Byron en de Joden

Leo Frijda

vrijdag 20 augustus 2010

Bekend is de voorliefde van de Engelse dichter Byron voor de Grieken, al kraste hij vaak zijn naam in de zuilen van de tempels die hij bezocht. Byron en de Joden is een minder bekend thema. Daarover is nu een interessant boek verschenen, Byron and the Jews, van de hand van Sheila A. Spector. Tot mijn verrassing is Byron de Engelse dichter met de meeste vertalingen in het Hebreeuws en in het Jiddisj.

In haar boek bespreekt Spector de contacten van Byron met zijn Joodse tijdgenoten Isaac D’Israeli en Isaac Nathan. De componist Isaac Nathan had Byron gevraagd teksten te schrijven voor zijn Hebrew Melodies. Byron heeft dat gedaan en Nathan heeft de muziek gecomponeerd waarvoor hij bestaande Joodse melodieën koos. In 1815 zijn de Hebrew Melodies in druk verschenen.


Byron

Nathan

Spector wil met haar studie aantonen dat vooral de Hebrew Melodies maar ook Cain en The prisoner of Chillon voor de aanhangers van de Haskala, de maskiliem, en later de zionisten een belangrijke rol zijn gaan spelen bij het zoeken naar de eigen, wat zij noemt nieuwe Joodse identiteit. Daarbij behoeft de oorspronkelijke bedoeling van de dichter niet overeen te komen met het Joodse antwoord op de betekenis van deze poëzie. Soms is zelfs het tegendeel het geval. Interessant is hoe Spector aan de hand van de verschillende vertalingen laat zien hoe dat in zijn werk gaat.

De eerste vertalingen van de Hebrew Melodies dateren uit 1852 en zijn van Meir Halevi Letteris. Hij vertaalde onder andere On Jordan’s Banks. Een volledige vertaling van de Hebrew Melodies volgt in 1864 en is van Matisyahu Simhah Rabener, een leraar Hebreeuws in Czernowitz, de hoofdstad van de Boekovina. De uitgever, Eliyahu Igel, schreef een voorwoord waarin hij benadrukt hoe verbazingwekkend het is dat een Engelse dichter de gedachte aan Zion in ere herstelt. Ook de meer bekende Judah Leib Gordon vertaalde in 1884 enkele gedichten uit de Hebrew Melodies, waaronder On Jordan’s Banks. Gordon, aldus Spector in haar hoofdstuk over de maskiliem, laat in zijn vertaling van de gedichten van Byron duidelijk uitkomen dat hij van mening is dat de Joden hun godsdienst moeten moderniseren. Gordon en anderen na hem spannen in hun vertalingen Byron voor het eigen karretje.

Het belang van het boek van Spector ligt mede in de door haar achterin haar boek opgenomen vertalingen van gedichten van Byron in het Hebreeuws en in het Jiddisj, soms dezelfde gedichten in verschillende vertalingen. Voor wie, zoals ik, onvoldoende Hebreeuws kent, heeft Spector (gedeelten van) de gedichten terugvertaald in het Engels om haar betoog te onderbouwen. Spector vermeldt dat de vertalingen die in de loop van de tijd zijn gemaakt, vaak moeilijk te vinden zijn. Helemaal waar is dat niet. De vertalingen van Judah Leib Gordon zijn in Israël herdrukt en er is sinds vorig jaar een fotografische herdruk op de markt van de Hebrew Melodies met daarnaast de vertalingen van Solomon Mandelkern uit 1890. Het is de eerste tweetalige uitgave van de Hebrew Melodies en mede bedoeld als lesmateriaal, om aan de hand van de gedichten van Byron Hebreeuws te leren. Mandelkern, die zelf ook Hebreeuwse gedichten schreef maar meer bekend is om zijn concordantie Hekal haKodesj, was een zionist en woonde in 1897 het eerste zionistische congres bij. Diens vertaling van She walks in beauty heeft Spector afgedrukt. Byron had dit gedicht weliswaar aan Isaac Nathan gegeven maar had het eigenlijk geschreven voor een aangetrouwde nicht, Anne Beatrix. Mandelkern geeft het gedicht in Hebreeuwse vertaling een meer Joodse titel mee: Shulamit. Uit de fotografische herdruk van de tweetalige uitgave van Solomon Mandelkern, in 2009 uitgegeven door Bibliolife, neem ik hier een ander gedicht over, On Jordan’s Banks.


Ook zionisten konden kennelijk in dit gedicht hun idealen weerspiegeld zien. Om af te ronden nog twee opvallende voorbeelden die Spector geeft om aan te tonen dat ook in latere tijd vertalers de gedichten van Byron voor eigen doeleinden gebruikten.

Uit 1944 dateert een volledige vertaling van de Hebrew Melodies van de hand van Jacob Orland. De uitgave is wederom tweetalig, Engels en Hebreeuws. Met die uitgave had Orland mede het oog op het verbeteren van de relatie met de Britten, die toen over het mandaatgebied Palestina het gezag uitoefenden. Eveneens interessant is de tweetalige uitgave van Shmuel Friedman uit 1983. Friedman vertaalde de gedichten van Byron en Michael Desheh schreef een nawoord. Friedman gebruikt de gedichten van Byron, het is na de Libanonoorlog, om te benadrukken dat Israël bezig is de morele waarden van het Zionisme te verkwanselen. Desheh noemt het in zijn nawoord een wonder dat een groot dichter als Byron, zoon van een ander volk, een aantal gedichten schreef over de geschiedenis van het Joodse volk.

Al is het slechts een enkele bladzij uit die geschiedenis, het is goed dat dit aan de vergetelheid is ontrukt.

Sheila A. Spector, Byron and the Jews, Wayne State University Press, Detroit, 2010.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009