Wel in de Volkskrant.
In 2008 was er in Maastricht een overzichtstentoonstelling van zijn werk en ik heb hem toen geïnterviewd voor Kol Mokum, het vroegere blad van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam. ‘Joodse betrokkenheid vooral te vinden in mijn werk’ was de kop boven het interview waaruit ik hier enkele gedeelten overneem:
Aan de hand van schetstekeningen laat Appie Drielsma mij zien hoe een monumentaal ontwerp zich onder zijn handen steeds verder ontwikkelt, totdat de vormen de essentie uitdrukken van wat hij wil zeggen. Het door Prins Bernhard in 1986 onthulde Nationaal Herdenkingsmonument Mauthausen is daarvan een mooi voorbeeld. Het strak vormgegeven monument bestaat, als je goed kijkt, uit één lijn die wordt onderbroken en daarna in de grond verdwijnt.
Het monument in Mauthausen is voor Appie Drielsma een belangrijk ijkpunt in zijn leven. Het heeft hem nog dichter bij zijn Joodse wortels gebracht en hij heeft er zijn echtgenote, Gemma Serpenti, gevonden.
Tijdens de onthulling van het monument in Mauthausen speelde de celliste Gemma Serpenti een eigen compositie. Eén van de gevangenen had het kamp overleefd dankzij zijn viool, waarop hij voor de kampcommandant moest spelen. Op verzoek van deze overlevende speelde Gemma Serpenti ook in één van de barakken van het kamp. Het was een zeer emotionele gebeurtenis, voor de ex-gevangene maar ook voor Appie Drielsma die de punt van de cello moest vasthouden om wegglijden te voorkomen.
Monument Gan Hasjalom Amstelveen
Lopend over de tentoonstelling komen we ook bij afbeeldingen van het monument op Gan Hasjalom in Amstelveen dat verwijst naar de zes miljoen slachtoffers en het verstoorde Joodse leven. Het monument, uitgevoerd in roestvrij staal, zal op den duur door de weersinvloeden steeds mooier worden, steeds aardser, zegt hij.
Behalve op Gan Hasjalom heeft Appie Drielsma onder meer ook monumenten gemaakt voor de Joodse gemeenschap in Gulpen (één van de plaatsen waar hij ondergedoken zat) en voor de Joodse slachtoffers van Enschede. Deuren heeft hij ontworpen voor de synagoge van Meerssen maar ook voor de St. Servaaskerk in zijn woonplaats Maastricht. Daarin is de tekst van Psalm 122 opgenomen. Ik heb wel de vertaling van Dasberg gebruikt, glimlacht hij, want die is veel mooier. Ze hadden geen bezwaar.
Voor Maastricht heeft Appie Drielsma ook het indrukwekkende bevrijdingsmonument gemaakt dat over het water uitkijkt naar de stad vanaf het eerder bevrijde Wijk. En niet te vergeten het monument voor de Joodse kinderen van Maastricht dat zich bevindt in de Holland Garden van de Jerusalem Rose-garden. Het is onthuld door (toen nog) koningin Beatrix.
Appie Drielsma op de tentoonstelling voor één van zijn ‘portretten’
Na het bezoek aan de tentoonstelling zijn Appie Drielsma en ik naar een café op het Vrijthof gegaan. We dronken daar een glas bier en praatten nog wat na. Ook over onszelf. Zo gaat dat. ‘Ik heb mij altijd wat teruggetrokken,' liet hij zich toen ontvallen, ‘ik heb er moeite mee vooraan te gaan staan. Misschien had ik dat meer moeten doen maar het lag niet in mijn aard en ik denk zelf dat dit ook komt door mijn ervaringen als ondergedoken kind.
Indertijd beëindigde ik het interview met de wens van Appie Drielsma om ook eens in Amsterdam te exposeren. Het zou goed zijn als het Joods Historisch Museum of anders de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam die wens vervult. Al is het helaas postuum. Appie Drielsma en zijn belangrijke werk verdienen het.